2.1 Snelheid en gemiddelde snelheid (2) GRT

Welkom m/h2!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je nask boek op tafel te leggen. 

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom m/h2!
Voor de start van de les wil ik je vragen om...
- ... je iPad in de tas te laten.
- ... je nask boek op tafel te leggen. 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.1
Na de les;
Je kent nu de volgende begrippen:
  • Snelheid en gemiddelde snelheid
  • Grootheid en eenheid
  • Meetinstrument
  • Analoog en digitaal
  • Je kunt afstand en tijd omrekenen naar andere eenheden.
  • Je kunt het verschil uitleggen tussen snelheid en gemiddelde snelheid.



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid en Gemiddelde snelheid
Frankrijk

  • 1000 kilometer
  • 10 uur onderweg

1000:10 is 100 km/h


Slide 3 - Tekstslide

De afstand naar Zuid-Frankrijk is 1000 km. De rit duurt 10 uur. De gemiddelde snelheid reken je uit door de afstand te delen door de tijd. De snelheid van 100 km/h heet de gemiddelde snelheid.
Digitaal meetinstrument
Geeft direct de waarde

Analoog meetinstrument
Zelf aflezen, Schatten tussen de streepjes

Slide 4 - Tekstslide

Grootheden meet je met een meetinstrument. Een digitale meter geeft direct de gemeten waarde. Hier staat 120 km/h op het scherm.

Een analoge meter heeft vaak een wijzer die over een schaalverdeling beweegt. Als de wijzer niet precies op een streepje staat, dan maak je een schatting door naar de dichtstbijzijnde streepjes te kijken. Hier staat de wijzer tussen de 230 en 240 km/h en net iets over de helft. De snelheid is dus 236 km/h.

Grootheden en Eenheden
Grootheid
iets wat je kunt meten
Eenheid
waar je een grootheid in uitdrukt


Slide 5 - Tekstslide

Iets wat je kunt meten, noem je een grootheid. Je kunt meten wat de afstand is die de slak in een bepaalde tijd aflegt.

Een getal alleen is niet genoeg om duidelijk te maken wat je bedoelt. De afstand is hier aangegeven in centimeter. Dit noem je de eenheid.


Grootheden en Eenheden
Symbolen grootheden

snelheid: v
afstand: s
tijd: t
Afkortingen eenheden

uur: h
kilometer: km

Slide 6 - Tekstslide

Grootheden en eenheden geef je kort weer met een symbool. De symbolen zijn logisch als je kijkt naar de Engelse woorden.

Voor snelheid gebruik je de letter “v” en voor afstand de letter “s”.
Hiernaast zie je hoe je een snelheid van 100 km/h kort opschrijft.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 2.1
Je kent nu de volgende begrippen:
  • Snelheid en gemiddelde snelheid
  • Grootheid en eenheid
  • Meetinstrument
  • Analoog en digitaal
Je kunt afstand en tijd omrekenen naar andere eenheden.

Je kunt het verschil uitleggen tussen snelheid en gemiddelde snelheid.



Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
1) Wat: Lees 2.1 (p. 42 + 44 van je boek)
     Hoe: Je start voor jezelf, in stilte. 

1)
Wat: Maak 2.1 opdr. 7 t/m 14 (p. 45 + 47)
     Hoe: Je start voor jezelf, in stilte. 

De 1e tien minuten werk je voor jezelf in stilte, daarna mag je overleggen met je buur en loop ik langs voor vragen.

2.1 afmaken is huiswerk voor de volgende les!
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies