Natuurlijk mag je ook je eigen account aanmaken! Dat is helemaal gratis. Je moet alleen na de registratie de atlas als product aan je account toevoegen door deze code in te voeren of te plakken: W0GFU8Q-7N4NHAA-0F48QHU-8YNTVGY.
Slide 3 - Tekstslide
Landbouw in Europa
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
§1.2
De rol van Europa
Slide 11 - Tekstslide
Lees de inleiding Koeientuin van paragraaf 1.2 De rol van Europa en bekijk de openingsfoto (links). Bekijk W8 (rechts).
Slide 12 - Tekstslide
Wat is er beter aan deze hypermoderne stal dan aan andere stallen? Noteer drie verbeteringen.
1a
Slide 13 - Open vraag
Tot welke actor behoort ‘Europa’, de motor achter dit soort verbeteringen?
1b
Slide 14 - Open vraag
Ook de consument speelt een grote rol bij de verschuiving van de aandacht van de productiehoeveelheid naar de productiewijze.
Leg uit welke rol wij als consumenten spelen bij deze verschuiving.
1c
Slide 15 - Open vraag
De tekst van paragraaf 1.2 De rol van Europa is opgedeeld in belangrijke gebeurtenissen (mijlpalen).
Zoek in de tekst op wat het belangrijkste doel van de EGKS (voorloper van EU, 1951-1957) was.
2a
-1
Slide 16 - Open vraag
De tekst van paragraaf 1.2 De rol van Europa is opgedeeld in belangrijke gebeurtenissen (mijlpalen).
Zoek in de tekst op wat het belangrijkste doel van de EEG (voorloper van EU, 1957-1993) was.
2a
-2
Slide 17 - Open vraag
Gebruik het kaartblad Europa - Europese Unie.
Welke zes landen waren de eerste leden van de EGKS?
2b
Slide 18 - Open vraag
In welke geografische richtingen heeft de Europese samenwerking zich uitgebreid?
2c
Slide 19 - Open vraag
In welk jaar werd Polen lid?
2d
Slide 20 - Open vraag
Gebruik voor deze opdracht de hele paragraaf De rol van Europa.
Leg in je eigen woorden uit wat het GLB is.
3a
Slide 21 - Open vraag
Waarom kun je het GLB in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw ‘té succesvol’ noemen? Gebruik in je antwoord het begrip productiesubsidie.
3b
Slide 22 - Open vraag
De productie per hectare van Nederland en veel andere Europese landen behoort tot de wereldtop.
Leg uit welke rol de productiesubsidies hierin gespeeld hebben.
3c
Slide 23 - Open vraag
Leg uit hoe een quotum een overschot kan tegengaan.
Gebruik in je uitleg de woorden vraag en aanbod.
3d
Slide 24 - Open vraag
Waarom leidt inkomenssubsidie minder snel tot overschotten dan productiesubsidie?
3e
Slide 25 - Open vraag
Gebruik figuur 1.34: Ontwikkeling GLB-uitgaven.
Slide 26 - Tekstslide
Hoe zie je in figuur 1.34 de overgang van productiesubsidies naar inkomenssubsidies?
3f
Slide 27 - Open vraag
Gebruik W14: Grootte van Poolse landbouwbedrijven, 2002 en 2014, in %.
Slide 28 - Tekstslide
Pas de begrippen 'schaalvergroting' en 'bedrijfsbeëindiging' toe op de situatie in Polen die je ziet in W14.
4c
Slide 29 - Open vraag
In welke volgorde is aandacht besteed aan de verschillende dimensies van het Europese landbouwbeleid?
De landelijke gebieden in grote delen van Europa zijn nu heel anders ingericht dan vroeger. In figuur 1.23 zie je kaarten van hetzelfde gebied in 1900, 1990 en 2015.
Figuur 1.23: Het dal van de Beerze in 1900 (A), in 1990 (B) en in 2015 (C).
Slide 32 - Tekstslide
Hoe herken je het begrip schaalvergroting in de kaartjes van figuur 1.23?
6a
-1
Slide 33 - Open vraag
Hoe herken je het begrip ruilverkaveling in de kaartjes van figuur 1.23?
6a
-2
Slide 34 - Open vraag
Hoe herken je het begrip verduurzaming in de kaartjes van figuur 1.23?
6a
-3
Slide 35 - Open vraag
Als je de loop van het beekje volgt in de drie kaarten, zie je twee opvallende veranderingen in de tijd. Welke zijn dit en waarom zijn ze uitgevoerd?
6b
Slide 36 - Open vraag
Gebruik het kaartblad Europa - Europese Unie. Lees ook Mijlpaal 6, 8 en 9.
Slide 37 - Tekstslide
De EU werd in 1993 opgericht en kreeg steeds meer lidstaten.
Wat is het doel van de uitbreiding van het aantal lidstaten?
7a
Slide 38 - Open vraag
In 2004 wordt Polen lid.
Is het doel achter de uitbreiding geslaagd voor Polen als je kijkt naar de atlaskaarten? Verklaar je antwoord en noteer de kaartnummers en -titels die je antwoord ondersteunen.
7b
Slide 39 - Open vraag
Lees W17.
Slide 40 - Tekstslide
Was de uitbreiding van de EU met Polen voor boer Karsemeijer een voor- of een nadeel? Leg kort uit.
7c
Slide 41 - Open vraag
Lees nogmaals de tekst van Mijlpaal 9.
Welke voor- en nadelen had de toetreding voor Poolse boeren? Gebruik het begrip interne markt in je antwoord.
7d
Slide 42 - Open vraag
Lees Mijlpaal 10 en bekijk figuur 1.36 en 1.37. De landbouw heeft een slechte naam als het gaat om de effecten ervan op milieu, mens en dier.
Slide 43 - Tekstslide
Figuur 1.36: Een met bloemen ingerichte akkerrand verhoogt de biodiversiteit.
Figuur 1.37: Wetenschap en technologie spelen een belangrijke rol in het behalen van de eerste twee pijlers van het nieuwe GLB.
Slide 44 - Tekstslide
Noem twee negatieve effecten van de landbouw op het milieu.
8a
-1
Slide 45 - Open vraag
Noem twee negatieve effecten van de landbouw op de mensen.
8a
-2
Slide 46 - Open vraag
Noem twee negatieve effecten van de landbouw op dieren.
8a
-3
Slide 47 - Open vraag
Lees W18.
Slide 48 - Tekstslide
Boer Lammers noemt in W18 drie verschillende vormen van duurzaamheid.
Leg van alle drie de vormen van duurzaamheid uit wat hij ermee bedoelt.
8b
Slide 49 - Open vraag
Lees W19.
Slide 50 - Tekstslide
Over welke vorm van duurzaamheid heeft boer Zantinge het in W19?
8c
Slide 51 - Open vraag
Verklaar de kritiek van boer Lammers in W18 op de consument.
8d
Slide 52 - Open vraag
Je hebt het huiswerk voor deze week af. Lekker bezig!