Exercice 5 - compréhension globale
1 een lezer die vertelt over zijn vakantie
2
3 e
4 b
5 c
6 d
3 a Positieve woorden: j’ai de la chance, chouette, heureusement, mon plus beau souvenir, merveilleux, délicieux, cool, les plus belles vacances de ma vie
Negatieve woorden: cher, saison des pluies et des cyclones, pas tout aimé, longue et difficile, impossible, dommage, dur, tristes
b vooral positief: de tekst bevat veel positieve woorden en het is de mooiste vakantie van zijn leven geweest.