In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
WELKOM 2HA
Neem plaats.
Pak alvast een pen.
timer
3:00
Slide 1 - Tekstslide
1. Hoe spel jij?
2. De verschillende spellingstrategieën.
3.Oefenen met werkwoordspelling en spellingstrategieën.
4. Reflecteren.
Wat gaan we vandaag doen?
Slide 2 - Tekstslide
‘Hoe ga jij te werk als je een werkwoord moet spellen?' Leg uit waarom je zo te werk gaat in ongeveer drie zinnen. Er zijn geen goede of foute antwoorden!
Klaar? Plak je post-it op de poster.
Noteer op de post it:
timer
5:00
Slide 3 - Tekstslide
Je weet welke spellingstrategieën er zijn.
Je weet welke spellingstrategie jij (bewust of onbewust) gebruikt.
Je hebt geoefend met werkwoordspelling.
Lesdoelen
Slide 4 - Tekstslide
De verschillende spellingstrategieën
1) Spellen op gevoel: Je spelt een woord omdat 'het er goed uitziet' en voert niet bewust de regels uit. Je kunt met deze strategie vaak niet uitleggen waarom je een bepaald antwoord geeft.
Slide 5 - Tekstslide
De verschillende spellingstrategieën
2) Spellen op woordfrequentie: Een spellingsvorm die vaak voorkomt, gebruik jevaker, ook als was de minder vaak voorkomende vorm goed geweest. Zo spel je bijvoorbeeld het woord geloofd vaak als gelooft, omdat je deze vorm vaker voorbij ziet komen.
Slide 6 - Tekstslide
De verschillende spellingstrategieën
3) Een grammaticale analyse maken.
Je voert eerst de drie basisregels uit. Je bepaalt in welke tijd de zin staat, of het te spellen woord de persoonsvorm is en wat het onderwerp is om zorgvuldig tot de juiste spellingvorm te komen.
Slide 7 - Tekstslide
De verschillende spellingstrategieën
4) De algoritmische methode. Je beantwoord vragen in een stappenplan om tot de juiste spellingvorm te komen.
Met deze spellingstrategie gaan we het volgende lesdeel werken.
Slide 8 - Tekstslide
Oefenen
Gooi een werkwoord! Dobbel één keer voor het woord. Dobbel nog een keer om te zien hoe jij de zin moet gaan schrijven.
timer
10:00
Slide 9 - Tekstslide
1. Vertellen
2. Lopen
3. Worden
4. Kijken
5. Gebeuren
6. Schrijven
Slide 10 - Tekstslide
Bespreken
Vergelijk de spelling van jouw tien zinnen met die van je buurman of buurvrouw. Formuleer voor jezelf een antwoord op de vraag:
'Welke spellingstrategie heb jij toegepast bij het schrijven van de werkwoorden in jouw zinnen?'
timer
5:00
Slide 11 - Tekstslide
Welke spellingstrategie heb jij toegepast bij het schrijven van de werkwoorden in jouw zinnen?
Slide 12 - Open vraag
Reflecteren
Blik terug op wat we deze les hebben gedaan en vul de enquête in.
De link naar de vragenlijst vind je op Magister bij het huiswerk voor deze les.
timer
5:00
Slide 13 - Tekstslide
Je weet welke spellingstrategieën er zijn.
Je weet welke spellingstrategie jij (bewust of onbewust) gebruikt.