Hoofdstuk 1: De tijd indelen



Je telefoon ligt in je kluis/tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


OPDRACHT 1: WAAROM DAAR?
Handige links!
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les



Je telefoon ligt in je kluis/tas.
Zichtbaar? Inleveren! 📵

     Ons huiswerk is klaar wanneer dit 
verwacht wordt. 

     Je laptop ligt dicht klaar op tafel.


Je schrift en pen
    liggen klaar op tafel. 📖✍











Zijn er vragen of heb je iets niet af/bij?
Laat van je horen! 🔊


OPDRACHT 1: WAAROM DAAR?
Handige links!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 1: De tijd indelen
OPDRACHT 1: WAAROM DAAR?
Handige links!

Slide 2 - Tekstslide


Hoofddoel:

Ik weet waarom geschiedenis een belangrijk vak is en hoe we het indelen.
 


lknwe
Subdoelen:

- Ik kan vertellen waarom geschiedenis belangrijk is.
- Ik kan vertellen op welke manieren wij tijd indelen. 
- Ik ken de 10 tijdvakken



De leerdoelen: deze les

Slide 3 - Tekstslide

Geschiedenis

  • Met geschiedenis onderzoeken we de kennis over wat er in het verleden is gebeurd. Geschiedenis en het verleden zijn dus twee aparte zaken. Je geeft bijvoorbeeld antwoord op de vragen: ‘Hoe leefden mensen?’ Het gaat dus om mensen. Alles wat op aarde is gebeurd voor de mensen, onderzoeken we niet bij het vak geschiedenis. 

  • Om te leren over de geschiedenis, maken wij gebruik van begrippen. Begrippen zijn belangrijke woorden die samen de rode lijn van de geschiedenis laten zien. Aan de hand van deze begrippen zul je sommige gebeurtenissen kunnen uitleggen. Een voorbeeld hiervan is middel van bestaan

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Bronnen
  • De informatie halen we uit bronnen
  • Deze kunnen geschreven en ongeschreven zijn. Voorbeelden hiervan zijn opgegraven skeletten, munten, brieven, etc.
  • Onderzoekers proberen zo veel mogelijk bronnen te verzamelen om een beeld van het verleden te kunnen vormen. Hierbij kunnen er discussies ontstaan over de inhoud en betekenis. 
  • Soms zijn er te weinig of te veel bronnen op een betrouwbaar beeld te krijgen. Zo blijven we steeds nieuwe conclusies trekken.

Slide 6 - Tekstslide

Ik wil iets leren over de eerste mensen op aarde. Wat zou dan een bron kunnen zijn?

Slide 7 - Open vraag

Vaardigheden 

  • Met vaardigheden kun jij de geschiedenis bestuderen. Zo kun je bijvoorbeeld bepaalde gebeurtenissen uitleggen of onderzoek doen naar bepaalde gebeurtenissen
  • Een voorbeeld van deze vaardigheden is het indelen van feiten en meningen. Hierdoor kun jij onderzoek doen naar of een bron goed is om te gebruiken voor je onderzoek.
  • Een ander voorbeeld is oorzaak gevolg verbanden bepalen. Door te bepalen of iets een oorzaak of gevolg is, kun je de geschiedenis begrijpen. 

Slide 8 - Tekstslide

Geschiedenis en tijd
  • Niet alle mensen op de wereld gebruiken dezelfde jaartelling. Er zijn onder meer een joodse, een christelijke, een islamitische en een Chinese jaartelling. De christelijke jaartelling is het meest gebruikt en  begint met de geboorte van Jezus Christus: het jaar 1. Wanneer we daarvoor kijken hebben we het over voor christus, daarna na christus.
  • Om structuur te bieden aan de geschiedenis, verdelen we deze in perioden, eeuwen  en tijdvakken. De tijdvakken krijgen de titel en periode die te maken hebben met een bijzondere gebeurtenis/verandering/groep mensen. 

Slide 9 - Tekstslide

Tijdvak 1: tijd van de Jagers en Boeren
Tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen
Tijdvak 3: tijd van Monniken en Ridders
Tijdvak 4: tijd van Steden en Staten
Tijdvak 5: tijd van Ontdekkers en Hervormers
Tijdvak 6: tijd van Regenten en Vorsten

Slide 10 - Sleepvraag

Tijdvakken

Slide 11 - Tekstslide

Tijdvakken, perioden en eeuwen

Slide 12 - Tekstslide

In welk tijdvak leven wij nu?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Video


Hoofddoel:

Ik weet wie mevrouw Clephas is en wat ik ga doen bij opdracht 1
 


lknwe
Subdoelen:

- Ik kan vertellen wie mijn docent is voor opdracht 1.
- Ik kan vertellen welke vakken er onder opdracht 1 horen en wat ik hiervoor nodig heb.
- Ik weet waar ik mijn materiaal kan vinden. 



De leerdoelen: deze les

Slide 15 - Tekstslide