organen en cellen

Organen en cellen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Organen en cellen

Slide 1 - Tekstslide

Van cel tot organisme

Slide 2 - Tekstslide

de huid
A
is een orgaan
B
is GEEN orgaan
C
is onderdeel van het bloedvatenstelsel
D
verteert je voedsel

Slide 3 - Quizvraag

Organen die samenwerken noem je een:
A
Weefsel
B
Organenstelsel
C
Orgaan
D
Organisme

Slide 4 - Quizvraag

Dierlijke cellen
  • Celmembraan: dun vliesje dat inhoud cel scheidt van omgeving
  • Cytoplasma: water met opgeloste stoffen, waarin organellen zweven
  • Celkern: organel, regelcentrum van cel, bevat DNA
  • Kernmembraan: vliesje dat kernplasma in celkern houdt

Slide 5 - Tekstslide

Plantaardige cel
een plantaardige cel heeft:
  • wel celmembraan
  • wel celkern
  • wel cytoplasma
  • wel celwand
  • wel vacuole
  • wel bladgroenkorrels

Slide 6 - Tekstslide

Welke onderdelen heeft een plantencel wel en een dierlijke cel niet?
A
Celkern, bladgroenkorrels, cytoplasma
B
Bladgroenkorrels, celmembraan, vacuole
C
Bladgroenkorrels, celwand, vacuole
D
Bladgroenkorrels, vacuole, celkern

Slide 7 - Quizvraag

Hebben cellen van mensen andere kenmerken dan cellen van dieren?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Zijn cellen van mensen dierlijke cellen?
A
ja
B
nee

Slide 9 - Quizvraag

Wat voor cellen zijn dit, plantaardige cellen of dierlijke? Leg uit

Slide 10 - Tekstslide

Plantaardige cellen hebben een stevigere celwand dan dierlijke cellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Dit zijn cellen van een .....
timer
0:20
A
bacterie
B
dier
C
plant
D
schimmel

Slide 12 - Quizvraag

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 13 - Quizvraag

De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
spierstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 14 - Quizvraag

De huid is een voorbeeld van:
A
een orgaan
B
een cel
C
een organisme
D
een organenstelsel

Slide 15 - Quizvraag

Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 16 - Quizvraag

plantencel
dierencel
celmembraan
celmembraan
cytoplasma
cytoplasma
celkern
celkern
vacuole
bladgroenkorrel
celwand
Welke cel is de plantencel en welke de dierencel? 
Oefen ook de onderdelen!!

Slide 17 - Tekstslide