Alinea's en verbanden

Alinea's en verbanden
Welkom 4V

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel. 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Alinea's en verbanden
Welkom 4V

Leg je oefenboek, theorieboek, pen en papier op tafel. 

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag:
 
H. 6 Alinea's en verbanden
Je oefent met het herkennen van alinea's en verbanden. 

Slide 2 - Tekstslide

Alinea-indeling

Op basis van:
- inhoud (kernzinnen)
- lengte

Slide 3 - Tekstslide


Signaalwoorden: geven verbanden aan tussen alinea's, zinnen en delen van zinnen. Zie schema blz. 65. 

Slide 4 - Tekstslide

Functiewoorden geven de functie aan van een deel van de tekst.

Aanleiding, voorbeeld, afweging, anekdote, argument, constatering, definitie, gevolg, nuancering, oplossing, verklaring. 

Slide 5 - Tekstslide

Ik wil wel komen, maar ik heb geen tijd.
A
conclusie
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
omschrijving

Slide 6 - Quizvraag

Ik ben wat later, want ik heb de tram gemist.
A
opsomming
B
tijd
C
reden, oorzaak, gevolg
D
voorwaarde

Slide 7 - Quizvraag

Om de finale te bereiken, moeten we nog twee wedstrijden winnen.
A
voorbeeld
B
verduidelijking
C
doel, middel
D
toegeving

Slide 8 - Quizvraag

Als je goed oplet, haal je betere cijfers.
A
opsomming
B
tijd
C
reden, oorzaak, gevolg
D
voorwaarde

Slide 9 - Quizvraag

Er zijn verschillende manieren om fit te blijven, zo kun je dagelijks een lange wandeling maken.
A
voorbeeld
B
verduidelijking
C
doel, middel
D
toegeving

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Link

1. Lees de tekst over de fatbikes. 
2. Vul de juiste signaalwoorden in. 
3. Wat vind jij? Is het een goed idee om een minimumleeftijd van 14 jaar en helmplicht in te voeren voor de fatbike? 
Overleg alleen fluisterend met diegene naast je.

Slide 12 - Tekstslide


1: maar
2: maar
3: Ook
4: dus
5: waardoor

Slide 13 - Tekstslide

Maak opdracht 1, 3, 4, 5 en 6 (blz. 50).

Overleg alleen fluisterend. 

Slide 14 - Tekstslide


1. Schrijf zo veel mogelijk tekstverbanden op. 
2. Schrijf zo veel mogelijk functiewoorden op. 

Slide 15 - Tekstslide