week 22 bezittelijk voornaamwoord

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + etui + planagenda 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Du hast 2 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 
  • mobiel in de wandtas
  • oortjes uit
  • je zit op je vaste plek
timer
2:00
Voordat de docent begint met de les heb je op tafel
  • werkboek + schrift + etui + planagenda 

Slide 1 - Tekstslide

Wie is aanwezig?
Huiswerk niet af of geen spullen bij?  Geef dit aan als ik je naam roep!

Slide 2 - Tekstslide

Was machen wir heute?
- herhaling kloktijden
- leesvaardigheid oefenen
- het bezittelijk voornaamwoord







Slide 3 - Tekstslide

Kloktijden 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hulpwoorden bij de kloktijden
Uhr
uur
halb
half
Minuten
minuten
Viertel vor
kwart voor
Viertel nach
kwart over
vor 
voor
nach
over

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de vertaling van "voor" bij kloktijden?

Slide 7 - Open vraag

Wat is de vertaling van "kwart" bij kloktijden?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de vertaling van "over" bij kloktijden?

Slide 9 - Open vraag

Schrijf de kloktijd in het Duits op:

kwart over één

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de kloktijd uit in het Duits:
13:15

Slide 11 - Open vraag

Schrijf de kloktijd uit in het Duits:
11:50

Slide 12 - Open vraag

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Begin met 'Het is ...

Slide 13 - Open vraag

Schrijf de kloktijd voluit in het Duits:
Begin met 'Het is ...

Slide 14 - Open vraag

nakijken
- vanaf blz. 95 opdracht 8/ 9 / 10
- vanaf blz. 96 opdracht 1 / 5

Slide 15 - Tekstslide

Kloktijden
Um halb drei
Um Viertel vor vier
Um Viertel nach neun
Um fünf vor eins
Um zehn nach zwölf
Es ist dreizehn Uhr vierzig
Om half drie
Om kwart voor vier
Om kwart over negen
Om vijf voor één
Om tien over twaalf
Het is dertien uur veertig

Slide 16 - Sleepvraag

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is in het Nederlands een bezittelijk voornaamwoord?

Slide 17 - Tekstslide

bezittelijke voornaamwoorden

Slide 18 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de extra -e?
A
bij das-woorden (O)
B
bij die-woorden (V)
C
bij der-woorden (M)
D
bij de meervoud (MV)

Slide 19 - Quizvraag

Das ist mein/meine Kakao (m).
A
mein
B
meine

Slide 20 - Quizvraag

Das sind dein/deine Bonbons (mv).
A
dein
B
deine

Slide 21 - Quizvraag

Das ist euer/eure Haus(o).
A
euer
B
eure

Slide 22 - Quizvraag

zelfstandig en stil werken:
timer
10:00
Klaar?:
oefenen leesvaardigheid:
- vanaf blz. 98 opdracht 6
- vanaf blz. 100 opdracht 10

Slide 23 - Tekstslide

Tschüss

Slide 24 - Tekstslide