les 2 lessenserie 2h7 K5 Essen

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Was machen wir heute?

• Kontrollieren Hausaufgaben

•  Hören Pizzaservice

• Lesen Frühstück

Die Lernziele:

• Aan het eind van de les heb ik het huiswerk van de vorige les netjes in mijn schrift nagekeken en eventueel verbeterd.

• Aan het eind van de les heb ik geoefend met spreken over etensvoorkeuren in het Duits.

• Aan het eind van de les kan ik de u en ü juist uitspreken.

• Aan het eind van de les kan ik een bestelling bij een Duitse pizzaservice begrijpen.

• Aan het eind van de les heb ik mijn woordkennis over het thema Frühstück vergroot.

Wörter overhoren

de koffie

het toetje

de rijst

het bord

de thee

de suiker

Wörter overhoren

de koffie = der Kaffee

het toetje = der Nachtisch

de rijst = der Reis

het bord = der Teller

de thee = der Tee

de suiker = der Zucker

Kontrollieren Hausaufgaben

2, 4b, 5, 6, 7 (vul bij 7b de opdracht voor je zelf in) 

Welche Aufgaben fandst du schwierig?

Kontrollieren Aufgabe 2

Die Zutat - het ingrediënt

brauchen - nodig hebben

das Getreide - het graan

die Ausbildung - de opleiding

die Geschwindigkeit - de snelheid

Kontrollieren Aufgabe 4

Kontrollieren Aufgaben 5 und 6

Aussprache u und ü

u -> zoals de oe in het Nederandse woord koe

und

ü -> zoals de uu in het Nederlandse woord vuur

für

Sprechen

Spreche mit deinem Nachbar / deiner Nachbarin.

7b: praat afwisselend over de producten die je op de afbeelding ziet. Let op de uitspraak van u en ü. 

    Vergiss nicht, die Rollen zu wechseln!

Aufgabe 12 a und b Pizzaservice

Hören Bestellungen beim Pizzaservice

Kunde= klant

Straße = straat

Zwiebel = ui

Schinken = ham

Beilagen = bijgerecht

Getränke = dranken

Was isst du zum Frühstück?

Aufgabe 13 Lesen Was isst du zum Frühstück?

Waar denk je dat de tekst over gaat?

Kijk naar de titel, afbeelding en de bron

Hausaufgaben

Machen 9, 10, 11 und 13

Lernen Wörter het bord - het water (NL-DU) auf S. 172

Neem voor de volgende les stiften of potloden mee!

Die Lernziele:

• Aan het eind van de les heb ik het huiswerk van de vorige les netjes in mijn schrift nagekeken en eventueel verbeterd.

• Aan het eind van de les heb ik geoefend met spreken over etensvoorkeuren in het Duits.

• Aan het eind van de les kan ik de u en ü juist uitspreken.

• Aan het eind van de les kan ik een bestelling bij een Duitse pizzaservice begrijpen.

• Aan het eind van de les heb ik mijn woordkennis over het thema Frühstück vergroot.

Was hast du in dieser Unterrichtsstunde gelernt?