Les 6: Se impersonal + Presente perfecto

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

¿Qué vamos a hacer hoy?

A. Opstarten: les en absentie

B. Terugblik: Pretérito Indefinido & imperfecto 

C. Doornemen: Se impersonal

D. Oefenen: Se impersonal

E. Doornemen: Presente perfecto

F. Oefenen: Presente perfecto

G. Afsluiting

Después de la clase...

Kun je el Pretérito indefinido herkennen en toepassen

Kun je el imperfecto herkennen en toepassen.

Kun je el Se impersonal herkennen en toepassen.

Kun je el presente perfecto herkennen en toepassen.

Los deberes para la próxima clase:

Lezen:  VOC B pagina 104 & 105

SO: 14 DEC (Zie Magister voor toetsinhoud)

Lesprogramma

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 

Herhaling

Welk ww is NIET in de imperfecto vervoegd?

1. pensaban
2. bebías
3. comieron
4. vivíamos

Ibamos

1. Presente
2. Pretérito perfecto
3. Pretérito indefinido
4. Pretérito imperfecto

¿Indefinido o imperfecto?
Hace 3 años mi abuelo (ganar).........la lotería.

1. ganaba
2. ganabas
3. ganó
4. ganaste

Welk signaalwoord duidt NIET op een imperfecto?

1. siempre
2. en abril
3. normalmente
4. todos los días

Het signaalwoord "antes" hoort bij de .....

1. Presente
2. Pretérito perfecto
3. Pretérito indefinido
4. Pretérito imperfecto

Schrijf drie signaalwoorden naar keuze op die horen bij de imperfecto.

Beschrijft in 5 zinnen wat je gisteren heb gedaan. Gebruikt el Pretérito Indefinido.
Je kan bijvoobeeld antwoord geven op de volgende vragen:
¿Qué hiciste (hacer) ayer en el instituto? ¿Qué aprendiste (aprender)?
¿A qué hora llegaste (llegar) a casa?
¿Qué comiste (comer) por la noche?
¿Qué hiciste (hacer) después de la cena?
¿A qué hora te acostaste (acostarse)?

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 

2.  Se impersonal 

Se impersonal

Deze vorm wordt gebruikt als  het onderwerp niet naar een specifieke persoon verwijst. Het wordt gebruikt  voor :

1) het geven van instructies: "Se prohibe fumar"

2) en bij generaliseren: "En España se habla español"  o

"Se bebe mucho en Inglaterra" 

Se impersonal

• Lijdende vorm/ onpersoonlijke vorm
• Se + werkwoord in de 3e persoon (enkelvoud of meervoud)
• Kun je vertalen met "men" of "er worden"

Voorbeeld:

Se habla espanol

Men spreekt Spaans of Er wordt Spaans gesproken.

Se impersonal + werkwoord + zelfstandig naamwoord

• Se come pan                                         Er wordt brood gegeten.
• Se comen narajas                               Er worden sinaasappels gegeten.

• Se habla espanol                                 Er wordt brood gegeten.
• Se hablan muchas lenguas            Er worden veel talen gesproken.

• Se canta una canción                        Er wordt een liedje gezongen.
• Se cantan muchas canciones       Er worden veel liedjes gezongen.

No _______ vino en la comida.

1. se toma
2. se toman

No _______ la siesta después de comer.

1. se duerme
2. se duermen

_______ patatas, verduras y carne

1. se cena
2. se cenan

En invierno, _______ sopa de verdura

1. se hace
2. se hacen

No _______ platos picantes

1. se sirve
2. se sirven

_______ las tiendas a las 10.00 de la mañana.

1. se abre
2. se abren

¡A practicar!

Maken:

Opdracht 48 a, b en c pagina 98 en 99

Huiswerk controle

Opdracht 48 a, b en c pagina 98 en 99

Opdracht 48c: Zinnen met se impersonal.

Voer twee zinnen in die je hebt geformuleerd met se impersonal

1. Pretérito Indefinido & imperfecto 

3.  Presente perfecto

De voltooid tegenwoordige tijd

1.  Wat is de presente perfecto?

2. De vorm van presente perfecto.

3. Wanneer gebruik je presente perfecto?

4. Signaalwoorden

Presente perfecto

Presente perfecto

De voltooid tegenwoordige tijd

In het nederlands:

Ik heb een mooi boek gelezen.

Ik ben bij de kapper geweest.

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Presente perfecto

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord:

 

ww-ar: stam + ado

ww-er: stam + ido

ww-ir: stam + ido

haber +

¿Cuándo se usa el Presente Perfecto?

De voltooid tegenwoordige tijd (Presente perfecto)

Om handeling of gebeurtenis aan te duiden die al plaats gevonden heeft, maar die nog relatie heeft met het heden.

Ejemplo:   Esta mañana he desayunado (Vanmorgen heb ik ontbeten)

 Voorbeeld:  Hoy he trabajado (Vandaag heb ik gewerkt)

Vervoeging Presente perfecto

Woorden waarmee je de Presente Perfecto

kunt herkennen

Signaalwoorden:

Ejemplo: Este año no he ido de vacaciones

Voorbeeld: Dit jaar ben ik niet op vakantie geweest.

Ejemplo: Has estado alguna vez en Amsterdam?

Voorbeeld: Ben je wel eens in Amsterdam geweest?

¡A practicar!

1. Yo (visitar)__________

2. Ella (dormir)__________

3. Tú (beber)__________

4. Nosotros (bailar)__________

5. Vosotros (vivir)__________

6. Ellas (nadar)__________