13.1 Ademen

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.1 Ademen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 13.1 Ademen

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen 13.1

luchtpijp, slijmvlies, (hoofd)bronchiën, bronchiolen, trilharen, ventilatie, middenrifspieren, buitenste en binnenste tussenribspieren, kleine borstspier, nekspieren, middenrif, buikspieren, restvolume, longvlies, borstvlies, ademfrequentie, ademvolume, vitale capaciteit, longcapaciteit

Slide 2 - Tekstslide

Waar of niet waar:
De luchtpijp zit achter de slokdarm
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Bouw longen
BINAS 83A

Slide 4 - Tekstslide

Bouw longen
Witte bloedcellen

Slide 5 - Tekstslide

Bouw longen
Witte bloedcellen
Slijm wordt met de trilharen naar boven bewogen en doorgeslikt.
Maagsap doodt eventuele bacteriën.

Slide 6 - Tekstslide

De bronchiën van de mens zijn bekleed met trilhaarepitheel. Wat is de belangrijkste functie van de trilharen?
A
Het transporteren van slijm met daarin opgenomen stof
B
Het vernietigen van schadelijke stoffen en ziekteverwekkende micro-organismen
C
Het verwarmen van de ingeademde lucht
D
Het wegvangen van stof uit de ingeademde lucht

Slide 7 - Quizvraag

Ventilatie
= verversen van de lucht in de longen

Slide 8 - Tekstslide

Inademing
Borstademhaling
Buitenste tussenribspieren trekken samen: 
borstkas gaat omhoog
Buikademhaling
Middenrifspieren trekken samen: 
middenrif gaat naar beneden
-> borstholte vergroot

Slide 9 - Tekstslide

Uitademing
Borstademhaling
Buitenste tussenribspieren ontspannen: 
borstkas gaat omlaag
Buikademhaling
Middenrifspieren ontspannen: 
middenrif gaat omhoog
-> borstholte verkleint



Slide 10 - Tekstslide

Extra diepe ademhaling
Hulp van spieren in de nek (nekspier) die de borstkas (kleine borstspier) extra optillen: diepere inademing

Hulp van de binnenste tussenribspieren om de borstkas extra naar beneden te trekken: diepere uitademing
Hulp van de buikspieren om het middenrif extra naar boven te drukken: diepere uitademing




Slide 11 - Tekstslide

Als een mens inademt, gebeurt o.a. het volgende:
A
de spieren van het middenrif trekken samen, waardoor het middenrif omhoog gaat
B
de longen zetten uit; hierdoor gaat de borstkas mee
C
de borstkas zet uit; hierdoor gaan de longen mee
D
de spieren van het middenrif ontspannen zich, waardoor het middenrif daalt

Slide 12 - Quizvraag

Verschillende spiergroepen zijn: spieren in de buikwand, middenrifspieren en twee groepen tussenribspieren.

Trekken bij zo diep mogelijke uitademing een of meer van de genoemde spiergroepen zich samen en zo ja, welke?
A
Geen van de spiergroepen trekt zich samen
B
Alleen de spieren van de buikwand trekken zich samen
C
De spieren van buikwand en bepaalde tussenribspieren trekken zich samen
D
De middenrifspieren en bepaalde tussenribspieren trekken zich samen

Slide 13 - Quizvraag

Bij iemand die met het hoofd naar
beneden aan een rekstok hangt,
kan uitademing plaatsvinden
onder meer door:

A
inwerking van de zwaartekracht op de borstkas
B
ontspanning van de spieren van de buikwand
C
samentrekking van de middenrifspieren
D
samentrekking van bepaalde tussenribspieren

Slide 14 - Quizvraag

Interpleurale ruimte
Ruimte tussen borstvlies en longvlies.
Gevuld met vloeistof (plakmiddel en smeermiddel)/ vacuüm
Hierdoor volgen de longen de beweging van de borstkas.


Slide 15 - Tekstslide

Klaplong





Als er lucht komt tussen het longvlies en het borstvlies is er sprake van een klaplong. De long ‘klapt’ in elkaar.

Slide 16 - Tekstslide

De ruimte tussen borstvlies en longvlies (interpleurale ruimte) is bij zoogdieren gevuld met lymfe-achtige vloeistof.

Wat zou er bij inademing gebeuren als deze ruimte niet met vloeistof was gevuld, maar in verbinding stond met de buitenlucht?
A
De druk in de borstholte zou kleiner worden
B
De druk in de longen zou kleiner worden
C
De longen zouden de bewegingen van de borstkas niet voldoende volgen
D
Het middenrif zou niet voldoende kunnen bewegen ten opzichte van de longen

Slide 17 - Quizvraag

Longfunctie en Vitale Capaciteit
VC is afhankelijk van:
geslacht - lengte - gewicht - gezondheid (rookgedrag)

Slide 18 - Tekstslide

Ademvolume
Ademfrequentie: aantal ademhalingen per minuut (in rust: 15x per min).

Ademvolume: de hoeveelheid lucht die bij één ademhaling in- en uitademt.

Vitale capaciteit: De maximale ademvolume

Restvolume: De hoeveelheid lucht die achterblijft in de longen na uitademen.

Longcapaciteit: totale longinhoud

‘Dode ruimte’: deel waar geen uitwisseling van gassen plaatsvindt. 
BINAS 83B

Slide 19 - Tekstslide

In de proefopstelling bevindt zich aanvankelijk in de
klok 6 liter water. Nadat de proefpersoon zo diep mogelijk
heeft ingeademd en daarna via het slangetje zo diep
mogelijk heeft uitgeademd, daalt de waterstand tot er
nog 1 liter water in de klok aanwezig is.

Met deze demonstratie wordt aangetoond dat bij de proefpersoon.....

A
een hoeveelheid lucht in de longen achterblijft
B
de longinhoud precies 5 liter is
C
de minimale hoeveelheid te verversen lucht 1 liter is
D
de maximale hoeveelheid te verversen lucht 5 liter is

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video

opdrachten 13.1
2, 4, 5, 10, 14, 15 en 16 

Slide 23 - Tekstslide