PV P3 W5

9  -  Vitale functies
hoofdstuk
2
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Persoonlijke VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

9  -  Vitale functies
hoofdstuk
2

Slide 1 - Tekstslide

9 vitale functies
Vitale functies zijn van levensbelang, valt de regeling hiervan uit dan zijn we in levensgevaar...

  • ademhaling (H9.1)
  • circulatie (H9.2)
  • bewustzijn (H9.3)
  • temperatuur (H9.4)

Slide 2 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Lees observatie van de circulatie bladzijde 326 
  • geef antwoord op: wat is het (belangrijkste) doel van de circulatie?

Slide 3 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Antwoord:
  • De circulatie zorgt ervoor dat het bloed in het lichaam stroomt, lichaamsweefsels voorzien van zuurstof en de afvalstoffen van de weefsels afvoeren

Slide 4 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Kleur
  • kijk naar huidskleur, kleur lippen en nagels

Slide 5 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Bloeding
  • een uitwendige bloeding is te zien
  • een inwendige bloeding vertoont afwijkende vitale functies

Slide 6 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Meten van de circulatie
  • de hartslag (polsslag) meet je bij de polsslagader of de halsslagader
  • normale frequentie in rust is 60 tot 100 slagen per minuut
  • meet niet met je duim, maar met twee vingers

Slide 7 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Een te hoge hartslag (tachycardie) komt door...
  • stress, verdriet of pijn
  • koorts
  • inspanning
  • stimulerende middelen
  • shock (reactie op zuurstoftekort)

Slide 8 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Een te lage hartslag (bradycardie) komt door...
  • suf zijn
  • flauwvallen
  • hartinfarct
  • onderkoeling
  • medicatie

Slide 9 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Regelmaat en vulling
  • de frequentie heeft een vast ritme
  • de vulling heeft te maken met de slagkracht

Slide 10 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Regelmaat en vulling
  • de frequentie heeft een vast ritme
  • de vulling heeft te maken met de slagkracht; is de vulling onvoldoende, spreekt men van een weke pols

Slide 11 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Vragen over bloeddruk
  1. Wat is bloeddruk?
  2. Wat is bovendruk?
  3. Wat is onderdruk?
  4. Wat is een normale bloeddruk?
  5. Wanneer is de bloeddruk te hoog?
  6. Wanneer is de bloeddruk te laag?

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

9.2 observatie van de circulatie
De bloeddruk is de druk die het bloed veroorzaakt op de wand van een bloedvat...
  • de druk komt door de pompwerking van het hart
  • als het hart een slag maakt is de druk hoog, als het hart uitrust is de druk laag

Slide 14 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
De bloeddruk wordt uitgedrukt in een bovendruk en een onderdruk...
  • de bovendruk (normaal 120) is de druk bij hartinspanning, ook wel systolische druk genoemd
  • de onderdruk (normaal 80) is de druk bij hart ontspanning, ook wel diastolische druk genoemd

Slide 15 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
De bloeddruk meet je met een manchet en stethoscoop...
  • de meting wordt ook wel RR genoemd (initialen van de ontdekker)
  • eenheid is mm Hg

Slide 16 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
Veel zorginstellingen maken gebruik van digitale meetmethoden...

Slide 17 - Tekstslide

9.2.1 observeren van de bloeddruk
Bloeddrukwaarden
  • normale bloeddrukwaarde is erfelijk bepaald, maar schommelt in het groene vlak
  • een afwijkende bloeddruk is een druk waarbij één of twee waarden buiten het groene vlak vallen

Slide 18 - Tekstslide

9.2.1 observeren van de bloeddruk
Bloeddrukwaarden
Reden om de RR te meten zijn...
  1. planmatige controle
  2. suf worden, duizeligheid
  3. flauwte, flauwvallen
  4. hart- of vaatproblemen
normale tensie
hypotensie
prehypertensie
hypertensie
ernstige hypertensie

Slide 19 - Tekstslide

9.2.1 observeren van de bloeddruk
Bloeddrukwaarde
Lage bloeddruk (hypotensie) komt door...
  • te weinig vocht (uitdroging)
  • te weinig bloed (bloedverlies)
  • shock (reactie op veel te weinig zuurstof in het lichaam)
  • te veel bloeddrukverlagers

Slide 20 - Tekstslide

9.2.1 observeren van de bloeddruk
Bloeddrukwaarde
Hoge bloeddruk (hypertensie) komt door...
  • leeftijd (hoe ouder, hoe hoger)
  • leefstijl (obese, roken, immobiel)
  • stress of angst
  • hartziekte
  • erfelijk, daardoor onbekend (90%)

Slide 21 - Tekstslide

9.2 observatie van de circulatie
leesopdracht:
lees 9.2 observatie van de circulatie
blz. 326 t/m 333

Slide 23 - Tekstslide

opdrachten 13 t/m 19 maken en zelf nakijken
 

Slide 24 - Tekstslide