G1 2.1 levenscyclus & 2.2 wortels

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Planten

Kenmerk:

Bladgroenkorrels

Onderdelen:

Wortel

Stengel

Bladeren

Bloemen

                       
                                     De levenscyclus van een plant

Levenscyclus plant

-Zaad
- Ontkiemen

-Kiemplant

-Volwassen plant

-Bloem

-Vrucht

Zaadje = Hieruit ontstaat een nieuwe plant

Ontkiemen = Eerste wortel plantje groeit eruit

Kiemplant = In het zaadje zit een klein plantje

Het kiemplantje laat eerst een worteltje groeien, die water uit de grond kan halen. Dan komt er een stengeltje bij. Die groeit zo snel

mogelijk boven de grond uit voor zonlicht.

Zet de stappen van de levensloop van een plant in de juiste volgorde

Zaad

Volwassenplant

Ontkieming

Bloei

Kiemplant

Levenscyclus

Stappen (nw) onderzoek doen

1. Onderzoeksvraag (op welke vraag wil je een antwoord?)

2. De hypothese (wat verwacht je voordat je het onderzoek start)

3. Benodigdheden (materiaal en proefopstelling)

4. Het experiment (wat ga je doen)

5. De resultaten (wat heb je gezien, gemeten, gewogen, enz)

6. De conclusie (gegevens van het onderzoek combineren)

Resultaten

Onderzoeksvraag

Conclusie

Benodigdheden

Hypothese

Plantenwortels

Functie= Opnemen van water met belangrijke stoffen uit de grond. In de grond zitten mineralen. 

Wortelstelsel

Hoofdwortel

Zijwortels

Wortelharen 

Variatie in wortels

Waterplanten= hebben hun wortels los in het water.

Wortel voor verankering

Zodat de plant of boom blijft staan. 

In de wortels worden reservestoffen opgeslagen.

In de zomer maken ze veel reservestoffen die ze in de winter kunnen gebruiken om te groeien.

Huiswerk

Maken basisstof 1

Thema 2 planten

Bomen nemen met hun wortels water op en verdampen dit vervolgens via de huidmondjes in de bladeren. In de herfst en wordt het moeilijk om water op te nemen.

De wortels kunnen bij lagere temperaturen minder makkelijk water opnemen, daarnaast kan het water in de bodem bevroren zijn. 

Om minder te verdampen moeten de bladeren er in de herfst dus af.

Bouw van de wortel

Van buiten naar binnen zitten de weefsels: 

schorsweefsel, zeefvaten, houtvaten, deelweefsel en mergweefsel.

Schorsweefsel (buitenkant)

Zorgt voor bescherming en stevigheid. 

Opname van water en mineralen. 

In de cellen van schorsweefsel kunnen reservestoffen opgeslagen worden.

In het midden van de wortel kom je de houtvaten en de zeefvaten (bastvaten) tegen. 

Dit zijn de transportbuizen.

In een wortel zit ook deelweefsel

 Dit weefsel maakt steeds cellen bij waardoor de wortel dikker en langer wordt.

De houtvaten vervoeren water en mineralen naar boven, naar de stengel en de bladeren van de plant. 

Transport van zeefvaten (bastvaten) gaat naar beneden. 

De zeefvaten vervoeren stoffen vanuit de stengels en bladeren verder de wortel in.

Wortels zuigen ... uit de grond.

1. Plantstoffen
2. Water
3. Voedingsstoffen
4. Wortelsap

11. Wat is geen functie van de stengel?

1. Water vervoeren naar de wortels
2. Dragen van bladeren en bloemen
3. Reservevoedsel opslaan
4. Voedingsstoffen vervoeren naar de wortels

Wat is deelweefsel?