Romantiek & Realisme 5B0

Literaire stromingen: Romantiek & realisme
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Literaire stromingen: Romantiek & realisme

Slide 1 - Tekstslide

WAT STOND ER CENTRAAL IN DE ROMANTIEK?
A
de begeerte
B
het gevoel
C
het verstand
D
de waanzin

Slide 2 - Quizvraag

Waarop was de Romantiek een reactie?
A
op de kunst van de middeleeuwen
B
op de kunst van het oude Rome
C
op de kunst van de rederijkers
D
op de kunst van de Verlichting

Slide 3 - Quizvraag

Achtergrond Romantiek
Men was teleurgesteld in de resultaten van de Verlichting en e Franse revolutie. 
"Vrijheid, gelijkheid en broederschap" ? Die waren er niet gekomen. 
In de kunst kwam er een omslag:
  • Van rationele en optimistische kijk
  • Naar emotioneel en vaak pessimistische kijk (de Romantiek)

Slide 4 - Tekstslide

De romanticus lijdt aan het leven en...

EN HIJ VLUCHT IN : 

  • de liefde voor de natuur
  • het verleden
  • bovennatuurlijke 
  • doodsdrift


typerende elementen van de Romantiek

Slide 5 - Tekstslide

De romantiek


De term "romantiek" komt

waarschijnlijk van de middel-

eeuwse 'romances', waar

romantici zich door

lieten inspireren.

Slide 6 - Tekstslide

Wat heeft absolute voorrang in de Romantiek?
A
het subjectieve
B
het objectieve

Slide 7 - Quizvraag

Welke van deze kunstwerken behoort NIET tot de romantiek?
A
B
C
D

Slide 8 - Quizvraag

De Romantiek : tijdvak?
A
negentiende eeuw
B
twaalfde eeuw
C
elfde eeuw
D
twintigste eeuw

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

'De Lorelei' van Heinrich Heine
is een gedicht dat behoort tot?
A
De Romantiek
B
Het realisme

Slide 11 - Quizvraag

De romantici waren ontevreden over de dagelijkse realiteit waarin ze leefden (industrialisatie, verstedelijking,...).
Hun werk wordt dan ook gekenmerkt door...
A
verveling
B
miserie
C
escapisme

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

'Het lijden van de jonge Werther' van Goethe behoort tot... ?
A
het Realisme
B
de Romantiek

Slide 14 - Quizvraag

KORTOM : 
  • Romantiek =  emoties, natuur, fantasie, het bizarre 

  • Realisme =  het gewone leven is interessant genoeg

Slide 15 - Tekstslide

ROMANTIEK 
REALISME 
voelen (subjectief)
observeren (objectief)
individu
milieu
vlucht uit de werkelijkheid - terug naar de natuur, verleden, legendes
beschrijft werkelijkheid in detail (fotografisch) - om ze te verbeteren, soms
fascinatie voor dood, bovennatuurlijke, mysterieuze
aandacht voor sociale problemen (armoede bv)
taal = persoonlijk, gevoelsgeladen 
taal = afstand, detail 

Slide 16 - Tekstslide

ALLES KOMT TERUG : 
  • nieuw realisme 
  • neoromantiek 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide