Leertaak 8.6 Bloedsomloop

Leertaak 8.6 Bloedsomloop
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Leertaak 8.6 Bloedsomloop

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Bouw en werking van het hart
Zo groot als een gebalde vuist
Je hart groeit met je lichaam mee
Pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt

4 holle ruimtes
Linkerboezem, stroomt zuurstofrijk bloed uit longen binnen
Linkerkamer: pompt zuurstofrijke bloed het lichaam rond (aorta)
Rechterboezem: stroomt zuurstofarm bloed uit lichaam binnen
Rechterkamer: pomp zuurstofarme bloed naar de longen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Kransslagaders:
  • Kleine bloedvaatjes buitenkant hart
  • Vaatjes zorgen ervoor dat hartspier voldoende zuurstof krijgt
Hartkleppen:
  • Aortaklep: tussen linkerkamer en grote lichaamsslagader (aorta)
  • Mitralisklep: tussen linkerboezem en linkerkamer
  • Pulmalisklep: tussen rechterkamer en longslagader
  • Tricuspidalisklep: tussen rechterboezem en rechterkamer

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Tekstslide

Bloedsomloop
Kleine Bloedsomloop

  • Zuurstofarm bloed binnen in de rechterboezem van het hart
  • Het hart pompt via de rechterkamer  en longslagader naar de longen
  • In de longe geeft het bloed koolzuur af en neemt het zuurstof op
  • Zuurstofrijke bloed stroomt door de longaderen terug naar het hart (linkerboezem)

Slide 9 - Tekstslide

Grote Bloedsomloop
Loopt vanuit het hart naar alle delen van het lichaam
Linkerkamer pomp het zuurstofrijke bloed via aorta het lichaam in
Aorta vertakt zich tot kleinere vaten en haarvaten
Organen gebruiken voedingsstoffen en zuurstof uit de haarvaten
Geven hun afvalstoffen af aan haarvaten
Zuurstofarme bloed gaat via aders weer terug naar het hart de rechterboezem (onderste en bovenste holle aders)

Slide 10 - Tekstslide

Bloedvaten
Volwassene heeft ongeveer 5 liter bloed
Drie soorten bloedvaten
Slagaders
vervoeren zuurstof en voedingsstoffen van het hart naar rest van het lichaam
Behalve longslagaders, die vervoeren zuurstof arm bloed --> longen
Dikke elastische wan waarmee ze druk op die op vaatwand staat goed kunnen opvangen
Aders (venen)
Bloed naar hart toe, 
Bevat koolzuurgas en weinig zuurstof 
Behalve longader, die vervoert zuurstofrijk bloed
Minder druk op, dunnere wand en bevat kleppen zodat bloed niet terugstroomt
Haarvaten
Kleine vaten rondom de organen
Geven voedingsstoffen af 
Nemen afvalstoffen op en voeren die af

Slide 11 - Tekstslide

Inwendig letsel
Hersenletsel, hartinfarct, hartstilstand zijn ernstige inwendige verwondingen.

Beroerte (CVA) is een verzamelnaam voor verschillende problemen met de bloedvoorziening van de hersenen.
Herseninfarct: een bloedpropje sluit een bloedvat in de hersenen af
Hersenbloeding: een bloedvat in de hersenen barst open
TIA (Transient Ischemic Attack): er is een kortdurende afsluiting van een bloedvat in de hersenen. (valt niet onder de noemer van een beroerte/CVA).
Bij alle 3 krijg je uitvalsverschijnselen. Bij een TIA zijn deze verschijnselen tijdelijk.

Slide 12 - Tekstslide

Uitvalverschijnselen
Mond, Spraak Arm… Beroerte Alarm!

Zicht aan één oog wazig
Gezichtsveld valt weg
Mond trekt scheef
Onduidelijk praten
Geen kracht

Oorzaken veelvoorkomend: hoge bloeddruk, roken, diabetes, ouderdom, ongezonde levensstijl.

Slide 13 - Tekstslide

Hart aandoeningen
Angina pectoris. Hartkramp door vernauwing kransslagaders. Er gaat minder zuurstof naar het hart. Slagaderverkalking. (vaak voorloper van Hartinfarct).
Hartinfarct: Acute aandoening. Een deel van de hartspier sterft af door onvoldoende toevoer zuurstofrijk bloed.
Hartstilstand: Het hart stopt plotseling met kloppen.
Hartfalen: pompfunctie neemt langzaam af
Hartritmestoornissen: normale hartslag tussen 60-100 slagen. Te snel (tachycardie 100 slagen of meer, of te laag (bradycardie onder de 60)

Slide 14 - Tekstslide

Zuurstof opnemen in het bloed en CO2 afgeven aan de lucht is een functie van:
1
A
De grote bloedsomloop
B
De kleine bloedsomloop
C
Het hart
D
De grote- en de kleine bloedsomloop

Slide 15 - Quizvraag

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D

Slide 16 - Quizvraag

Kleine bloedsomloop
Lichaam
Grote bloedsomloop
Hart
Longen

Slide 17 - Sleepvraag

Linkerboezem
Rechterboezem
Rechterkamer
Linkerkamer
Aorta
Onderste holle ader
Bovenste holle ader
Longslagader
Longader

Slide 18 - Sleepvraag


In slagaders zit altijd zuurstofrijk bloed?
A
Ja
B
Nee

Slide 19 - Quizvraag


Wat is normale bloeddruk?
A
90 / 60
B
140 / 90
C
120 / 80
D
160 / 100

Slide 20 - Quizvraag

Boezems zijn de onderste holtes van het hart.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag


Welke drie soorten bloedvaten zijn er?
A
Aorta, slagaders en aders
B
Aorta, aders en haarvaten
C
Aorta, slagaders en haarvaten
D
Slagaders, aders en haarvaten

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de volgorde van de
grote bloedsomloop?
A
Rechter kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, linker boezem
B
Rechter kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, linker boezem
C
Linker kamer, aorta, organen en weefsels, onderste en bovenste holle ader, rechter boezem
D
Linker kamer, onderste en bovenste holle ader, organen en weefsels, aorta, rechter boezem

Slide 23 - Quizvraag


Hoe loopt de kleine bloedsomloop
(heel kort)?
A
hart, longen, hart
B
hart, lichaam, hart
C
lichaam, hart
D
longen, hart

Slide 24 - Quizvraag

Welk groot bloedvat ontspringt uit de rechterkamer van het hart?

A
bovenste holle ader
B
longslagader
C
aorta
D
longader

Slide 25 - Quizvraag

hoeveel hartkleppen heeft het hart?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 26 - Quizvraag

Dankzij hartkleppen stroomt bloed niet terug in de:
A
Boezems
B
Kamers

Slide 27 - Quizvraag