Les 7 - Regenten & Vorsten - deel 3

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Tekstslide

Kerndoel 52
De leerlingen leren over kenmerkende aspecten van de volgende tijdvakken: jagers en boeren; Grieken en Romeinen; monniken en ridders; steden en staten; ontdekkers en hervormers; regenten en vorsten; pruiken en revoluties; burgers en stoommachines; wereldoorlogen en holocaust; televisie en computer. De vensters van de canon van Nederland dienen als uitgangspunt ter illustratie van de tijdvakken.

Slide 2 - Tekstslide

Kerndoel 51
De leerlingen leren gebruik te maken van eenvoudige historische bronnen en ze leren aanduidingen van tijd en tijdsindeling te hanteren.

Slide 3 - Tekstslide

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de wereldgeschiedenis.

Slide 4 - Tekstslide

Tijdbalk
Tijd van regenten en vorsten 1600 - 1700

Slide 5 - Tekstslide

Je leert vandaag:
  • Wat voor soort schilderijen een kunstschilder maakt.
  • Wat een instrumentenmaker is.
  • Hoe de stad voor zijn inwoners zorgt of hen straft. 

Slide 6 - Tekstslide

Kunstschilders
In ons land werken in de gouden eeuw veel kunstschilders. Hun schilderijen verkopen zij vooral aan rijke mensen in de steden. Die schilderijen komen dan als versiering in hun huis te hangen. 
Rembrandt
Een bekende schilder uit de 17e eeuw is Rembrandt. Zijn schilderij 'De Nachtwacht' is heel bekend. 
Smaak
De schilders houden rekening met de smaak van de kopers. Daarom maakt de ene schilder portretten. En de andere stillevens. 

Slide 7 - Tekstslide

Filmpje: Kunst uit de gouden eeuw (3.30 min)

De inrichting van een huis en schilderkunst ons heel veel kunnen vertellen over het leven en de rijkdom van mensen uit de Gouden Eeuw.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Voor hun schilderijen kiezen kunstenaars verschillende onderwerpen.
Welke onderwerpen zie je op het schilderij?
A
een portret
B
een stilleven
C
het dagelijks leven
D
een landschap

Slide 10 - Quizvraag

Voor hun schilderijen kiezen kunstenaars verschillende onderwerpen.
Welke onderwerpen zie je op het schilderij?
A
een portret
B
een stilleven
C
het dagelijks leven
D
een landschap

Slide 11 - Quizvraag

Voor hun schilderijen kiezen kunstenaars verschillende onderwerpen.
Welke onderwerpen zie je op het schilderij?
A
een portret
B
een stilleven
C
het dagelijks leven
D
een landschap

Slide 12 - Quizvraag

Voor hun schilderijen kiezen kunstenaars verschillende onderwerpen.
Welke onderwerpen zie je op het schilderij?
A
een portret
B
een stilleven
C
het dagelijks leven
D
een landschap

Slide 13 - Quizvraag

Werkplaats
Iedere schilder werkt in een atelier. Zijn leerlingen krijgen daar schilderles. Een leerling begint als hulpje. Soms mogen de beste leerlingen een schilderij van de schilder afmaken. 
Kleuren
Het hulpje van de schilder moet verf maken. Elke kleur maakt hij van een andere kleurstof. Witte verf maakt hij van lood. Lood is erg giftig, daarom moet je met dat metaal heel voorzichtig zijn. 
Van gekleurde aarde maakt hij geel en bruin. 
Blauw van gemalen edelstenen en rood van gemalen luizen. 

Slide 14 - Tekstslide

Uitvindingen
In ons land zijn in de gouden eeuw veel mensen die allerlei soorten instrumenten uitvinden en maken. 
Zeekaarten
Verrekijker
Passer

Slide 15 - Tekstslide

De brandspuit
De brandspuit is een belangrijke uitvinding. Er kan daarmee water uit de gracht gepompt worden. Mensen hoeven geen emmertjes water meer door te geven bij een brand. 

Slide 16 - Tekstslide

Waarom was de brandspuit een belangrijke uitvinding?

Slide 17 - Woordweb

Filmpje: Niet iedereen had het goed (1.23 min)


In de Gouden Eeuw ging het erg goed met Nederland. Veel mensen waren rijk. Maar niet iedereen had het zo goed. Veel mensen, ook kinderen, moesten hard werken en verdienden bijna niets.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Arm
In de 17e eeuw krijgen arme mensen hulp van de armenzorg. Ze krijgen daar eten en kleding. 
De armenzorg heeft daar wel geld voor nodig. 
Dat geld krijgen ze door loterijen en inzamelingen te houden. 

Slide 20 - Tekstslide

Alleen
In een weeshuis wonen weeskinderen. Dat zijn kinderen waarvan de ouders dood zijn. Of de ouders hebben de kinderen na de geboorte aan het weeshuis gegeven. 
Veel weesjongens worden later scheepsjongen.
Veel weesmeisjes worden hulp in de huishouding. 

Slide 21 - Tekstslide

Lijkt het je leuk om in een weeshuis te wonen?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quizvraag

Ziek
Zieke en oude mensen kunnen in de 17e eeuw naar een gasthuis. 
Dat is een soort ziekenhuis. 
Maar in een gasthuis word je vaak nog zieker dan je al bent. 
Er liggen veel mensen op één zaal.
Het is er smerig.

Slide 23 - Tekstslide

Hoe komt het dat je in de 17e eeuw vaak nog zieker wordt als je naar een ziekenhuis gaat?

Slide 24 - Woordweb

Gevangen
Als je iets fout doet kom je in de gevangenis waar je moet werken. 
Mannen moeten naar het rasphuis.
Daar raspen ze harde houten boomstammen tot zaagsel.
Van dat zaagsel wordt rode verf gemaakt. 
Spinhuis
Vrouwen die iets fout gedaan hebben moeten naar het spinhuis. 
Daar moeten zij wol spinnen. 

Slide 25 - Tekstslide

Hoe heet de gevangenis voor mannen in de 17e eeuw?
A
rasphuis
B
spinhuis

Slide 26 - Quizvraag

Hoe heet de gevangenis voor vrouwen in de 17e eeuw?
A
rasphuis
B
spinhuis

Slide 27 - Quizvraag

Evaluatie

Slide 28 - Tekstslide

Wat klopt er niet in de afbeelding over de gouden eeuw?

Slide 29 - Woordweb

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 30 - Tekstslide