Dichtheid

H2 stoffen 
 dichtheid


1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H2 stoffen 
 dichtheid


Slide 1 - Tekstslide

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren

Slide 3 - Quizvraag

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water

Slide 4 - Quizvraag

Een symbool voor massa kan zijn...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 5 - Quizvraag

Formuledriehoek
______
X
6
3
2

Slide 6 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 7 - Tekstslide

Dichtheid
Hier heb je 8 bolletjes in 1 cm3 dus kleinere dichtheid.
Dichtheid = 8
cm3g
Hier heb je 27 bolletjes in 1 cm3 dus grotere dichtheid.
Dichtheid = 27
cm3g

Slide 8 - Tekstslide

Dichtheid
Dichtheid,
massa en volume

Slide 9 - Tekstslide

Dichtheid (ρ)
dichtheid= massa/volume
                        (gewicht/inhoud)


Slide 10 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 11 - Tekstslide

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Sleep de letters op de juiste plek in de formuledriehoek
X
m
V
p

Slide 15 - Sleepvraag


Op de afbeelding hiernaast zie je 2 sinaasappels in water. 

Welke dichtheid is het grootst?
A
Die van water
B
die van de geschilde sinaasappel
C
die van de gepelde sinaasappel
D
Die van lucht

Slide 16 - Quizvraag

Erica wil onderzoeken of ijzer zwaarder of lichter is dan aluminium.
Ze moet dan opletten dat de stukjes die ze gaat vergelijken:
A
Even groot zijn
B
Even zwaar zijn
C
Even warm zijn
D
Even hard zijn

Slide 17 - Quizvraag

cm3
gram
gram/cm3
massa
volume
dichtheid

Slide 18 - Sleepvraag

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 19 - Quizvraag


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 20 - Quizvraag

Huiswerk
Proefje 2 (uit hoofdstuk 3) Voorbereiden
- je hebt gelezen wat je moet doen
- je hebt een klein spiekbriefje gemaakt met de stappen

Slide 21 - Tekstslide