Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 80 min
Onderdelen in deze les
Pak je aantekeningenschrift
Hoe ziet jouw ideale wereld eruit?
Slide 1 - Tekstslide
KLAS 2: HOOFDSTUK 7
OP WEG NAAR EEN DUURZAME WERELD
Slide 2 - Tekstslide
HOOFDSTUK 7: OP WEG NAAR EEN DUURZAME WERELD
Waar gaan we het over hebben?
7.1 Een nieuwe wereldorde
7.2 Het klimaat verandert
7.3 Opkomst van duurzame energie
7.4 Nederland verduurzaamt
Slide 3 - Tekstslide
7.1: Een nieuwe wereldorde
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
LEERDOELEN 7.1: Een nieuwe wereldorde
Aan het einde van deze paragraaf:
weet je wat er verandert in de EU;
kun je beschrijven hoe de leidersrol van de VS veranderde;
weet je hoe China als supermacht in opkomst is;
weet je hoe India zich ontwikkelt.
Slide 6 - Tekstslide
De EU groeide in de 21e eeuw uit tot 28 lidstaten. Welke voordelen had samenwerking voor de lidstaten?
De EU was goed voor de handel.
De EU hielp de vrede tussen Europese landen te bewaren.
Met welke problemen kreeg de wereld (en ook de EU) te maken?
de economische crisis
de komst van veel vluchtelingen
radicalisering
Wat betekent radicalisering?
Als (groepen) mensen met geweld hun ideeën willen verspreiden.
Slide 7 - Tekstslide
Waar stonden de letters EU ook alweer voor?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
De EU zocht oplossingen, maar het was soms lastig het eens te worden.
Een discussiepunt is of de EU meer invloed moet krijgen ten opzichte van de nationale regeringen om besluiten te nemen over belangrijke onderwerpen.
Over welke onderwerpen gaat dat?
veiligheid, economie, klimaat zelfstandigheid.
Slide 10 - Tekstslide
Wat vind jij?
Ik ben voor Europese samenwerking
Ik ben tegen Europese samenwerking
Slide 11 - Poll
Kun je een nadeel noemen van de Europese Unie?
Slide 12 - Open vraag
Welk argument geven voorstanders?
Als de EU meer invloed heeft, kan ze problemen sneller oplossen.
Wat vinden de tegenstanders?
Als de EU meer invloed heeft, verliezen landen hun zelfstandigheid.
Slide 13 - Tekstslide
Sommige Britten wilden dat het Verenigd Koninkrijk uit de EU zou gaan. Hoe heet dat vertrek?
Brexit
De Britten hielden daarover een referendum. Wat is dat?
Een volksraadpleging waarbij de overheid een vraag voorlegt aan de bevolking.
De tegenstanders wonnen het referendum en het Verenigd Koninkrijk verliet de EU.
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
De VS werden na de Tweede Wereldoorlog wereldleider. Waaraan kun je dat merken?
De VS kregen grote economische, culturele en militaire invloed op hun bondgenoten en de rest van de wereld.
Slide 16 - Tekstslide
Vanaf 1980 werden in de VS de tegenstellingen tussen de politieke partijen steeds groter. Welk begrip past daarbij?
polarisatie
Wat was het gevolg van de polarisatie?
De bevolking raakte verdeeld en de VS gingen zich meer op hun eigen land richten, maar de invloed bleef groot.
Slide 17 - Tekstslide
Wat zijn de BRICS-landen?
Vijf snelgroeiende economieën: Brazilië, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.
Waarom werken zij samen?
Om onafhankelijk van het Westen te blijven.
Slide 18 - Tekstslide
Waardoor werd China belangrijker?
Door zijn grote productie.
China probeert wereldleider te worden door:
de bouw van nieuwe verbindingen met de Nieuwe Zijderoute, de Zuid-Chinese Zee te claimen om aardolie en aardgas te krijgen.
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Met welke problemen heeft China te maken?
Het verschil tussen arm en rijk is gegroeid.
Industrie en luchtvervuiling zorgen voor vervuilde landbouwgrond en gezondheidsklachten.
Waardoor kan de bevolking daar weinig aan veranderen?
De bevolking heeft geen inspraak. Er is maar één politieke partij toegestaan, de CPC.
Andere landen hebben kritiek op China. Waarover gaat dat?
China steunt Chinese bedrijven in het buitenland, maar het buitenland mag niet in China handelen.
Slide 21 - Tekstslide
Ook India is een opkomende economie. Toen na de Tweede Wereldoorlog India onafhankelijk werd, werd de economie door de overheid gestuurd. Waardoor groeide vanaf 1990 de economie?
Er werden meer bedrijven toegestaan.
Slechts een derde deel van de bevolking woont in steden. Het grootste deel is arm. Er is veel inkomensongelijkheid. Wat is dat?
Een oneerlijke verdeling van de rijkdom, met erg rijke en erg arme mensen.