LES 3a/b week 44 - HOOFDSTUK 3 Strux KLANTEN HELPEN

• detailhandel
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

RETAIL & VERKOOP

HOOFDSTUK 3

KLANTEN HELPEN

Deze les:

• Maak je hoofdstuk 3 van je strux boek.
• Dit hoofdstuk gaat over klanten helpen.

Lesdoelen:

Dit hoofdstuk gaat over

• een klant iets aanwijzen
• een product voor de klant erbij halen
• een andere maat voor de klant pakken
• even meelopen met de klant

Terugblik

De afgelopen twee weken heb je hoofdstuk 1 Klanten ontvangen en hoofdstuk 2 Criminele derving voorkomen gemaakt.

We starten deze les met een korte terugblik op deze hoofdstukken.

Waarom is het belangrijk dat je een klant goed observeert (bekijkt in de winkel)? Schrijf tenminste 3 punten op.

Je kunt zien of een klant hulp nodig heeft.

Je kunt zien of een klant diefstal pleegt.

Je kunt zien of de klant een artikel stuk maakt.

Je kunt zien dat een klant iets niet kan vinden.

Er zijn verschillende voorbeelden van criminele derving. Welke voorbeelden weet je nog?

1. Noem 3 dingen waarmee je een klant in een winkel kunt helpen.

2. Wat doe je als een klant vraagt waar ze het zout kan vinden en je weet het antwoord niet?

3. Noem 3 voorbeelden van vragen die een klant in een kledingwinkel kan stellen.

4A. In welk verkoopsysteem help je klanten het vaakst?

4B. In welk verkoopsysteem help je klanten het minst vaak?

5. Met welk verkoopsysteem zou je het liefst willen werken? Wat zijn de voor- en nadelen daarvan?

6A. Een klant vraagt waar ze de soep kan vinden. Wat doe je?

1. Ik wijs de klant netjes waar de soep staat
2. Ik loop naar de soep, pak een blik en breng het naar de klant

6B. Een klant vraagt of een jurk er ook in maar L is. Deze maat hangt niet in het rek. Wat doe je?

1. Ik wijs de klant netjes aan waar het magazijn is
2. Ik ga naar het magazijn, zoek de juiste maat en geef deze aan de klant

7. Waarom geef je een schoen aan met de hak naar de klant toe?

Lees eerst de casus. Maak daarna vraag 8.

Er is nog maar 1 Levi's 501 herenspijkerbroek in maat 34.

Je spreekt met een klant af dat je deze spijkerbroek tot woensdagavond voor hem zult achterhouden.

8A. Op dinsdag komt er een andere klant die precies die spijkerbroek wil kopen. Wat doe je?

8B. Op donderdag is de spijkerbroek nog steeds niet opgehaald. Leg je de broek terug in de winkel? Leg uit.

9. Je werkt in een supermarkt. Een klant vraagt waar de koffie staat. Je weet precies de koffie te vinden.

1. Zelf afhandelen
2. Collega erbij halen

10. Je werkt in een kledingwinkel. Een klant heeft een klacht over een bloes en wil haar geld terug.

1. Zelf afhandelen
2. Collega erbij halen

Klachten

Geef bij de volgende situaties aan of er sprake is van een klacht.

11. Een klant heeft vorige week een zwart hemdje gekocht. Ze wil het hemdje nu ook in het wit hebben.

1. JA
2. NEE

12. Een klant heeft een pak melk gekocht. Thuis aangekomen bleek de houdbaarheidsdatum verstreken.

1. JA
2. NEE

13. Een klant in een supermarkt vraagt waar ze de kaasfondue kan vinden.

1. JA
2. NEE

14. Een klant koopt een nieuwe fiets. Na een week doen de voor- en achterlamp van de fiets het niet meer.

1. JA
2. NEE

Evalueren:
vat kort samen wat je hebt geleerd van deze les

Heb je nog tips, vragen of verbeterpunten. Schrijf ze hier op!