Les 7. De vloer dweilen + deeltoets

• D&Z
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Les 7. De vloer dweilen

Wat weet je nog van de vorige les?

Na deze les weet ik

- Wat je nodig hebt om te dweilen

- Hoe je reinigingsmiddel moet doseren

- hoe je moet dweilen

- Waar en wanneer je gaat dweilen

 

Een vloer schoonmaken kan op allerlei manieren.

Waar moet je op letten:

- Je houding (rug) bij het uitwringen van de dweil.

- De manier waarop je de dweil uitwringt: polsen recht houden!

- Hoe doe je de dweil onder de vloertrekker.

- Dweilen in banen.

- Loop zelf niet over het natte deel. Dan krijg je voetafdrukken.

0

benodigdheden

-Emmer (groot)

-Allesreiniger

-Stoffer en blik

-Dweil

-Trekker

-Werkdoek

Aandachtspunten:

-Als er losliggend vuil over de vloer ligt moet je de vloer eerst vegen met een zachte bezem

-Loop tijdens het dweilen achteruit. Loop niet over de gedweilde vloer

-Spoel de dweil tijdens het dweilen regelmatig uit in de emmer

-Is de vloer erg vuil, dan dweil je 2x. De eerste keer met een tamelijk natte dweil, de tweede keer met een uitgewrongen dweil.

werkvolgorde 1 t/m 4:

1. Pak de emmer en vul deze met lauw water

2. Pak de allesreiniger, lees op het etiket hoeveel je nodig hebt

3. Doe de juiste hoeveelheid erin en zet de emmer in de ruimte die je gaat dweilen

4. Pak stoffer en blik en veeg losliggend vuil op

              werkvolgorde 5 t/m 9

5. Pak de dweil en houdt deze bovenaan bij elkaar en dompel deze in het sop.

6. Trek de dweil door je andere hand uit het sop, vouw dubbel en wring boven de emmer uit.

7. Leg de dweil op de vloer en plaats de trekker erop

8. Vouw de voorste punten over de trekker

9. Begin in een hoek bij de plint

werkvolgorde 10 t/m 13

10. Dweil rondom langs de plint

11. Dweil onder de meubels

12. Dweil de rest van de vloer en eindig bij de deur.

13. Giet het sop weg en vul de emmer voor de helft met schoon water

                                                 werkvolgorde 14 t/m 18

14. Spoel de dweil in het water

15. Vouw de dweil dubbel en wring uit

16. Giet de emmer leeg, spoel deze uit, en droog de emmer met de werkdoek

17. Hang de dweil over de emmer en zet hem terug op de vaste plaats

18. Ruim de andere materialen op.

Welk schoonmaakmiddel gebruik je voor het dweilen? (1p)

1. Zeep
2. Chloor
3. Dettol reiniger
4. Allesreiniger

Na het filmpje voert de docent een korte klassengesprek met de leerlingen. Er wordt gevraagd:

- Wat heb je gezien in de video?

- Wat viel je op?

- Denk je dat een ergonomische houding jou zal helpen in de werkveld?

Hoe vaak denk je dat je dat je moet dweilen? (1p)

1. 3 keer per week
2. Alleen je duidelijke vlekken ziet
3. 1 keer per week
4. Om de twee weken

Noem twee dingen waar je op moet letten bij het dweilen (2p)

Noem 4 benodigdheden bij het dweilen (2p)

Klopt dit aandachtspunt bij het dweilen: 'spoel de dweil tijdens het dweilen regelmatig uit in de emmer' (1p)

1. Waar
2. Niet waar

Je begint in het midden met dweilen (1p)

1. Waar
2. Niet waar je begint bij de deur
3. Niet waar je begint bij de plint
4. Het maakt niet uit waar je begint

Wanneer dweil je de vloer 2 keer? (2p)