In deze les zitten 20 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
voornaamwoorden
Vandaag gaan we het hebben over het:
Wederkerende voornaamwoord
en het
Wederkerige voornaamwoord
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
- Ik kan de wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen en onderscheiden.
Slide 2 - Tekstslide
Het wederkerig voornaamwoord
Slide 3 - Tekstslide
Wederkerig voornaamwoord
Het wederkerig voornaamwoord komt voor in drie vormen:
elkaar
mekaar
elkander
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeelden met wederkerig vnw
Wij houden van elkaar.
Ze hebben elkander gevonden.
Ze maken mekaar het leven zuur.
Slide 5 - Tekstslide
Het wederkerend voornaamwoord
Slide 6 - Tekstslide
Wederkerend voornaamwoord
Zich is altijd een wederkerend voornaamwoord.
Me, je ons, u kunnen pers.vnw, bez. vnw of wed. vnw zijn.
Tip: zet de zin in de hij-vorm
hij of hem --> pers. vnw
zijn --> bez. vnw
zich --> wed.vnw
Slide 7 - Tekstslide
Wederkerende voornaamwoord
Het is een voornaamwoord dat bijna altijd verwijst naar het onderwerp van een zin. Ze komen vooral voor bij wederkerige werkwoorden* als: 'zich herinneren .
Voorbeelden van wederkerende voornaamwoorden zijn: 'me' 'mij' 'mezelf', 'u', 'zich', 'ons', 'onszelf' en 'zichzelf
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeelden wederkerende vnw
Ik verheug me op de vakantie.
Bij het schillen van de aardappels heb ik me/mezelf gesneden.
Jij past je altijd gemakkelijk aan.
U kunt u/zich hier omkleden.
De kapper scheert zich/zichzelf het liefst met een ouderwets scheermes.
Iedereen kan leren zich/zichzelf te verdedigen.
Jan vroeg Karel of die zichzelf herkende op de politiefoto’s.
Wij vragen ons af of je morgen komt.
Slide 9 - Tekstslide
Wederkerende werkwoorden
Wederkerende voornaamwoorden komen het vaakst voor in combinatie met wederkerende werkwoorden.
Waar wat zijn wederkerende werkwoorden eigenlijk?
Kijk maar even mee:
Slide 10 - Tekstslide
Wederkerende werkwoorden
Verplicht wederkerende werkwoorden:
zich vergissen, zich ergeren, zich schamen
ik vergis me, jij vergist je, hij vergist zich, zij vergist zich
wij vergissen ons, jullie vergissen je, zij vergissen zich
Het onderwerp komt dus in een andere vorm terug
Slide 11 - Tekstslide
Wederkerende werkwoorden
Toevalligwederkerende werkwoorden
wassen kan worden gecombineerd met zich, maar dat hoeft niet
zich wassen: ik was me, jij wast je, hij wast zich
iemand wassen: ik was jou, ik was je handen, hij wast ons, hij wast onze baby
Het onderwerp komt dus niet altijd in een andere vorm terug. Het werkwoord kan ook gevolgd worden door een pers.vnw of een bez.vnw!!
Slide 12 - Tekstslide
Testje
Ik vergis me
Hij vermaakt zich
Hij vermaakt het kind
Hij vermaakt haar
In welke zin(nen) komt het onderwerp niet terug?
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeelden
Slide 14 - Tekstslide
Vraag: 1/2
Slide 15 - Tekstslide
Antwoorden
Slide 16 - Tekstslide
Bonus
En dan nu nog even een filmpje waarin het nog een keer wordt uitgelegd!
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Resumerend
De lesdoelen waren:
Ik kan de wederkerende en wederkerige voornaamwoorden herkennen en onderscheiden.