T3 GL6BE (ma journée)

Bienvenue 
à la classe de français:
dis-moi
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bienvenue 
à la classe de français:
dis-moi

Slide 1 - Tekstslide

Doelen- en toetsoverzicht periode 4
gespreksvaardigheid: Ik kan in het Frans iets kopen, een interview houden en de weg vragen

grammaire: ik kan zelf Franse zinnen vormen en deze in de goede volgorde zetten

grammaire: ik kan personen, dieren en dingen in het Frans met elkaar vergelijken

vocabulaire: ik kan Franse woorden die te maken hebben met mijzelf en mijn gewoontes gebruiken in Franse zinnen (GL6 ABEF)

phrases-clés: ik kan standaard Franse zinnen zó omvormen dat ik ze voor mijn eigen verhaal kan gebruiken (GL6 CG)
boekje + vlog Luik


la phrase du cours
(iedere les = SO ma 24 juni)



SO do 30 mei



SO do 13 juni

TOETS wk27
schrijf in je agenda

Slide 2 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
vocabulaire:
ik kan Franse woorden die te maken hebben met mijzelf en mijn gewoontes gebruiken in Franse zinnen

Slide 3 - Tekstslide

Hoe vervoeg je 'neemt deel' in de zin:

'Op dit moment neemt Dumoulin deel aan de wedstrijd'
A
participer
B
partice
C
participe
D
participes

Slide 4 - Quizvraag

Hoe vervoeg je 'gaat binnenhalen' in de zin:

Hij gaat de overwinning binnenhalen
A
va remporter
B
va remporte
C
remporte
D
remporter

Slide 5 - Quizvraag

vertaal la phrase du cours* (GL6ABEF)

'Op dit moment neemt Dumoulin deel aan de wedstrijd. Hij gaat de overwinning binnenhalen, want hij is geweldig.'

*iedere les krijg je een nieuwe zin om te vertalen
timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Luisteroefening:
welke zin wordt gezongen na de namen van de dagen?
(schrijf op)

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi, dimanche ...
A
Elijah cet jour dans la semène
B
il y a sept jours dans la semaine
C
il y cette jour dans la semaine
D
il y a etcetera ce main

Slide 9 - Quizvraag

les jours de la semaine: ff checken

Slide 10 - Tekstslide

il est ....
A
une heure et demie
B
deux heures
C
deux heures et demie
D
une heure

Slide 11 - Quizvraag

il est ....
A
huit heures et demie
B
neuf heures moins demie
C
neuf heures
D
huit heures

Slide 12 - Quizvraag

il est ....
A
midi moins le quart
B
onze heures moins le quart
C
onze heures et quart
D
onze heures et quinze

Slide 13 - Quizvraag

il est ....
A
six heures et quart
B
six heures moins le quart
C
sept heures et quart
D
sept heures moins le quart

Slide 14 - Quizvraag

ma journée
  • Tu te lèves à quelle heure?
  • Tu te douches à quelle heure?
  • Tu t'habilles à quelle heure?
  • Tu prends ton petit déjeuner à quelle heure?
  • Tu pars à l'école à quelle heure?
  • Tu rentres à quelle heure?
  • Tu te couches à quelle heure?
wat valt je op bij deze werkwoorden?
Geef antwoord, gebruik GL6ABEF
timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Tu te lèves à quelle heure?
Tu te douches à quelle heure?
Tu t'habilles à quelle heure?
Tu prends ton petit déjeuner à quelle heure?
Tu pars à l'école à quelle heure?
Tu rentres à quelle heure?
Tu te couches à quelle heure?

Slide 16 - Open vraag

La phrase du cours*
Ik sta op om 7 uur en (ik) kleed me aan. School begint om half 9 en eindigt om kwart voor vier.

(GL6ABEF; beginnen = commencer; eindigen = finir; school = l'école; om = à)




*Iedere les een nieuwe zin om te vertalen

Slide 17 - Tekstslide

Vertaal:
School eindigt om kwart voor vier (GL6ABEF) om = à

Slide 18 - Open vraag

c'est en forgeant on devient forgeron

Slide 19 - Tekstslide

Au travail: les devoirs 
Faire (maken): 
  • la phrase du cours 1, 2, 3 (inleveren via LB)
  • Grandes Lignes 6B (ex. 8 t/m 11)
  • Grandes Lignes 6E (ex. 20, 21)

Apprendre (leren):
  • Grandes Lignes 6ABEF et H
LET OP:  ieder les 'la phrase du cours'
                  SO GL6ABEF (do 30 mei)
Werk zachtjes, 
zodat iedereen zich kan concentreren
vraag zoveel mogelijk om hulp!

3.1. Ik kan passende woorden gebruiken als ik uit eten ga in Franstalig gebied

Slide 20 - Tekstslide

doel bereikt?
vocabulaire:
ik kan Franse woorden die te maken hebben met mijzelf en mijn gewoontes gebruiken in Franse zinnen

Slide 21 - Tekstslide

Au revoir!

Slide 22 - Tekstslide