2.7: wat zegt u?

2.7: wat zegt u?
Aan het einde van de les heb je nieuwe woorden geleerd die je op school kan gebruiken. 
Aan het einde van de les kan je een vraag stellen.

1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.7: wat zegt u?
Aan het einde van de les heb je nieuwe woorden geleerd die je op school kan gebruiken. 
Aan het einde van de les kan je een vraag stellen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Herhalen 2.1 t/m 2.6
Uitleg over 2.7
Check 2.7
Opdrachten maken 2.7
Nakijken 2.7
Exit 2.7

Slide 2 - Tekstslide

de school
A
B
C
D

Slide 3 - Quizvraag

20
A
twintig
B
negentien
C
achttien
D
zeven

Slide 4 - Quizvraag

5
A
acht
B
vier
C
vijf
D
zeven

Slide 5 - Quizvraag

binnen
A
B

Slide 6 - Quizvraag

Zij lezen in........
A
de pen
B
het boek
C
de docent
D
maken

Slide 7 - Quizvraag

Wij maken de opdrachten op..........................
A
de cursist
B
de computer
C
de pen
D
het potlood

Slide 8 - Quizvraag

mensen

Slide 9 - Tekstslide

begrijpen
  • snappen
  • hoofd
  • ik begrijp - wij begrijpen
  • zin: Ik begrijp het niet. 
  • zin: Veel oude mensen begrijpen niets van computers.

Slide 10 - Tekstslide

sorry
Sorry! Het spijt me....

Slide 11 - Tekstslide

snel
  • in heel korte tijd 
  • snel > < langzaam
  • Zin: Ik ga snel naar huis.
  • Zin: Bij sport rent de jongen altijd heel snel.

Slide 12 - Tekstslide

2.7 Wat zegt u?

Wat zeg je?
Wat zegt u?
Wat is dat? 
Wat betekent dat? 
Hoe schrijf je dat?
leren 
begrijpen

moeilijk
snel
veel
sorry

de mensen

Slide 13 - Tekstslide

veel
weinig

Slide 14 - Tekstslide

Wat zeg je? Wat zegt u?

Slide 15 - Tekstslide

moeilijk
  • kost veel moeite
  • lastig
  • niet makkelijk 
  • zin: Deze sommen zijn moeilijk.
  • zin: Netjes werken is moeilijk.

Slide 16 - Tekstslide

mensen

Slide 17 - Tekstslide

begrijpen
  • snappen
  • hoofd
  • ik begrijp - wij begrijpen
  • zin: Ik begrijp het niet. 
  • zin: Veel oude mensen begrijpen niets van computers.

Slide 18 - Tekstslide

sorry
Sorry! Het spijt me....

Slide 19 - Tekstslide

snel
  • in heel korte tijd 
  • snel > < langzaam
  • Zin: Ik ga snel naar huis.
  • Zin: Bij sport rent de jongen altijd heel snel.

Slide 20 - Tekstslide

2.7 Wat zegt u?

Wat zeg je?
Wat zegt u?
Wat is dat? 
Wat betekent dat? 
Hoe schrijf je dat?
leren 
begrijpen

moeilijk
snel
veel
sorry

de mensen

Slide 21 - Tekstslide

veel
weinig

Slide 22 - Tekstslide

Wat zeg je? Wat zegt u?

Slide 23 - Tekstslide

moeilijk
  • kost veel moeite
  • lastig
  • niet makkelijk 
  • zin: Deze sommen zijn moeilijk.
  • zin: Netjes werken is moeilijk.

Slide 24 - Tekstslide

mensen

Slide 25 - Tekstslide

begrijpen
  • snappen
  • hoofd
  • ik begrijp - wij begrijpen
  • zin: Ik begrijp het niet. 
  • zin: Veel oude mensen begrijpen niets van computers.

Slide 26 - Tekstslide

sorry
Sorry! Het spijt me....

Slide 27 - Tekstslide

snel
  • in heel korte tijd 
  • snel > < langzaam
  • Zin: Ik ga snel naar huis.
  • Zin: Bij sport rent de jongen altijd heel snel.

Slide 28 - Tekstslide

2.7 Wat zegt u?

Wat zeg je?
Wat zegt u?
Wat is dat? 
Wat betekent dat? 
Hoe schrijf je dat?
leren 
begrijpen

moeilijk
snel
veel
sorry

de mensen

Slide 29 - Tekstslide

veel
weinig

Slide 30 - Tekstslide

Wat zeg je? Wat zegt u?

Slide 31 - Tekstslide

moeilijk
  • kost veel moeite
  • lastig
  • niet makkelijk 
  • zin: Deze sommen zijn moeilijk.
  • zin: Netjes werken is moeilijk.

Slide 32 - Tekstslide

mensen

Slide 33 - Tekstslide

begrijpen
  • snappen
  • hoofd
  • ik begrijp - wij begrijpen
  • zin: Ik begrijp het niet. 
  • zin: Veel oude mensen begrijpen niets van computers.

Slide 34 - Tekstslide

sorry
Sorry! Het spijt me....

Slide 35 - Tekstslide

snel
  • in heel korte tijd 
  • snel > < langzaam
  • Zin: Ik ga snel naar huis.
  • Zin: Bij sport rent de jongen altijd heel snel.

Slide 36 - Tekstslide

2.7 Wat zegt u?

Wat zeg je?
Wat zegt u?
Wat is dat? 
Wat betekent dat? 
Hoe schrijf je dat?
leren 
begrijpen

moeilijk
snel
veel
sorry

de mensen

Slide 37 - Tekstslide

veel
weinig

Slide 38 - Tekstslide

Wat zeg je? Wat zegt u?

Slide 39 - Tekstslide

moeilijk
  • kost veel moeite
  • lastig
  • niet makkelijk 
  • zin: Deze sommen zijn moeilijk.
  • zin: Netjes werken is moeilijk.

Slide 40 - Tekstslide

mensen

Slide 41 - Tekstslide

begrijpen
  • snappen
  • hoofd
  • ik begrijp - wij begrijpen
  • zin: Ik begrijp het niet. 
  • zin: Veel oude mensen begrijpen niets van computers.

Slide 42 - Tekstslide

sorry
Sorry! Het spijt me....

Slide 43 - Tekstslide

snel
  • in heel korte tijd 
  • snel > < langzaam
  • Zin: Ik ga snel naar huis.
  • Zin: Bij sport rent de jongen altijd heel snel.

Slide 44 - Tekstslide

2.7 Wat zegt u?

Wat zeg je?
Wat zegt u?
Wat is dat? 
Wat betekent dat? 
Hoe schrijf je dat?
leren 
begrijpen

moeilijk
snel
veel
sorry

de mensen

Slide 45 - Tekstslide

veel
weinig

Slide 46 - Tekstslide

Wat zeg je? Wat zegt u?

Slide 47 - Tekstslide

moeilijk
  • kost veel moeite
  • lastig
  • niet makkelijk 
  • zin: Deze sommen zijn moeilijk.
  • zin: Netjes werken is moeilijk.

Slide 48 - Tekstslide