Speeddating

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

phrases-clés C

Vervang de schuingedrukte woorden door andere woorden uit de vocabulaire van chap 3

phrases clés G

Vervang de schuingedrukt woorden door andere woorden uit de vocabulaire

Bij het einde van de timer:

staan de tafels 

tegenover elkaar,

in tweetallen.

Regels:

• Elk gesprek duurt 2 minuten, daarna wissel je door.
• Je gesprek gaat over het onderwerp op het bord

Onderwerp 1

Phrases-clés C 

met dezelfde zinnen als in het boek

Onderwerp 2

Phrases-clés C

Je hebt de schuingedrukte woorden vervangen door andere woorden

Onderwerp 3

Phrases-clés G

Gebruik de zinnen uit het boek

Onderwerp 4

Phrases- clés G

Je hebt de schuingedrukte woorden vervangen door andere woorden

Exercice 29a

1 Ik ontmoet hem.

2 Je kijkt naar haar. / Jij bekijkt haar.

3 Hij leest ze.

Exercice 29c

2 cette ville vrl. enk.

3 le bus mnl. enk.

4 la cuisine française vrl. enk.

5 les olives niçoises meerv.

6 le guide Michelin mnl. enk.

Exercice 29d

1 la

2 le

3 l’

4 les

5 le

Exercice 29e

1 l’

2 l’

3 le

4 les

5 l’

Exercice 30a

Réponse type:

Als er een heel werkwoord in de zin staat, komen le en l' daarvoor te staan. Staat er geen heel werkwoord in de zin, dan komen le en l' voor het eerste werkwoord in de zin.

Exercice 30c

1 A

2 B

3 A

 

Exercice 30d

1 Je […] veux le visiter.

2 Je les ai […] déjà achetés hier.

3 Je le visite […] souvent.

4 On […] va les regarder ensemble.

5 On […] va le prendre à dix heures.

Exercice 30e

1 Oui, je vais les passer en Grèce.

2 Oui, nous l’organisons.

3 Oui, je veux les accompagner.

4 Oui, je l’ai vu.

5 Oui, elle va les préparer.

Ex. 17 chap 4

Exercice 17a [inline keuze]

1 l'

2 les

3 l'

4 les

5 la

Exercice 17b

1 - -

2 la série Riverdale la

3 de très bons acteurs les

4 la première saison la

5 la série l’

6 de nouveaux épisodes les

Exercice 17c

1 l'ai rencontré

2 aime les porter

3 le regarde tout le temps

4 les trouve sympas

Ex. 18 chap 4

1. J'ai été en France/ Italie/ Belgique/ Autriche/Allemagne/ Thailande etc.

J'ai été au Portugal/ Maroc/Vietnam

J'ai été aux États-Unis 

2. C'était super/ génial/ chouette!

C'était nul

3. J'ai fait de la grasse matinée

J'ai visité  (stad)

4.J'ai rencontré des ami(e)s etc.

5. Ce weekend je vais jouer au hockey/ je vais jouer à la console/ je vais jouer au foot etc.

6. Oui, je veux bien.

Non, je ne peux pas.

Apprendre:

Voca + phrases-clés chapitre 3

Si tu as de questions? Pose-les!