Woordenschat 1.2 verdieping

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Betekenis afleiden uit het woord
Woordenschat 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Planning

- Testje
- Theorie
- Opdrachten maken 

Slide 2 - Tekstslide

Doel:
Ik kan de betekenis afleiden uit het woord. 

Slide 3 - Tekstslide

Waarom leren wij dit?

Slide 4 - Tekstslide

Theorie
Je kunt de betekenis van een moeilijk of onbekend woord soms raden door goed te kijken:

- Is het woord samengesteld?
-Staan er voor- en/of achtervoegsels bij een woord dat je kent?
- Lijkt het onbekende woord op een woord dat je wel kent?

Slide 5 - Tekstslide

Samengesteld uit meerdere woorden?
Gebiedsverbod
Massacommunicatie

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent gebiedsverbod?
A. Een deel van een stad of land wordt gesloten
B. In een deel van een stad niet mogen komen
C. Iemand mag niet meer bieden op Marktplaats

Slide 7 - Tekstslide

Voor- en/of achtervoegsels
multi = veel
functioneel = bruikbaar
multifunctioneel = iets is op vele manieren te gebruiken

Gebruiken = met iets omgaan zodat je er wat aan hebt 
Her- = opnieuw

Slide 8 - Tekstslide

Wat betekent hergebruiken?
A. Vreemde gebruiken van andere culturen
B. Iets opnieuw nuttig inzetten
C. Iets van iemand lenen

Slide 9 - Tekstslide

oefenen
Ze mag er dan wel frêle uitzien, ze is sterker dan je denkt.

A. Broos
B. Adelijke dame
C. Verward

Slide 10 - Tekstslide

Wetenschappers staan voor een groot raadsel nu ze een minuscuul deeltje, een zogenoemde neutrino, hebben gemeten.


a. heel klein
b. ovaal
c. bol

Slide 11 - Tekstslide

Aan het begin van de werkdag ging Elia ijverig aan het werk. Na een paar uur had hij echter geen zin meer en gedroeg hij zich lui.

Slide 12 - Tekstslide

ijverig = met aandacht en werklust

Slide 13 - Tekstslide

Maken
alle opdrachten Woordenschat.

Slide 14 - Tekstslide