2M Unit 2 lesson 2 en boektoets

• Engels
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

2M Unit 2 lesson 2 en boektoets

Start by putting your books  and device on the table and reading your reading book , no reading book, please report it and start copying the pages of irregular verbs (150/151)

Lesson 2.1

What did we learn last lesson?

many gebruik je voor een woord dat

1. je kan tellen
2. je niet kan tellen

woorden die niet niet kan tellen zijn

1. mensen, dieren, dingen
2. tijd, geld, vloeibare dingen

Om korte worden te vergelijken en te overtreffen gebruik je?

Om woorden van meer dan 2 lettergrepen te vergelijken/overtreffen gebruik je?

Geef de trappen van good en
bad!!

Lesson 2.2

Remember the Past Simple? 

At the end of this lesson you will!

Let's start together

try out

Reading and vocab

11 t/m 16

Now some grammar

Past Simple

Past Simple

1. I have just bought a nice car
2. I bought a nice car yesterday
3. I buy a nice car every year
4. I'm buying a nice car

Een Past Simple van een regelmatig ww maak je

1. met stam +s
2. met stam + did
3. met stam + ed
4. met have/has + voltdw

Een Past Simple van een onregelmatig ww

1. kan je altijd opzoeken
2. is altijd met een d
3. is niet belangrijk
4. moet je leren

Een vragende zin de de Past Simple begint altijd met

1. Did
2. Do
3. Has
4. Have

Bij een ontkennende zin in de Past Simple gebruik je

1. didn't + vt
2. don't + stam
3. didn't + stam
4. don't + vt

2.2

Now start working on and finish 2.2

(homework: 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18 and 19)

What did you learn today?

Booktest

when done hand in the test and ask to go to the mediatheek to find yourself a new book!

Leesboek opdracht 1

Schrijf als eerste de titel en de schrijver van het boek op!

1. Schrijf in ongeveer een ½ A4 een samenvatting van het boekje. ( heel algemeen)

2. Beschrijf het einde van het boekje ook in ongeveer een ½ A4 ( meer in detail)

3. Verzin een ander einde aan het boekje en leg uit waarom je daar voor kiest.(ook ongeveer een ½ A4)

4. Geef een cijfer aan het boekje en leg uit waarom je het cijfer geeft.