Kennismaking UV HF1

Werken in de uiterlijke verzorging
Hoofdstuk 1
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 3,4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Werken in de uiterlijke verzorging
Hoofdstuk 1

Slide 1 - Tekstslide

Kennismaken
Draai aan het rad en vertel meer
over het onderwerp!

Bijvoorbeeld:
  • Mijn favoriete make-up is...
  • Ik wil graag mijn eigen salon omdat...
  • Mijn wenkbrauwen zijn wel eens verpest en zag er zo uit...
  • Ik heb wel eens mijn wenkbrauwen laten verven en
       dat vond ik wel/niet mooi, omdat...

Slide 2 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
  • Welke beroepen er zijn binnen de branche uiterlijke verzorging.
  • Hoe je werkhouding moet zijn.
  • Welke opleidingen je kunt kiezen en wat je daarvoor nodig hebt.

Slide 3 - Tekstslide

De werkplekken
Sector haarverzorging
- Kapper
- Kleurspecialist
- Black hair
- Scheren
- Extensionsspecialist

Sector schoonheidsverzorging
- Schoonheidsspecialiste
- Manicure
- Nagelstylist
- Pedicure
- Visagist
- Masseur

Slide 4 - Tekstslide

Haarverzorging
Er zijn verschillende behandelingen die een kapper aanbied:
  • Knippen
  • Snijden
  • Kleuren
  • Ontkleuren
  • Permanenten
  • In model of volume föhnen
  • Krullen
  • Stijlen

Slide 5 - Tekstslide

Specialiseren in het kappersvak
Je kunt ervoor kiezen om een extra opleiding te volgen zodat jij de klant meer te bieden hebt.

Voorbeelden van specialisaties:
  • (Bruids)visagie
  • Extension
  • Black hair
  • Kleurspecialist

Slide 6 - Tekstslide

Aan de slag
  • Bekijk de video over  'het kappersvak' .
  • Beantwoord de vragen van opdracht 1.01 op bladzijde 22 van je werkboek.

Slide 7 - Tekstslide

Schoonheidsverzorging
Als professional in de schoonheidsverzorging houd jij je bezig met:
  • Huid
  • Lichaam
  • Handen
  • Voeten
  • Make-up

Slide 8 - Tekstslide

Specialiseren in het schoonheidsvak
Je kunt ervoor kiezen om een extra opleiding te volgen zodat jij de klant meer te bieden hebt.

Voorbeelden van specialisaties:
  • (Bruids)visagie
  • Manicure
  • Nail art
  • Acné

Slide 9 - Tekstslide

Werkhouding
  • Samen werken
  • Initiatief tonen
  • Zelfstandig werken
  • Flexibel zijn
  • Representatief

Slide 10 - Tekstslide

Opleiding
Het mbo werkt met toelatingseisen:
  • wat moet je kennen en kunnen.
  • (vmbo) diploma bezitten.

Voorbeelden van toelatingseisen:
  • Niveau op het vmbo
  • Cijferlijst
  • Werkhouding

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
  • Lezen en opdrachten maken hoofdstuk 1 (bladzijde 18 t/m 27).
  • Praktijkopdracht 1 'Werken in de uiterlijke verzorging' maken (bladzijde 141 t/m 150). 
  • Test je kennis: Hierna volgen een aantal vragen over de theorie.

Slide 12 - Tekstslide

Wat betekent branche?
A
Een opleiding op het MBO
B
Alle bedrijven die zich met hetzelfde bezighouden.
C
Bedrijven die zich met verschillende onderdelen in de uiterlijke verzorging bezighouden.
D
Een kapper die zich heeft gespecialiseerd.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een specialisatie binnen de uiterlijke verzorging?
A
Men weet erg veel van een onderdeel van het beroep binnen de uiterlijke verzorging.
B
Men heeft extra opleiding buiten de uiterlijke verzorging gevolgd.
C
Men weet nog niet zoveel van een onderdeel van het beroep binnen de uiterlijke verzorging.
D
Leerling zijn bij een kapperszaak.

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent representatief zijn?
A
Er niet netjes en verzorgd uitzien.
B
Zich kunnen aanpassen en goed kunnen samenwerken.
C
Er netjes en verzorgd uitzien en een goede indruk achterlaten.
D
Werkzaamheden uit jezelf oppakken.

Slide 15 - Quizvraag

Wat betekent de afkorting MBO?
A
Middelmatig onderwijs.
B
Middelbare vakopleiding.
C
matig beroepsonderwijs.
D
Middelbaar beroepsonderwijs.

Slide 16 - Quizvraag

Wanneer is men flexibel?
A
Door zich niet aan te passen en een collega niet te helpen.
B
Door zich aan te passen aan een collega en deze te helpen.
C
Door te laat te komen.
D
Door aan het einde van de dag niet te helpen met opruimen.

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer toont men initiatief?
A
Door te laten zien dat men graag werkt en uit zichzelf dingen oppakt.
B
Door er netjes en verzorgd uit te zien.
C
Door ongemotiveerd te zijn.
D
Door niet goed samen te werken.

Slide 18 - Quizvraag

Wat betekent nauwkeurig?
A
Dat men goed kan samenwerken.
B
Dat men slordig werkt.
C
Dat men veel ervaring heeft.
D
Dat men precies en netjes werkt.

Slide 19 - Quizvraag

Een collega heeft een kleuring aangebracht, maar deze heeft niet goed uitgepakt. Jill staat naast haar en ziet dat ze hulp kan gebruiken. Welke vaardigheid laat Jill zien?
A
Nauwkeurig
B
Representatief
C
Collegiaal
D
Flexibel

Slide 20 - Quizvraag

Wat is je vraag over deze les?

Slide 21 - Open vraag

Heb je fijn gewerkt? Was de theorie moeilijk? Wat is je gevoel na deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll