Kom uit die KRAAN!

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Bart keek graag bij de bouw. Elke dag stond hij achter het hek en keek naar de grote machines. Naar de wals, de cementwagen en de hijskraan.
En hij dacht: zou ik die machines kunnen besturen?

Slide 2 - Tekstslide

Elke middag gingen de bouwvakkers eten in de keet. 
Dan zeiden ze: "Bart, niemand mag de bouwplaats op. Let je op?"
"Goed," zei Bart. 
"En als iemand toch de bouw op gaat, bel dan de politie!"
"Goed," zei Bart.

Slide 3 - Tekstslide

Op een dag, toen de bouwvakkers zaten te eten,
kwamen er grote jongens langs.
"Zeg kleintje," zei de grootste jongen.
"Wij durven de bouw op. Maar jij durft dat niet."
"Ik durf wel, maar het mag niet," zei Bart.
"Nee, je durft niet!" zeiden de grote jongens. 
"Jij bent bang!" "Goed," zie Bart. "Ik ga de bouw op. 
Maar dan moeten jullie de politie bellen."
"Afgesproken!" zeiden de grote jongens.

Slide 4 - Tekstslide

Politie?" zei hij. "Er speelt een jongetje op de bouw. 
Hij klimt in de wals!"
"Dat mag niet!" zei de agent aan de telefoon.
"Wij komen eraan!"
Bart kroop onder het hek door en liep naar de wals.
De grootste jongen belde meteen de politie.

Slide 5 - Tekstslide

"Eens kijken of ik de wals kan besturen," zei Bart.
Hij startte de motor en walste eerst het hek plat 
en toen een auto.
De grote jongens schrokken ervan.

Slide 6 - Tekstslide

Bart klom uit de wals.
Hij zwaaide naar de grote jongens.
"Nu ga ik in de cementwagen," zei hij.
"Niet doen!" riepen de grote jongens.
"Je hebt net het hek platgewalst, en een auto!
Straks maak je nog meer ongelukken!"

Slide 7 - Tekstslide

Maar Bart zat al achter het stuur.
"Eens kijken of ik de cementwagen kan besturen," zei hij.
Hij startte de motor, reed een stukje en stortte beton op de straat.
"Ook dat nog!" kreunden de grote jongens. 
"Is dat jongetje gek geworden?" 

Slide 8 - Tekstslide

Bart klom uit de cementwagen.
Hij zwaaide weer naar de grote jongens.
"Nu ga ik in de hijskraan," zei hij.
"Niet doen!" riepen de grote jongens. 
"Je hebt net het hek platgewalst, en een auto, 
en je hebt beton gestort op straat!
Hoeveel ongelukken wil je maken?" 
Maar Bart klom al in de kraan.

Slide 9 - Tekstslide

Bart ging op de stoel van de kraanmachinist zitten.
"Eens kijken of ik de zwaaiarm 
kan besturen," zei hij.
Hij startte de motor, liet de zwaaiarm zwaaien 
en tilde een politieauto de lucht in.
De bouwvakkers zagen het vanuit hun keet. 
Ze renden naar buiten en riepen: 
"Bart, kom uit die kraan!"
"Nee!" riepen de agenten in de politieauto. 
"Zet ons eerst neer, Bart, en kom dan uit die kraan!"

Slide 10 - Tekstslide

Bart zette de politieauto op de grond.
De agenten stapten uit en vroegen: 
"Wat is hier aan de hand?"
"Wij hebben niks gedaan!" piepten de grote jongens.
"We zeiden alleen dat hij de bouw niet op durfde!
We wisten niet dat hij al die ongelukken zou maken!"
"Is dat waar?" vroegen de agenten.

Slide 11 - Tekstslide

"Ja," zei Bart. "Ik zag dat boeven de bank wilden beroven. Toen heb ik hun vluchtauto platgewalst. 
Daarna heb ik beton gestort, zodat ze vast kwamen 
te zitten. En omdat jullie voor de brug moesten wachten, heb ik jullie opgehaald."

Er zaten inderdaad twee bankrovers vast in het beton.
En de bankdirecteur kwam de bank uit rennen en riep;
"Houd de dieven! Bel de politie!" "Al gebeurd," zei Bart.

Slide 12 - Tekstslide

 De agenten leenden een drilboor van de bouwvakkers. Ze drilden de boeven uit het beton.
"Bedankt, Bart," zei de bankdirecteur.
"Jij hebt de boeven gevangen! Hoe kan ik je belonen?"
"Wij hebben een idee!" zeiden de bouwvakkers.

De bankdirecteur gaf Bart een bouwvakkershelm.
En met die helm mocht Bart de bouw op,
wanneer hij maar wilde.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide