Les 1, 2 en 3 Doelgericht, standpunt en kern van teksten

Herhaling
Les 1 - Doelgericht communiceren
Les 2 - Standpunt en argument
Les 3 - Kern van teksten
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling
Les 1 - Doelgericht communiceren
Les 2 - Standpunt en argument
Les 3 - Kern van teksten

Slide 1 - Tekstslide

Les 1 
Doelgerichte communicatie

Slide 2 - Tekstslide

Dit is een voorbeeld van doelgerichte communicatie.
A
Juist
B
Fout

Slide 3 - Quizvraag

Teksttype

Slide 4 - Woordweb

Tekstsoort

Slide 5 - Woordweb

Tekstdoel

Slide 6 - Woordweb

Teksttype
Tekstsoort
Tekstdoel
Krantenartikel
Handleiding
Stripverhaal
Informatieve tekst
Persuasieve tekst
Opiniërende tekst
Informeren
Overtuigen
Instructies geven

Slide 7 - Sleepvraag

Informatieve tekst
Persuasieve tekst
Prescriptieve tekst
Iets mee te delen, informatie te geven
iemand overtuigen of beïnvloeden
Instructies geven

Slide 8 - Sleepvraag

Opiniërende tekst
Narratieve tekst
Argumentatieve tekst
Argumenten geven voor een standpunt.
Verhaal vertellen 
Je mening geven.

Slide 9 - Sleepvraag

Teksttype?
A
Kortingsbon
B
Reclame
C
Toegangsticket
D
Brochure

Slide 10 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
Een staafdiagram
B
Amuseren
C
Informeren

Slide 11 - Quizvraag

Teksttype?
A
Gesprek
B
Artikel
C
Weetje
D
Interview

Slide 12 - Quizvraag

Teksttype + tekstdoel?
A
Uitnodiging - informeren
B
Affiche - gedachten beïnvloeden
C
Affiche - informeren
D
Corona-app - gedachten beïnvloeden

Slide 13 - Quizvraag

Teksttype?
A
Weerbericht
B
Verhaal vertellen
C
Weerkaart
D
Gedachten beïnvloeden

Slide 14 - Quizvraag

Een kortingsbon is een tekstdoel.
A
Juist
B
Fout

Slide 15 - Quizvraag

Teksttype?
A
Weerkaart
B
Weerkaart + weerbericht
C
Weerbericht
D
Geen van de drie bovenstaande

Slide 16 - Quizvraag

Tekstdoel?
A
Informeren
B
Instructie geven
C
Gedachten beïnvloeden

Slide 17 - Quizvraag

Welke tekstsoort is een lezersbrief in de krant?
A
Informatieve tekst
B
Prescriptieve tekst
C
Persuasieve tekst
D
Opiniërende tekst

Slide 18 - Quizvraag

Welke tekstsoort zijn de spelregels?
A
Informatieve tekst
B
Prescriptieve tekst
C
Persuasieve tekst
D
Opiniërende tekst

Slide 19 - Quizvraag

Les 2 
Standpunt en argument

Slide 20 - Tekstslide

Standpunt

Slide 21 - Woordweb

Argument

Slide 22 - Woordweb

Stelling = argument --> conclusie
A
Juist
B
Fout

Slide 23 - Quizvraag

Conclusie = standpunt --> argument
A
Juist
B
Fout

Slide 24 - Quizvraag

Stelling
Conclusie
Standpunt --> argument
Argument --> standpunt

Slide 25 - Sleepvraag

Ik ga morgen naar de bioscoop, want er draait een leuke film. Argument?

Slide 26 - Open vraag

'Ik vind jullie een plezante klas omdat jullie naast hard werken ook openstaan voor wat humor.'
A
Stelling
B
Conclusie

Slide 27 - Quizvraag

Niemand leest nog boeken, dus bibliotheken zijn overbodig. Argument?

Slide 28 - Open vraag

Simon wil naar Spanje op vakantie, aangezien het in België heel koud is.
A
Stelling
B
Conclusie

Slide 29 - Quizvraag

Les 3 
Kern van teksten

Slide 30 - Tekstslide

De belangrijkste zin van een alinea of een tekst is de ...
A
titel
B
tussentitel
C
hoofdlijn
D
hoofdgedachte

Slide 31 - Quizvraag

Oriënterend lezen
Globaal lezen
Intensief lezen
Kritisch lezen
Zoekend lezen
Genietend lezen
Titel, tussentitel... bekijken 
Inleiding en slot lezen
Tekst grondig lezen
Eigen oordeel vormen over de tekst
Een of enkele dingen wil weten
Lezen voor plezier

Slide 32 - Sleepvraag