In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slim zoeken met Google
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
- Informatiebehoeften identificeren - Effectief zoeken op Google - Betrouwbare informatie vinden
Slide 2 - Tekstslide
Leg de leerdoelen uit, zodat de leerlingen weten wat ze na afloop van de les kunnen.
Wat weet je al over het vinden van informatie via Google?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Identificeer je informatiebehoeften
Bepaal wat je nodig hebt, welke informatie zoek je precies en waarom is het belangrijk?
Slide 4 - Tekstslide
Laat de leerlingen nadenken over hun eigen informatiebehoeften en bespreek voorbeelden met de klas.
Zoekwoorden gebruiken
Kies de juiste zoekwoorden die passen bij je informatiebehoefte en gebruik synoniemen om meer resultaten te krijgen.
Slide 5 - Tekstslide
Leg uit hoe zoekwoorden werken en geef voorbeelden van synoniemen.
Zoekopdrachten verfijnen
Gebruik zoekfilters, zoals taal, datum en locatie om gerichter te zoeken en betere resultaten te krijgen.
Slide 6 - Tekstslide
Laat de leerlingen zien hoe ze zoekfilters kunnen gebruiken en geef voorbeelden.
Gebruik Google-tips
Gebruik handige Google-tips, zoals aanhalingstekens, min-teken en site: om specifieker te zoeken.
Slide 7 - Tekstslide
Laat de leerlingen zien hoe ze Google-tips kunnen gebruiken en geef voorbeelden.
Beoordeel de bron
Ga na of de bron betrouwbaar is en of deze past bij je informatiebehoefte.
Slide 8 - Tekstslide
Leg uit hoe de leerlingen de betrouwbaarheid van een bron kunnen beoordelen en geef voorbeelden van onbetrouwbare bronnen.
Controleer de informatie
Controleer de informatie op feitelijke juistheid en dubbelcheck bij andere bronnen.
Slide 9 - Tekstslide
Bespreek het belang van het controleren van informatie en geef voorbeelden van onjuiste informatie.
Gebruik verschillende bronnen
Gebruik verschillende bronnen om een completer beeld te krijgen en voorkom tunnelvisie.
Slide 10 - Tekstslide
Leg uit waarom het belangrijk is om verschillende bronnen te gebruiken en geef voorbeelden van hoe dit kan helpen.
Nuttige websites
Laat enkele nuttige websites zien voor het vinden van betrouwbare informatie, zoals overheidswebsites en encyclopedieën.
Slide 11 - Tekstslide
Geef de leerlingen enkele goede voorbeelden van betrouwbare websites en leg uit waarom deze betrouwbaar zijn.
Google Scholar
Laat zien hoe Google Scholar werkt en hoe je hiermee wetenschappelijke artikelen kunt vinden.
Slide 12 - Tekstslide
Leg uit wat Google Scholar is en waarom het handig kan zijn. Laat zien hoe je hiermee kunt zoeken.
Google Books
Laat zien hoe Google Books werkt en hoe je hiermee boeken kunt vinden en inzien.
Slide 13 - Tekstslide
Leg uit wat Google Books is en waarom het handig kan zijn. Laat zien hoe je hiermee kunt zoeken en boeken kunt inzien.
Google Alerts
Laat zien hoe Google Alerts werkt en hoe je hiermee op de hoogte kunt blijven van nieuwe informatie.
Slide 14 - Tekstslide
Leg uit wat Google Alerts is en waarom het handig kan zijn. Laat zien hoe je hiermee meldingen kunt instellen.
Oefening zoekopdrachten
Laat de leerlingen in tweetallen oefenen met het maken van zoekopdrachten en het beoordelen van de bronnen.
Slide 15 - Tekstslide
Geef de leerlingen enkele opdrachten en laat ze deze in tweetallen uitvoeren. Bespreek daarna de uitkomsten in de klas.
Beoordelingsopdracht
Laat de leerlingen individueel een zoekopdracht uitvoeren en de gevonden informatie beoordelen op betrouwbaarheid.
Slide 16 - Tekstslide
Geef de leerlingen een opdracht en laat ze deze individueel uitvoeren. Laat ze daarna hun bevindingen presenteren aan de klas.
Evaluatie
Vraag de leerlingen om feedback over de les en bespreek eventuele vragen of onduidelijkheden.
Slide 17 - Tekstslide
Evalueer de les en vraag de leerlingen om feedback. Bespreek eventuele vragen of onduidelijkheden.
Bronnen
- Rijksoverheid.nl - Wikipedia.nl - Google.nl
Slide 18 - Tekstslide
Geef de bronnen die je hebt gebruikt voor deze les, zodat de leerlingen deze kunnen raadplegen voor meer informatie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 21 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.