Present Continuous

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EnglishTertiary Education

In deze les zitten 33 slides, met tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling:
  1. Basis
  2. Present Simple
  3. Present Continuous
  4. Present perfect Simple 

Slide 2 - Tekstslide

Pronouns


Persoonlijke voornaamwoorden

I
You
He/ she / it
we
you
they
Ik
Jij
Hij / zij / het
wij
jullie
zij

Slide 3 - Tekstslide

Verbs


Werkwoorden

Everything you do or are
Notation:

To do

You never use "to" in a sentence
Alles wat je doet of bent

Notatie:
To do

Je gebruikt nooit "to" in een zin! 
Die haal je altijd weg!



Slide 4 - Tekstslide

Auxilliary verbs

Hulp werkwoorden

Used wíth another verb

Often:
To be
of
To do


Worden gebruikt in combinatie mét andere werkwoorden

vaak:
Zijn
of
Doen
(Ik ben aan het rennen)

Slide 5 - Tekstslide

Present Simple:

  • Algemene feiten
  • Gewoonten
  • Iets gebeurt altijd, vaak, zelden of nooit
Werkwoorden staan in de 
kortste vorm of 
de kortste vorm + s

Slide 6 - Tekstslide

Nu

Slide 7 - Tekstslide

Regels
Positief:        Pronoun + stam van het werkwoord (+s)
Negatief:      Pronoun + do(es) + not + stam van het werkwoord
Vragend:      Do(es) + Pronoun + stam van het werkwoord

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Present Continuous


  • Iets is nu aan het gebeuren
Altijd +ing + een versie van "zijn"


I am
You are
He/she/it is 

Slide 10 - Tekstslide

Verleden
nu
Toekomst

Slide 11 - Tekstslide

Regels
Positief:        Pronoun + am/are/isstam van het werkwoord + ing
Negatief:      Pronoun + am / are / is + not + stam van het werkwoord + ing
Vragend:      am / are / is + Pronoun + stam van het werkwoord + ing

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Present Perfect simple


  • Iets is gestart in het verleden , loopt tot nu
Altijd have / has + past participle


Slide 14 - Tekstslide

Verleden
nu
Toekomst

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer?
Iets is in het verleden gestart én loopt nog tot nu
(I have lived here for two years)

Iets is in het verleden gebeurt maar het resultaat is er nu nóg
(She has broken her leg, and is in pain now)

Slide 16 - Tekstslide

Past participle
Voltooid verleden tijd
onregelmatige versies

 regelmatige versies
( +-ed)

Slide 17 - Tekstslide

Regels
Positief:        Pronoun + have / haspast participle 
Negatief:      Pronoun + have / has + not + past participle
Vragend:      Have / has + Pronoun + past participle 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Present Perfect Continuous
Wat?
Eigenlijk vrijwel hetzelfde als de present perfect
Opbouw?
Die is wel anders!

Slide 20 - Tekstslide

Present Perfect simple


  • Iets is gestart in het verleden , loopt tot nu
  • Belangrijk (je wilt het benadrukken)
Altijd have / has + been + ww + ing

Slide 21 - Tekstslide

Present Perfect Continuous
Wanneer?
Iets is in het verleden gestart en dit wil je benadrukken!
Voorbeeld Nederlands:
Ik ben al een half uur aan het wachten!
i.p.v.
Ik heb een half uur gewacht

Slide 22 - Tekstslide

Iets start in het verleden en eindigt nu of vrij snel.

Dit wil je benadrukken

Slide 23 - Tekstslide

Regels
Positief:        Pronoun + have / hasbeen + stam v/h werkwoord + ing 
Negatief:      Pronoun + have / has + not + been + stam v/h werkwoord + ing 
Vragend:      Have / has + Pronoun + been +  stam v/h werkwoord + ing

Slide 24 - Tekstslide

Voorbeelden positief
I have been waiting here for half an hour!

I have been studying french for three years now!

She has been running for hours , I hope she is okay


Slide 25 - Tekstslide

Leg uit:
Waarom zou je die zinnen willen benadrukken?

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeelden negatief
She has not been working for months now

I have not been lying!

You have not been doing your homework!

Slide 27 - Tekstslide

Voorbeelden vragen
Have you been writing  all of these letters by yourself?

Has she been working at all?

Why has she been waiting all this time?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Slide 30 - Video

Slide 31 - Video

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video