Present Perfect

Welcome to English class
Week 11 (15 - 19 March)
Class 2sC
Lesson 2
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to English class
Week 11 (15 - 19 March)
Class 2sC
Lesson 2

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

PRESENT PERFECT
Gebruik Present Perfect:
1. iets is in het verleden begonnen en is nu nog aan de gang.
2. iets is in het verleden gebeurd en je merkt nu nog het resultaat.

Voorbeelden:
1. I have lived in New York for seven years now.
    Ik woon al zeven jaar in New York. --> in het verleden begonnen en nog steeds bezig.

2. I have painted the door.
     Ik heb de deur geschilderd. --> in het verleden gedaan en je merkt nu nog resultaat.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

SIGNAALWOORDEN - FIJNE JAS!
  • F   for - (nu) al
  • Y   yet - al (in vraagzinnen)
  • N   never - (nog) nooit
  • E   ever - ooit

  • J   just - net
  • A   already - al
  • S   since - sinds

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
has / have + voltooid deelwoord
C
stam + S bij he / she / it

Slide 6 - Quizvraag

Welke woorden zijn signaalwoorden voor de Present Perfect?
A
never / ever / for / since
B
was / were / been
C
when / how / always

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat has caught ten mice since last year.
C
My dog never catches anything.

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has eaten 3 sandwiches so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 9 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.

Slide 10 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

___ you ever ___ (live) in China before?
A
Have lived
B
Has lived

Slide 11 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

My boyfriend ___ ___ (buy) me some
wonderful roses.
A
have bought
B
has bought
C
have buyed
D
has buyed

Slide 12 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

The dogs ___ ___ (not - eat) anything for three days.
A
haven't ate
B
hasn't ate
C
haven't eaten
D
hasn't eaten

Slide 13 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van de Present Perfect:

I ___ ___ (be) home since 3 o'clock.
A
have be
B
has be
C
have been
D
has been

Slide 14 - Quizvraag

Let's get to work!
What: go to https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/tenses/present_perfect_statements.htm
How: alone
Help: teacher, book, internet
Outcome: finished exercises
Finished: get started on your vocabulary, learn the Theme Words from chapter 3


Slide 15 - Tekstslide

I ________ (learn) about the Present Perfect today in class.

Slide 16 - Open vraag

Homework
Choose 10 words from the Theme Words and try to make 10 new sentences with these words. 

Bring them to class.

Slide 17 - Tekstslide