Online Unit 3 Australia lesson 2B

Welcome online!
What do you need?

  1. Your book, your notebook & a pen/pencil.
  2. Your laptop/tablet/Ipad 
  3. Your mobile (for quizzes)
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Welcome online!
What do you need?

  1. Your book, your notebook & a pen/pencil.
  2. Your laptop/tablet/Ipad 
  3. Your mobile (for quizzes)

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today
1. Welcome & lesson goals (5 minutes)
2. Grammar woordvolgorde (5 minutes)
3. Work to do (10 minutes)
4. Homework & end of lesson (5 minutes)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Lesson goals
  1. Students can use 'place' and 'time' correctly in sentences.
  2. Students know half of the words of page 123.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Bepalingen van plaats & tijd

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatsbepalingen: zeggen WAAR iets gebeurt!
  1. Did you leave your bag at home?
  2. Liv is still at school.
  3. I'm playing a game in my room.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaatsbepalingen: zeggen WAAR iets gebeurt!
  1. Did you leave your bag at home?
  2. Liv is still at school.
  3. I'm playing a game in my room.
Bepalingen van plaats:
Aan het EIND van de zin. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdsbepalingen zeggen WANNEER iets gebeurt.
  1. We watched a good film last week.
  2. Mom left 5 minutes ago.
  3. Tomorrow, we're going back to school.
  4. Next holiday, I'm going to Italy.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdsbepalingen zeggen WANNEER iets gebeurt.
  1. We watched a good film last week.
  2. Mom left 5 minutes ago.
  3. Tomorrow, we're going back to school.
  4. Next holiday, I'm going to Italy.
Bepalingen van tijd mogen op 2 plaatsen:
Helemaal vooraan óf achteraan de zin

Slide 8 - Tekstslide

Als je bepaling van tijd VOORAAN zet, dan benadruk je wanneer iets gebeurt. Komt dan altijd een 'komma' na de beapling van tijd. 
Maar.... 
wat als er plaats én tijd in één zin staan???

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Question?
Welke letter komt er eerst in het alfabet?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

...dus PLAATS komt voor TIJD.
  1. Tom was at school this morning.

  2. Mom was at work half an hour ago.

  3. My sister has been in her room all day.  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Work to do

Exercise 1, 2, 3, 4, 5 

Online :-) 
Magister->leermiddelen-> All Right! -> Unit 2 Australia -> paragraaf 3.2 Listening

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

4. Homework 
Learn the words of page 123 from ‘abandoned’ to ‘hangplek.

Learn grammar ‘woordvolgorde’ page 124

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

End of lesson
Do you have any questions?

Tips? Tops?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies