1.4: Water als hulpbron

Vandaag:

- Nakijken huiswerk

- Water als hulpbron (paragraaf 1.2)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag:

- Nakijken huiswerk

- Water als hulpbron (paragraaf 1.2)

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de bron.
Schrijf de namen op van drie landen waarnaar
het Midden-Oosten vooral aardolie zal exporteren.
Leg je antwoord uit.
A
Vs, China en Duitsland
B
Egypte, Sudan en Equador, want die zijn heel klein op deze foto, dus hebben ze weinig aardolie
C
Landen in Verenigde Staten, Duitsland en China. want dat zijn de enige welvarende landen met niet voldoende olie
D
saudie arabie, irak en venezuela omdat je die het grootste zijn afgebeeld

Slide 2 - Quizvraag

Let op:
- Groot afgebeeld betekent veel (dus genoeg?) olie 
- Er wordt alleen geëxporteerd naar landen die geen / te weinig olie hebben
- Landen die veel olie nodig hebben zullen rijk zijn (hoe rijker, hoe meer olie een land gebruikt)

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 24:
Had iedereen goed

(welke regio produceert meeste olie en gas - Midden-Oosten)

Slide 4 - Tekstslide

Vraag 25:
Hadden veel mensen goed

(welke regio's importeren het meeste olie en gas - Europa en Verre Oosten)

Let op: Sommigen noemen 1 regio!
Enkeling noemt verkeerde 2e regio!

Slide 5 - Tekstslide

Vraag 26:
Bekijk de kaartbladen ‘De wereld – Energie/Mijnbouw’.
Bedenk twee verklaringen waarom de VS veel meer energie importeert dan Rusland.

(aantal inwoners + rijker, dus meer consumptie, dus meer energie nodig)

Let op: veel mensen noemen alleen de 1e verklaring!

Slide 6 - Tekstslide

Water als hulpbron

Slide 7 - Tekstslide

Stelling: Veel deskundigen verwachten dat in de toekomst het grootste probleem de toegang tot (veilig) drinkwater is
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Welk soort water is voor de mens het meest bruikbaar?
A
Zoet water
B
Zout water
C
Verdampt water
D
Bevroren water

Slide 9 - Quizvraag

Wat bepaalt de voorraad zoet water per persoon?
A
Bevolkingsdichtheid
B
Neerslag
C
Verdamping
D
Rivieren

Slide 10 - Quizvraag

In welk land is de voorraad zoet water per persoon het laagst?
A
Rusland
B
Brazilië
C
Australië
D
India

Slide 11 - Quizvraag

Voorraad

Slide 12 - Tekstslide

In welk land is het gebruik van zoet water per persoon het hoogst?
A
Verenigde Staten
B
Saoedi-Arabië
C
Brazilië
D
Nederland

Slide 13 - Quizvraag

Verbruik

Slide 14 - Tekstslide

Waterbalans
Er in
Er uit
Meer water er in, dan er uit: Toename wateropslag (oppervlakte of bodemwater)

Meer water er uit, dan er in:
Afname wateropslag
(oppervlakte of bodemwater)

Of

Afname niet-vernieuwbaar water
(grondwater uit diepe gesteentelagen)

Slide 15 - Tekstslide

Watervoetafdruk
Al het water dat jij óf een land verbruikt, per jaar

2% direct (douchen, drinken)
98% indirect (hebben bedrijven nodig om producten te maken)

Slide 16 - Tekstslide

Water wordt indirect geïmporteerd en geëxporteerd.
Leg uit hoe water indirect kan worden geimporteerd/geëxporteerd.

Slide 17 - Open vraag

Water importeren
Er is (veel) water nodig voor productie:

T-shirt: 2700 liter water
1 kilo tomaten: 180 liter water
1 kilo rijst: 3400 liter water
1 kilo biefstuk: 15.000 liter water

Gewassen hebben water nodig om te groeien en te worden schoongemaakt, dieren drinken water en in fabrieken is veel water nodig voor koeling en schoonmaak. 

Door handel in producten --> Veel "indirect" handel in watergebruik

Slide 18 - Tekstslide

Welk land exporteert het meest indirect water?
A
Mexico
B
Saoedi-Arabië
C
Rusland
D
China

Slide 19 - Quizvraag

Waterimport

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk:
Aan de slag met LessonUp

Volgende keer:
Mineralen, gesteentes en ertsen

Slide 21 - Tekstslide