4.1 Prikkels en gedrag

4.1 Prikkels en gedrag
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.1 Prikkels en gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat gedrag is
  • Je kunt verschillende prikkels van elkaar onderscheiden (inwendig, uitwendig en sleutel)
  • Je kunt uitleggen hoe gedrag ontstaat
  • Je kunt gedrag bestuderen met behulp van een ethogram en een protocol

Slide 2 - Tekstslide

Gedrag
is alles wat een mens of dier doet

Slide 3 - Tekstslide

Welk gedrag heb jij vandaag vertoont?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Video

Wat zijn de flamingo's hier volgens jou aan het doen? En waarom?

Slide 6 - Open vraag

Waarom?
  1. Welke functie heeft gedrag in de natuur?
  2. Wat is de directe aanleiding voor gedrag?

Slide 7 - Tekstslide

Daarom!
  1. Succesvol gedrag leidt tot overleving, groei en voortplanting
  2. Gedrag is een reactie op inwendige en uitwendige prikkels

Slide 8 - Tekstslide

Benoem wat volgens jou de inwendige- en uitwendige prikkels zijn die er voor zorgen dat je gaat eten.

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Sleutelprikkel
Prikkel die vrijwel altijd lijdt tot dezelfde reactie van een dier.

Slide 11 - Tekstslide

Een prikkel van buiten het organisme heet een
A
Inwendige prikkel
B
Binnenprikkel
C
Uitwendige prikkel
D
Sleutelprikkel

Slide 12 - Quizvraag

Een uitwendige prikkel is
A
Geluid en licht
B
Honger en dorst

Slide 13 - Quizvraag

Bestuderen (van gedrag)
Objectief: feitelijke waarnemingen 

Dus zonder mening van jezelf, 
niet wat je denkt hierover, 
dus zonder interpretatie.




Slide 14 - Tekstslide

Bestuderen (van gedrag)
= observeren
Objectief: rond voorwerp, ingedeukt aan de bovenzijde. Rood van kleur met groene stippen van 2 mm doorsnede, etc.

Fout: Appels zijn gezond en lekker.




Slide 15 - Tekstslide

Ethogram: een lijst met beschrijvingen van handelingen (= stukje gedrag)

Slide 16 - Tekstslide

Ethogram
Een ethogram is een lijst 
met beschrijvingen van gedrag.


Je noteert de handeling.

Je bedenkt een afkorting 
voor de handeling.

Je omschrijft de handeling nauwkeurig. 


 

                                         Ethogram

 Afkorting     Handeling      Omschrijving gedragshandeling


  st                     staan             2 poten raken de grond / zonder
                                                 beweging 
  ..                     ...............           ...............................................................

  ..                     ...............           ...............................................................

  ..                     ...............           ...............................................................
                              

1. Maak het schema zoals hierboven in je schrift
2. Bekijk het filmpje over de giraf (1 min).
    Bekijk heel nauwkeurig wat de giraf doet!  
    Zet het filmpje een paar x stil
3. Maak een lijst van ongeveer 4 gedragsomschrijvingen. 
    







Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Gedragsonderzoek:
Het ethogram
Gedrag bestaat uit een reeks handelingen.

In het filmpje over de giraf zag je bijvoorbeeld dat de giraf:

1.  Staat bij het water
2. Buigt de kop naar voren / beneden 
3. Brengt het lichaam lager bij de grond 
4. Drinkt het water. 
5.  Komt van voorover gebogen naar staan




Giraf: Het ethogram


Afkorting   Handeling     Omschr. gedragshandeling


          

Jij hebt dit nu gemaakt / ingevuld


Op de volgende pagina zie je een voorbeeld 
van een ethogram van de giraf.
                                   





Slide 19 - Tekstslide

Gedragsonderzoek:
Voorbeeld van het ethogram van de giraf







Misschien heb jij nog een andere gedragshandeling gezien en genoteerd, prima!
Misschien heb je een andere omschrijving, dat kan ook. 
Je mag niet noteren: De giraf heeft dorst / de giraf kijkt lief  (dit denk jij!, je ziet dat niet!)
Afkorting                 Handeling                         Omschrijving gedragshandeling

St                                  Staan                                      Met alleen de 4 poten op de grond, geen beweging
Kb                                 Kop naar beneden             Buigt in nek naar voren, kop richting de grond
Spr                                Spreiden voorpoten           Zet li poot naar links en re poot naar rechts
Dr                                  Drinken                                 Opent bek, water in bek, bek dicht, slikt
Ove                                Overeind komen                Zet met de gespreide li en re poot af en brengt die poten bij elkaar
Sz                                   Staart zwiept                      Staart beweegt naar li en re en terug

Slide 20 - Tekstslide

Wat weet je van een ethogram?

Wat is ...............waar?
NIET
A
Je schrijft op wat een dier doet
B
Een gedragshandeling wordt omschreven
C
Je schrijft bijv. op dat een hond agressief is
D
Het is een lijst met beschrijvingen van gedrag

Slide 21 - Quizvraag

Protocol: gedragsketens bepalen (hoe vaak)

In tweetallen:
A: observeert en roept wanner de handeling verandert.
B: noteert 
 
Je kunt ook turven hoe vaak een handeling voorkomt.


Slide 22 - Tekstslide

Resultaat
Overzicht van de manier waarop een dier de tijd besteed.

Cirkeldiagram kan ook

Slide 23 - Tekstslide


Wat is een protocol?

A
Je schrijft op wat je van het gedrag vindt
B
Een lijst waarop je kunt zien welke gedragshandelingen voorkomen bij één dier
C
Je schrijft op wat het dier doet
D
Een lijst waarop je kunt zien hoe vaak een gedragshandeling voorkomt bij alle dieren van één soort

Slide 24 - Quizvraag

Protocol gegevens bekijken en conclusies trekken
1. Welke gedragshandelingen komen het vaakst voor? Je noteert de top 3.

Noteer:
Gedragshandeling               Aantal keren
1. .................................                  .... x
2. .................................                 .... x
3. .................................                 .... x

Slide 25 - Tekstslide

Protocol gegevens bekijken en conclusies trekken
2. Zijn er gedragsketens te herkennen?  Een gedragsketen bestaat uit gedragshandelingen die elkaar steeds opvolgen. Minimaal 3 gedragshandelingen vormen een keten.

Gedragsketen:
Gedragshandeling 1   ........................ daarna           Gedragshandeling 2 .................................   daarna                 Gedragshandeling 3  .........................         

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Slide 28 - Video

Huiswerk
Bestudeer blz. 82 t/m 85.

Maken opdr. 3 t/m 13 
+ nakijken (met een andere kleur pen/potlood).

Slide 29 - Tekstslide