Toets bespreken

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

- Noteer de naam van het tijdvak dat hierbij hoort.
- Noteer de jaartallen die bij dit tijdvak horen.

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Periode in de Griekse geschiedenis die wordt bestempeld als ‘de donkere eeuwen’. Tijdens deze donkere eeuwen leeft de bevolking weer bijna alleen van de landbouw.
De laatste verandering wordt door Kleisthenes doorgevoerd, Athene is nu een echte democratie. 
Tijdens de slag bij Salamis wordt het Perzische leger op zee verslagen. Een keerpunt in de opmars van de Perzen. 
De Myceense beschaving heerst over het Egeïsche gebied.  
De Grieken stichten verschillende kolonies waaronder de steden Marseille en Napels. 
a.
b.
c.
d.
e.

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

a. Het Griekse woord voor stadstaat.
b. Oorspronkelijk in Athene: het leven als actief burger in de polis. 
c. Situatie waarin de adel de samenleving bestuurt. 
d. Zelfstandige staat die bestaat uit een stad met het omliggende gebied. 
e. De situatie waarin een kleine groep (meestal rijke) mensen de samenleving bestuurt. 
Polis
Politiek
Aristocratie
Stadstaat
Oligarchie

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Gebruik bron 1. Waarom het moeilijk was om van ‘de Griekse wereld’ één staat te vormen?
A
De eilanden maken het moeilijk om van de Griekse wereld één groot rijk te maken.
B
De vele bergen en eilanden maken het moeilijk om van de Griekse wereld één groot rijk te maken.
C
De bron laat de Griekse wereld zien. De vele bergen en eilanden maken het moeilijk om van de Griekse wereld één groot rijk te maken.
D
De vele bergen maken het moeilijk om van de Griekse wereld één groot rijk te maken.

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

- Leg uit waarom de Grieken wel over moesten gaan tot kolonisatie.
- Leg uit waarom de Griekse kolonies altijd ver van het moederland werden gesticht.

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de benaming van deze vorm van economie?

A
Aristocratie
B
Democratie
C
Oligarchie
D
Paleiseconomie

Slide 17 - Quizvraag

Paleis-economie= Een economisch systeem waarbij goederen en welvaart via een centraal gezag verdeeld worden. Niet alleen politiek, maar ook economisch vervult het gezag hier een spilfunctie, terwijl de markt geen of een beperkte rol speelt.
Waar
Niet waar

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Wat bedoelt Plato met de uitspraak ‘als kikkers rondom een waterpoel’.

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Monarchie
a. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van de adel.
b. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een (kleine) groep rijke mannen.
c. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een koning.
d. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van één persoon.
e. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van het volk.

Slide 23 - Poll

Aristocratie
a. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van de adel.
b. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een (kleine) groep rijke mannen.
c. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een koning.
d. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van één persoon.
e. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van het volk.

Slide 24 - Poll

Democratie
a. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van de adel.
b. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een (kleine) groep rijke mannen.
c. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een koning.
d. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van één persoon.
e. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van het volk.

Slide 25 - Poll

Oligarchie
a. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van de adel.
b. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een (kleine) groep rijke mannen.
c. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een koning.
d. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van één persoon.
e. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van het volk.

Slide 26 - Poll

Tirannie
a. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van de adel.
b. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een (kleine) groep rijke mannen.
c. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van een koning.
d. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van één persoon.
e. Bestuursvorm waarbij de macht in handen is van het volk.

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een directe democratie en een indirecte democratie.

Slide 29 - Open vraag

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

- Leg uit waarom voor de mensen in het oude Athene dit een ‘echte democratie’ was.
- Leg uit waarom we tegenwoordig de Atheense democratie geen ‘echte democratie’ vinden.

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Tekstslide

Waar of niet waar
Een tiran is een persoon die de macht heeft gekregen door middel van een staatsgreep te plegen (met behulp van een leger). Een tiran in Athene is een probleemoplosser; hij heeft de steun van het volk. Nu is een tiran een wreed of slecht perso
Een tiran is een persoon die de macht heeft gekregen door middel van de steun van het volk. Een tiran in Athene is een persoon die de macht heeft gekregen door middel van een staatsgreep te plegen. Nu is een tiran een probleemoplosser.
/
Waar
Niet waar

Slide 34 - Sleepvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Waarom wordt Aristeides uit Athene verbannen en onder welke zogenaamde reden stemt men Aristeides uit Athene.
A
Daadwerkelijke reden: angst voor tirannie Zogenaamde reden: afgunst / reputatie
B
Daadwerkelijke reden: te goed Zogenaamde reden: angst voor tirannie
C
Daadwerkelijke reden: afgunst / reputatie Zogenaamde reden: angst voor tirannie
D
Daadwerkelijke reden: afgunst / reputatie Zogenaamde reden: vergiftigen van de koning

Slide 37 - Quizvraag

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Welke regeringsvorm werkt volgens de oude oligarch zeer zeker niet en leg dat uit aan de hand van een bronelement.

Slide 40 - Open vraag

Welke regeringsvorm werkt het beste volgens de oude oligarch aan de hand van een bronelement.

Slide 41 - Open vraag

Slide 42 - Tekstslide