les 2 poëzie, proza, non-fictie

Poëzie
Proza
Non-fictie
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Poëzie
Proza
Non-fictie

Slide 1 - Tekstslide

poëzie (gedichten):

voorbeelden van kenmerken:
bijzonder taalgebruik, ritme, herhaling van woorden en zinnen. 

proza (verzonnen verhalen, literatuur):

voorbeelden van kenmerken:
gevoelens en gedachten, gedetailleerde beschrijvingen.
herhaling van de vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Bekijk wat er gebeurt met de woorden in dit gedicht. Wat valt je op?

Slide 3 - Tekstslide


Wat valt op aan de woorden?

Slide 4 - Open vraag


proza: (verzonnen verhalen):

voorbeelden van kenmerken:

gevoelens en gedachten van personage worden beschreven. 
De taal die gebruikt wordt, is soms figuurlijk gebruikt.

 
herhaling van de vorige les

Slide 5 - Tekstslide


Meneer Brunner parkeerde zijn rolstoel onder de gehandicaptenoprit. Hij at een stengel bleekselderij en las ondertussen een boek. Vanachter zijn rugleuning stak een rode paraplu omhoog, waardoor zijn rolstoel eruitzag als een gemotoriseerd terrastafeltje.
 

 


Slide 6 - Tekstslide

Ze grijnsde naar me met haar scheefstaande tanden. Haar sproeten waren oranje, alsof iemand haar gezicht had bespoten met vloeibare dorito’s. 

 



Welk kenmerk van proza herken je in bovenstaande zinnen?

Slide 7 - Tekstslide


Welk kenmerk van proza herkende in de vorige dia?
 

A
gedetailleerde beschrijving
B
figuurlijk taalgebruik
C
gevoelens van de hoofdpersoon
D
spanning

Slide 8 - Quizvraag

Ik probeerde kalm te blijven. De schoolbegeleider had het me ontelbare keren gezegd: ‘Tel tot tien, zorg dat je je drift onder controle houdt.’ Maar ik was zo kwaad dat ik niet meer kon nadenken. De woede bulderde in mijn oren.

 



Welk kenmerk van proza herken je in bovenstaande zinnen?

Slide 9 - Tekstslide


Welk kenmerk van proza herkende in de vorige dia?
 

A
gedetailleerde beschrijving
B
figuurlijk taalgebruik
C
gevoelens van de hoofdpersoon
D
spanning

Slide 10 - Quizvraag


non-fictie (teksten die niet verzonnen zijn):

voorbeelden van kenmerken:

letterlijk taalgebruik, geeft veel zakelijke informatie.
herhaling van de vorige les

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide


Hoe weet je dat de vorige tekst een non-fictie tekst is?
(Noem een kenmerk!)

Slide 13 - Open vraag

Deze les ga je:

  • Drie verschillende teksten over hetzelfde  onderwerp gebruiken.
  • Je zet de teksten in een document en slaat het op in je mapje Nederlands (OneDrive).
  • Je gaat op zoek in je teksten naar twee kenmerken die bij het soort tekst horen.
  • Schrijf daarbij voorbeelden die je in je teksten herkent.
poëzie, proza,
 non-fictie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

poëzie:    herhaling van zinnen

Als niemand kijkt...
Als niemand kijkt dan kan ik alles
Zolang er niemand kijkt
 

poëzie: maat/ritme
Ik ben béter dan Rónaldo  


Voorbeeld

Slide 16 - Tekstslide

proza:    gevoelens en gedachten

 

Voorbeeld

Slide 17 - Tekstslide

non-fictie:    duidelijk indeling van de tekst.

Inleiding:
Klaas-Jan Huntelaar is inmiddels uitgegroeid tot een echte Ajacied. Toch zag het daar in 2002 niet naar uit. De toen 19-jarige spits had maar één doel voor ogen en dat was doorbreken bij PSV. "Ik wil hier de eerste jeugdspeler sinds lange tijd worden die een basisplaats afdwingt."
middenstuk:
Dat zei hij destijds in een interview met Voetbal International. Het weekblad blikt met de kennis van nu terug op het interview dat Huntelaar 17 jaar geleden aan het blad gaf. De aanvaller stapte in de jeugd van De Graafschap over naar PSV, waar het slechts een kwestie van tijd leek voordat hij door zou breken. 

Voorbeeld

Slide 18 - Tekstslide

Let op: 

Stuur (via Magister-ELO-Opdrachten)
aan het einde van de les de drie teksten met de kenmerken en voorbeelden van jouw teksten in.

 
Einde van de les

Slide 19 - Tekstslide