Les 5 - Crime fiction

Les 5 Crime fiction
pg.44
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Les 5 Crime fiction
pg.44

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire bouwstenen
Welke elementen ken jij nog?
Noteer eerst alleen (1min), werk vervolgens samen met je schouderpartner (1min) en eindig met je tafel (1min).

Nadien verwerken we de antwoorden klassikaal in een mindmap
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

voorbeeld verhaalelementen:

https://www.bol.com/be/nl/p/harry-potter-1-harry-potter-en-de-steen-der-wijzen/666882289/ 

situeren
pg.43

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.44
Wat betekent 'Crime fiction' volgens jou?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is deze serie "crime fictie"?
A
Ja
B
Neen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is deze serie "crime fictie"?
A
Ja
B
Neen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zou deze serie "crime fictie"
kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zou deze serie "crime fictie"
kunnen zijn?
A
Ja
B
Neen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Is deze serie "crime fictie"?
A
Ja
B
Neen

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ken je nog andere films of series binnen dit genre?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Werk in duo's
pg.43
timer
2:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werk in duo's
pg.43
crime = misdaad
fiction = fictie = niet echt gebeurd
Het zijn spannende series waarin een misdaad wordt opgelost. 
A, B, D

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrienden
pg.44

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verhaal beleven
pg.45

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deel 1
pg.45 -46

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan jullie!
  • Werk in duo's aan de drie verschillende delen van de tekst.
  1. Deel 1 pg.44-47
  2. Deel 2 pg.48-49
  3. Deel 3 pg.49-51
  • Laat je antwoorden controleren door de leerkracht bij elk nieuw deel.
  • Structureer je antwoorden door de nummers van de opgave toe te voegen.
  • Schrijf volzinnen (hoofdletters en leestekens).
pg.45-51

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwerking:  bookwidget
Beantwoord vijf vragen over de tekst.  Let op: je krijgt 5 minuten
oefeningen - Les 5 
  • Les 5: Crime fiction - lezen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doordringen tot de tekst
pg.52

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literaire bouwstenen
Welke elementen ken jij nog?
Noteer eerst alleen (1min), werk vervolgens samen met je schouderpartner (1min) en eindig met je tafel (1min).

Nadien verwerken we de antwoorden klassikaal in een mindmap
timer
1:00

Slide 24 - Tekstslide

voorbeeld verhaalelementen:

https://www.bol.com/be/nl/p/harry-potter-1-harry-potter-en-de-steen-der-wijzen/666882289/ 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doordringen tot de tekst
  • Werk in duo's.
  • Structureer je antwoorden door de nummers van de opgave toe te voegen.
  • Schrijf volzinnen (hoofdletters en leestekens).
  • Laat je antwoorden controleren door de leerkracht bij elk nieuw deel.
timer
15:00
pg.52 - 54

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.52

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Personages 
  • De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
  • De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk. 
  • Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

protagonist 
antagonist 
nevenpersonage
Patrick
ik-figuur
Rita

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke drie ruimtes komen voor in het verhaal?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

pg.52

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.52

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vertelperspectief
  • De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
  • De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk. 
  • Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal. 
pg.53

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vertelperspectief
  • De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
  • De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk. 
  • Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal. 
pg.53

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.52

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou er anders zijn als het hele verhaal vanuit hetzelfde standpunt is geschreven?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het einde
  • In een gesloten einde worden alle mysteries opgelost. De acties van de personages hebben een resultaat en er zijn geen (belangrijke) onbeantwoorde vragen. 

  • In een open einde blijven vragen onbeantwoord en problemen onopgelost. De lezer wordt aan het denken gezet. 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het verhaal heeft een
A
gesloten einde
B
open einde

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

spanning 
  • De protagonist is het belangrijkste, meest uitgewerkte personage van een verhaal. Van dit personage kennen we de gedachtes en gevoelens.
  • De antagonist werkt de protagonist tegen en maakt het de protagonist moeilijk. 
  • Nevenpersonages zijn personages met een kleinere rol die je minder goed leert kennen in het verhaal. 
pg.54

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.54

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

pg.54

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

tussenstop 1
pg.63-64

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie:
AGENDA:

Test
  • Tussenstop 1: woordenschat misdaad op  ______________________
  • Verhaalelementen = leerstof voor het examen

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies