Les 2: Ontwikkelingen Nederlandse verzorgingsstaat

Voor wie is de verzorgingsstaat?
A
Voor alle mensen die geld nodig hebben
B
Voor alle burgers
C
Voor alle mensen die werkloos zijn
D
Voor alleen de mensen die onder het minimumloon zitten
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Voor wie is de verzorgingsstaat?
A
Voor alle mensen die geld nodig hebben
B
Voor alle burgers
C
Voor alle mensen die werkloos zijn
D
Voor alleen de mensen die onder het minimumloon zitten

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Visie rechts

1. Rol overheid? (k/g)
2. Wat doet de overheid wel?
3. Wat doet de overheid niet?
4. Doel?
Visie midden

1. Rol overheid? (k/g)
2. Wat doet de overheid wel?
3. Wat doet de overheid niet?
4. Doel?
Visie links 

1. Rol overheid? (k/g)
2. Wat doet de overheid wel?
3. Wat doet de overheid niet?
4. Doel?


timer
5:00
Gebruik blz. 59-61
Vul in in schema --> inl.
Overleg

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.1 Ontwikkelingen  
Welkom! We gaan vandaag aan de slag met het allerlaatste thema: de verzorgingsstaat!
H3: Verzorgingsstaat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Je kan uitleggen wat de verzorgingsstaat is
  • Je kan uitleggen hoe de verzorgingsstaat zich heeft ontwikkeld 
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

  • Voorkennis
  • Onderzoekje ontwikkeling verzorgingsstaat
  • Opdrachten maken
  • Opdrachten bespreken
  • Check


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

'De verzorgingsstaat'
De Geschiedenis

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Intro: Lees p.62 & 63

timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verzorgingsstaat
Samenleving waarin de overheid burgers helpt te voorzien in hun basisbehoeften
'Sociale uitvinding'
Hoe is deze ontstaan?

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg verzorgingsstaat 
Verzorgingsstaat door de jaren
- Je gaat het schema 'Verandering verzorgingsstaat Nederland' invullen 
- Gebruik het boek en internet (laptop). Zoektermen?
- Vul je naam en klas in 
- Samen aanvullen mag
- Aan het einde van de les lever je het blad in


timer
20:00
Gebruik blz. 62 & 63

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middeleeuwen
De armen zijn afhankelijk van de geestelijken. Geen overheid 

Slide 11 - Tekstslide

Klik op het oogje voor een afbeelding. 

Bron afbeelding: middeleeuws gasthuis Ten Bunderen
Vanaf de 16e eeuw
Meer armenzorg vanuit de rijken om eigen bezit te beschermen

Slide 12 - Tekstslide

Klik op het oogje voor een afbeelding. 
Industriële revolutie
Toename welvaart       meer ongelijkheid          woede
Ingrijpen door de overheid

Slide 13 - Tekstslide

Klik op het vraagteken voor de uitleg van de industriële revolutie en klik op het oogje voor een spotprent over kinderarbeid uit die tijd. 
Sociale wetgeving
Vb: Kinderwetje van van Houten
Sociale ongelijkheid verminderen
Zwakkeren beschermen

Slide 14 - Tekstslide

Klik op het vraagteken voor een afbeelding uit een oude krant van die tijd (1874, Elias Spanier).

Slide 15 - Video

Filmpje: geschiedenis Nederlandse vakbond/ uitleg vakbonden/ sociale wetten.  
  • Ongevallenwet 
  • Invaliditeitswet 
  • AOW
  • Algemene Bijstandswet
  • WAO
Gemengde economie 
Verenigen in vakbonden
20e eeuw

Slide 16 - Tekstslide

Uitleg wetten. Klik op het vraagteken voor de uitleg van het begrip 'gemengde economie'
Twintigste eeuw
'Poldermodel'
Sinds jaren '80 minder betaalbaar --> maatregelen overheid
    • Uitkeringen: lager en moeilijker 
    • Controle op fraude 
    • Pensioenleeftijd & participatiewet 
    • Studiefinanciering
    • Bezuinigen
    • Eigen verantwoordelijkheid 

    Slide 17 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Als je rond 1850 in armoede moest leven, was je in eerste aangewezen op [.........1.........] . 
    Kon je daar niet terecht, dan was je aangewezen op [.........2.........] . 
    De overheid bemoeide zich verder niet met de [.........3.........] . 
    Dat veranderde in 1854. Toen nam de [.........4.........] overheid een wet aan: de [.........5.........] . 
    Hierin stond dat de [.........6.........] overheid moest zorgen voor de allerarmsten. Die zat hier helemaal niet op te wachten, want er kwam geen geld hiervoor uit [.........7.........] . 
    Sleep de woorden naar 
    de juiste plaats
    A: landelijke
    B: familie
    C: gemeentelijke
    D: Armenwet
    E: armenzorg
    F: Den Haag
    G: liefdadigheid

    Slide 18 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Idee per periode
    1850/1900
    een burger is verantwoordelijk voor zichzelf
    1900/1950
    óók de maatschappij is verantwoordelijk voor een burger
    1950/heden
    de maatschappij heeft een grote verantwoordelijkheid naar een burger
    heden
    een burger is verantwoordelijk voor een andere burger

    Slide 19 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Aan de slag
    Wat
    Lz. p. 62 t/m 64
    Opdr. 1.7 t/m 1.9
    Opdr. 4
    Hoe
    Zelfstandig of rustig overleggen.
    Uitkomst
    Bespreken 

    Slide 20 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Check

    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    • Je kan uitleggen wat de verzorgingsstaat is
    • Je kan uitleggen hoe de verzorgingsstaat zich heeft ontwikkeld 
    Lesdoelen

    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    1500
    1600
    1700
    1800
    1900
    2000
    Middeleeuwen
    Industriële Revolutie 
    Vakbonden en partijen
    Poldermodel
    Armenzorg
    Afhankelijkheid van geestelijken 
    Meer welvaart, meer ongelijkheid 
    Kinderwetje van Van Houten 
    Gemengde economie
    Armenzorg door rijken
    Ongevallenwet
    Invaliditeitswet

    Slide 23 - Sleepvraag

    De juiste gebeurtenissen/ situaties moeten naar de juiste tijdsperiode gesleept worden. 
    Wie ontvangen er allemaal AOW?
    A
    De mensen die hebben gewerkt boven de 67
    B
    De mensen die niet hebben gewerkt, boven de 67
    C
    Alle mensen boven de 67
    D
    Alleen mensen die premie hebben betaald boven de 67

    Slide 24 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Het is een voordeel om lid te zijn van een vakbond. De vakbond komt voor je op.

    A
    Waar
    B
    Niet waar

    Slide 25 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Volgende les
    Internationale vergelijking



    Huiswerk:





    GEEN

    Slide 26 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 27 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies