In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H3 Regenten en Vorsten
Slide 1 - Tekstslide
Voordat je begint:
Lees eerst de vraag goed door
herhaal de vraag in je antwoord
geef antwoord op de vraag, leg je antwoord uit als daar om gevraagd wordt en lees je antwoord nog een keer goed na voordat je het inlevert.
Slide 2 - Tekstslide
Leg de volgende begrippen uit: 1. Absolutisme 2. Handelskapitalisme 3. Wereldeconomie 4. Wetenschappelijke revolutie
Slide 3 - Open vraag
Leg uit welk begrip het beste past bij de afbeelding en leg je antwoord uit met een beeldelement.
Slide 4 - Open vraag
Noem TWEE groepen migranten die in de 17e eeuw naar de Republiek migreerden en leg bij elke groep uit welke reden zij hadden.
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Open vraag
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Open vraag
Is er in de Republiek sprake van een democratisch bestuur? Leg je antwoord uit, gebruik in je antwoord de begrippen: regenten en oligarchie
Slide 11 - Open vraag
Lees bron 2 en 3. Leg met een voorbeeld uit de bron uit dat Jan Pieterszoon Coen in 1893 heel anders werd gezien dan in 2012 en geef hier een verklaring voor.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Open vraag
Bron links - Slaven in Brazilië verwerken suiker onder toezicht van een opzichter.
Gebruik de bron 2p Leg met twee beeldelementen uit dat deze afbeelding past bij de WIC.
Slide 14 - Open vraag
Gebruik de vier zinnen (a-d) 2p Noteer de letters a-d met daarachter telkens juist of onjuist. a Burgers in de Republiek kochten meer schilderijen dan in andere landen. b De katholieke kerk was verboden in de Republiek. c In de Republiek mochten op geloofsgebied alleen protestantse boeken worden verkocht. d Rijke burgers waren de opdrachtgevers voor Rembrandts Nachtwacht.
Slide 15 - Open vraag
Gebruik de bron - Uit de Inleiding van een door de Staten-Generaal uitgegeven officiele bijbel voor de Republiek. -Uit deze bron blijkt dat het calvinisme in de Republiek de officiële godsdienst was. 3p - Noteer drie bronelementen waaruit dat blijkt.
Slide 16 - Open vraag
Welke bestuursvormen heeft Engeland, De Republiek en Frankrijk?
(Kies uit: Het parlement, de Staten-Generaal of absolutisme)
Slide 17 - Open vraag
Beschrijf hoe in de Republiek met andere godsdiensten werd omgegaan
Slide 18 - Open vraag
Geef aan hoe het kwam dat de Republiek zo rijk en welvarend was