Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les adjectifs les 4
Vendredi 22 janvier
Le programme pour aujourd'hui :
Les adjectifs (bijvoeglijke naamwoorden): je kan de vorm en de plek van een bijvoeglijke naamwoord aanpassen. Ook de uitzonderingen.
1 / 23
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
23 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vendredi 22 janvier
Le programme pour aujourd'hui :
Les adjectifs (bijvoeglijke naamwoorden): je kan de vorm en de plek van een bijvoeglijke naamwoord aanpassen. Ook de uitzonderingen.
Slide 1 - Tekstslide
Une fille est belle. Un garçon est.....
Slide 2 - Open vraag
Un élève est nouveau. Des élèves sont...
Slide 3 - Open vraag
Le grand-père est vieux. La grand-mère est...
Slide 4 - Open vraag
Sur la photo, le garçon a les cheveux...
Slide 5 - Open vraag
Il a un pull rouge. Elle a une jupe....
Slide 6 - Open vraag
Et encore !!
Tous les adjectifs qui se terminent au masculin par -el -(i)en -on -eil -ul doublent la consonne finale au féminin :
habituel---> habituelle / brésilien---> brésilienne
bon---> bonne / pareil---> pareille
nul---> nulle
Slide 7 - Tekstslide
Ils viennent d'Inde. Il est Indien. Et elle, elle est...
Slide 8 - Open vraag
Le gâteau est bon. La tarte est...
Slide 9 - Open vraag
Alors...
Het bijvoeglijk naamwoord gaat meest
na
de woord.
Maar er zijn een paar uitzonderingen!
Slide 10 - Tekstslide
"Une bonne tarte au citron" ou "une tarte au citron bonne" ?
Slide 11 - Open vraag
"un beau tableau" ou "un tableau beau" ?
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Niveau 1 : fais une phrase avec "petit"
Niveau 2 : fais une phrase avec "nouveau" au féminin
Slide 14 - Open vraag
Slide 15 - Video
Des hommes sont heureux. Des femmes sont...
A
heureuxe
B
heureuse
C
heureuxes
D
heureuses
Slide 16 - Quizvraag
Slide 17 - Tekstslide
Tu as bien écouté ? On va voir !
Une couleur va toujours AVANT ou APRES le nom ?
Slide 18 - Open vraag
Quelle phrase est correcte ?
A
Il a un pantalon vert
B
Il a un vert pantalon
C
Il a un verte pantalon
D
Il a un pantalon verte
Slide 19 - Quizvraag
Et maintenant, un exercice !
Tu vas sur
https://www.lepointdufle.net/ressources_fle/accord_des_adjectifs.htm
et tu fais l'exercice. Bonne chance !
Slide 20 - Tekstslide
https:
Slide 21 - Link
Qu'est-ce que tu as appris aujourd'hui ? (Wat heb je vandaag geleerd?)
Slide 22 - Open vraag
A VENDREDI !
Slide 23 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Les 19 januari
Januari 2023
- Les met
17 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
210318 4 vwo Oefenen toets Grandes Lignes chap. 2, 4, 5
Maart 2021
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Sentiments peints
April 2021
- Les met
13 slides
door
Van Gogh Museum
Arts
Enseignement Secondaire
l'âge 12,13
Van Gogh Museum
Les 17 januari
Januari 2023
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Le féminin de l'adjectif
Januari 2022
- Les met
13 slides
Frans
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Vincent van Gogh : réalité ou fiction
April 2021
- Les met
35 slides
door
Van Gogh Museum
Arts
Histoire-Géographie
Enseignement Secondaire
Van Gogh Museum
Chapitre 5C
Februari 2023
- Les met
16 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
V4 les 1 - 2023
Januari 2021
- Les met
28 slides
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4