In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Burgers en stoommachines
De opkomst van de machines
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel: ik kan uitleggen op welke manier de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk maakten.
Slide 3 - Tekstslide
Wanneer is de tijd van Burgers en Stoommachines?
A
1700-1800
B
1800-1900
C
1600-1700
D
1900-1950
Slide 4 - Quizvraag
Industriële revolutie
Slide 5 - Woordweb
Slide 6 - Video
Begin van de Industriële revolutie in Engeland. Mensen gaan uitvindingen doen
Jethro Tull reisde rond door Europa en deed allerlei ideeën en opvattingen op. Op het landgoed van zijn ouders merkte hij dat er veel zaad verloren ging.
Hij ontwikkelde een zaaimachine waardoor er met dezelfde hoeveelheid zaaizaad de oogsten acht keer zo groot werden, omdat er nu niets meer werd verspild, in rijen werd gezaaid en het gat dichtgemaakt werd zodat vogels het zaad niet op konden eten.
Slide 7 - Tekstslide
Van open fields naar Enclosures.
Meer landbouwmachines uitgevonden, waren erg duur en alleen geschikt voor grote stukken grond.
Probleem: klein deel landbouwgrond was akkerland=> de open/comon fields. Elke boer had hier grond voor eigen gebruik en landarbeiders, keuterboeren gebruikten ze voor vee en wintervoer.
Common fields: grote weilanden,bossen die door de dorpsbewoners gemeenschappelijk worden gebruikt.
Slide 8 - Tekstslide
Enclosures en Enclosure Acts door Engels parlement in de 18e eeuw.
Privatiseren en omheinen van de common fields. Er werden heggen en muren om de grond heengezet als teken van privébezit. Vooral de landadel kocht veel en goedkope grond.
Het herverkavelen van de open fields, zodat er grote, aaneengesloten percelen ontstaan.
Gevolgen: grootschalige en daardoor efficiëntere landbouw. Kleine boeren geen werk meer en vertrokken naar de stad.
Slide 9 - Tekstslide
De zaaimachine van Jethro Tull kun je zien als 1 van de 1e voorbeelden van de industriële revolutie
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
De nieuwe landbouwmachines die uitgevonden werden waren groot, duur en alleen geschikt voor grote stukken grond.
A
waar
B
niet waar
Slide 11 - Quizvraag
De open of common fields bleken een probleem voor de nieuwe landbouwmachines, welke redenen kun je hierbij noemen?
A
Elke boer had hier grond voor eigen gebruik en landarbeiders, keuterboeren gebruikten ze voor vee en wintervoer.
B
Elke boer had hier grond voor eigen gebruik. Landarbeiders en keuterboeren konden bij hen vlees en wintervoer kopen.
C
Common fields waren grote weilanden, bossen die eigenlijk alleen maar werden gebruikt voor vermaak en brandhout.
D
Common fields waren grote weilanden, bossen die door de dorpsbewoners gemeenschappelijk worden gebruikt.
Slide 12 - Quizvraag
Enclosures en de enclosure acts zijn?
A
Het omheinen van landbouwgrond door de landadel om. stroperij te voorkomen.
B
Privatiseren, omheinen van de open fields.Heggen, muren om de grond heengezet als vb privébezit.
C
Het doorverkopen van de common fields aan iedereen die geld genoeg had door locale landheren.
D
Het herverkavelen van de open fields, zodat er grote, aaneengesloten percelen ontstaan.
Slide 13 - Quizvraag
De gevolgen van de enclosures en enclosure acts waren dat er grootschalige en daardoor efficiëntere landbouw kwam. Kleine boeren hadden geen werk meer en vertrokken naar de stad.
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Agrarische Revolutie 1700-1750
De agrarische productie steeg enorm=> agrarische revolutie.
Oorzaken:
Door enclosures meer landbouwgrond.
Nieuwe gewassen gekweekt en betere fokmethodes vee, zaaizaadselectie, betere onkruidbestrijding, betere werktuigen, wisselbouw van gewassen=> vb. graan en voedergewassen zoals knollen en klaver afgewisseld. Zo herstelde vruchtbaarheid van de grond en meer vee mogelijk.
Slide 15 - Tekstslide
Vanaf 1850 groei voedselproductie door kunstmest en mechanisering. Gevolg=> meer en betere kwaliteit van het voedsel ook in de steden.
Transportrevolutie: betere wegen, aanleg van kanalen en spoorwegen konden er gemakkelijker en sneller grondstoffen, producten en voedsel in de steden worden afgezet.
Gevolg: specialisatie landbouw en urbanisatie.
Slide 16 - Tekstslide
Demografische Revolutie
Meer, betere kwaliteit voedsel door agrarische revolutie=> bevolkingsgroei, afname kindersterfte.
Beter drinkwater door aanleg waterleiding en riolering=> betere hygiëne, verbetering in medische zorg => gevolg lager sterftecijfer.
Gevolg demografische revolutie= daling sterftecijfers en groei van de Europese bevolking.
Slide 17 - Tekstslide
De productie van aardappelen zorgde voor meer voedsel voor de bevolking, waar of nietwaar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quizvraag
Kindersterfte nam toe in de loop van de 19e eeuw. Waar of niet waar
A
waar
B
niet waar
Slide 19 - Quizvraag
noem twee gevolgen van de demografische revolutie die de industriële revolutie mogelijk maken.
Slide 20 - Open vraag
Waarom was de agrarische revolutie belangrijk voor industrialisatie?
Slide 21 - Open vraag
Hoe maakten de agrarische revolutie en de demografische revolutie de Industriële Revolutie mogelijk?