Les 1

Les 1 Hersenen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
ProjectBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 1 Hersenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
  •  Vooruitblik project
  •  Kennis: functie
  •  Projectstappen 1 t/m 6

Slide 2 - Tekstslide

Vooruitblik
Je beantwoordt je eigen leervraag. Daarnaast gaan we aan de slag met:

• de onderdelen van je hersenen
• leren, neuronen en soorten geheugen
• voor je hersenen zorgen 
• een magisch mapje maken

Slide 3 - Tekstslide

Bij het onderzoekend leren werken we aan de hand van dit stappenplan.

Slide 4 - Tekstslide

                             Kennis

Slide 5 - Tekstslide

Wat doen je hersenen?

De hersenen regelen:
• hoe je beweegt (bijv. ademhalen, lopen)
• wat je doet (bijv. huilen)
• wat je onthoudt (bijv. wat je gisteren hebt gegeten)
• wat je denkt/voelt (Als je iets ziet, hoort, voelt, ruikt of proeft, geven je hersenen er betekenis aan: je proeft bijvoorbeeld patat en denkt: ‘Wat lekker!’.)

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Je hersenen geven betekenis: ze ‘zeggen’ wat iets betekent.
Voorbeeld:
Het mkaat neit zoevel uit in wleke vorlgode de lerttes van een wrood saatn.
Als de eetsre en de ltasate lteetr op de jsuite paatls saatn,
kun je de mesete wreoodn gweoon leezn.
Dit kmot ddaorot je hrnenesen de ltretes niet arpat leezn, maar als hlee woredon.

Slide 8 - Tekstslide

Gezichtsbedrog
Soms worden je hersenen gefopt.
Dat heet gezichtsbedrog of optische illusie.
Voorbeeld:
Welke platte lijn is langer? De bovenste of onderste?

Slide 9 - Tekstslide

Nog een voorbeeld dat je hersenen gefopt worden:
Luister goed bij de video…

Slide 10 - Tekstslide

En nog een voorbeeld dat je hersenen gefopt kunnen worden...

Slide 11 - Tekstslide

Als je een hersenaandoening hebt, werken de hersenen niet goed.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Stap 1: Wat is het onderwerp
Oriënteer je op het onderwerp. 

• Wat heeft de juf verteld over het onderwerp?
• Kijk in boeken over het onderwerp.
• Zoek op internet over het onderwerp.

Maak aantekeningen op de projectbladen bij stap 1.

Slide 14 - Tekstslide

Tips
Tips voor zoekwoorden (ook afbeeldingen): hersenen, brein, zenuwen, neuronen, hersenhelften, hersenkwabben, MRI-scan, EEG, hersenaandoening, optische illusie, gezichtsbedrog, …

Tips voor websites:
• www.docukit.nl
• www.jeugdbieb.nl
• www.schooltv.nl
• https://9-12.jeugdbibliotheek.nl/weten/info-voor-werkstuk-en-spreekbeurt.html

• www.hersenstichting.nl
• www.devart.nl/neurokids/home.html
• www.brainmatters.nl
• www.herseninstituut.nl

Slide 15 - Tekstslide

Maak een woordweb

Schrijf op de projectbladen bij stap 2 minstens zes woorden die te maken hebben met het onderwerp.


Stap 2: Wat weet ik er al van?

Slide 16 - Tekstslide

Stap 3: Welke kennis wil ik opdoen?
  • Vink aan welke voorbeeld-leervragen je interessant lijken.
    Of bedenk zelf leervragen.
    Maak vragen waarbij je analyseert, evalueert of creëert.

  • Kies daarna één leervraag die jij in dit project gaat beantwoorden.

Slide 17 - Tekstslide

Stap 4: Hoe ga ik presenteren?


Bedenk hoe je het antwoord op jouw leervraag, op een boeiende manier, wilt presenteren. 
Vink aan of vul dit in op de projectbladen bij stap 4.

Slide 18 - Tekstslide

Stap 5: Aan welk persoonlijk leerdoel ga ik werken?


  • Kies één persoonlijk leerdoel bij stap 5 op de projectbladen.
  • Vul in hoe je aan jouw doel gaat werken om er beter in te worden.

Slide 19 - Tekstslide

Stap 6: Wat is mijn planning?
Dit project duurt vijf weken.

Maak de planning op de projectbladen bij stap 6 af.

We veranderen het één en ander, omdat we 3 lessen minder hebben.
!

Slide 20 - Tekstslide

Afsluiting
Vraag aan elkaar 
(in twee- of drietallen):  

 Wat vind je van het onderwerp van dit project? Waarom?
 Wat heb je deze les geleerd? 
Noem minimaal één ding.
 

Slide 21 - Tekstslide

Schoolopdracht
  • Maak de stappen 1 t/m 6 helemaal netjes en volledig af.
  • Je gaat beginnen met onderzoek doen naar jouw leervraag. Verzamel boeken en websites (schrijf op) waarin jij het antwoord op jouw vraag zou kunnen vinden.
    Je gaat nog niet op zoek naar het antwoord.

Slide 22 - Tekstslide