In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
oefentoets tijdvak 9
Slide 1 - Tekstslide
Wat vind je een kenmerkende ontwikkeling van tijdvak 9?
Slide 2 - Open vraag
Wat was de aanleiding voor Foch om te zeggen: dit is geen vrede, maar een wapenstilstand voor 20 jaar?
A
De conferentie van München, 1938
B
Versailles, 1919
C
De Japanse capitulatie in 1945
D
Dawes-plan, 1924
Slide 3 - Quizvraag
Lekker deuntje?
Eens een keer wat anders dan 'an der schönen blauen Donau'
Slide 4 - Tekstslide
Wie herken je en waarom hebben beide leiders moeite met 'Wenen aan de rode Donau'?
Slide 5 - Open vraag
Wat was de aanleiding van de economische crisis?
A
De landbouwcrisis
B
De beurskrach
C
De vele leningen die verstrekt werden
D
De verzadiging van de markt
Slide 6 - Quizvraag
Wat is geen oorzaak van de economische crisis?
A
Mensen verkochten in paniek hun aandelen.
B
Mensen leenden geld om aandelen en spullen te kopen.
C
Duitse terugbetalingen verliepen moeizaam.
D
Hitler kwam aan de macht.
Slide 7 - Quizvraag
Om de crisis op te lossen wilde minister-president Colijn......
A
Geld lenen
B
Investeren
C
Bezuinigen
D
Oorlog voeren
Slide 8 - Quizvraag
Welke zinnen over het Nederlands interbellum zijn juist? 1 De economische crisis in de VS sloeg over naar Nederland. 2 De radio was tijdens het interbellum het enige medium dat niet verzuild was. 3 De totalitaire partijen in Nederland kregen relatief weinig aanhangers. 4 In 1936 werd Hendrik Colijn minister-president. 5 Tijdens het interbellum hadden de confessionelen een absolute meerderheid.
A
1, 3 en 5
B
1, 3 en 4
C
2, 3 en 5
D
3, 4 en 5
Slide 9 - Quizvraag
1923
1933
1918
1929
einde Eerste Wereldoorlog
Economische crisis
Hitler Rijkskanselier
staatsgreep München
Slide 10 - Sleepvraag
Leg uit hoe het nationalisme invloed had op het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog
Slide 11 - Open vraag
Noem nog twee andere oorzaken van de Eerste Wereldoorlog
Slide 12 - Open vraag
Welk begrip past het beste bij de film: 'Der Ewige Jude'?
A
Nationaalsocialisme
B
Communisme
C
Rassenleer
D
Antisemitisme
Slide 13 - Quizvraag
Welk begrip past het beste bij de afbeelding?
A
Antisemitisme
B
Rassenleer
C
Dictatuur
D
Gelijkschakeling
Slide 14 - Quizvraag
Toen Hitler aan de macht kwam, kreeg Duitsland te maken met de rassenleer van de nazi’s. Hierdoor groeide de Jodenhaat, of antisemitisme. Leg uit wat dit te maken had met de Kristallnacht. Wat gebeurde er in deze nacht?
Slide 15 - Open vraag
Hieronder zie je zes kenmerken. Welke van deze kenmerken horen bij de Sovjet-Unie (en dus NIET bij de Verenigde Staten)? 1. pluriforme democratie 2. geloof is belangrijk 3. geloof is verboden 4. planeconomie 5. totalitaire dictatuur 6. vrijemarkteconomie
A
3, 4 en 5
B
1, 4 en 5
C
3, 4 en 6
D
2, 4 en 5
Slide 16 - Quizvraag
Welke gebeurtenis was een keerpunt in de Tweede Wereldoorlog?
A
D-Day
B
De Japanse aanval op Pearl Harbor
C
De atoombom op Hiroshima
D
De slag bij Stalingrad
Slide 17 - Quizvraag
1
2
3
4
De Vrede van Versailles
Duitsland drukt geld bij
Frankrijk bezet het Ruhrgebied
Hyperinflatie in Duitsland
Slide 18 - Sleepvraag
Wat zie je op de afbeelding?
A
Gevolg van de Eerste Wereldoorlog
B
Aanleiding van de Eerste Wereldoorlog
C
Indirecte oorzaak van de Eerste Wereldoorlog
D
Oorzaak van de Kristallnacht
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoort NIET bij Stalin?
A
terreur
B
vierjarenplan
C
collectivisatie van de landbouw
D
industrialisatie
Slide 20 - Quizvraag
Hoe kan Hitler Stalin overtuigen?
A
Onderlinge verdeling van Polen en Baltische staten
B
Opheffen verbod communistische partij (KPD) in Duitsland
C
handelsafspraken en leningen om de Russische economie te stimuleren
D
Een exemplaar van Mein Kampf en een nieuwe Volkswagen
Slide 21 - Quizvraag
Dit is een voorbeeld van
A
Genocide
B
Holocaust
C
Propaganda
D
Antisemitisme
Slide 22 - Quizvraag
Hoe noem je politieke reclame?
A
propaganda
B
persoonverheerlijking
C
interbellum
D
totalitairisme
Slide 23 - Quizvraag
Wat is het doel van deze propaganda?
A
Amerikanen rijp te maken voor een Partij van de Dieren
B
Amerikanen oproepen om met geld Engeland te steunen
C
Amerikanen oproepen om in leger tegen Duitsland te vechten
D
Amerikanen oproepen om vrouwen te beschermen
Slide 24 - Quizvraag
Deze afbeelding is door Stalin gebruikt als propagandamiddel.
Wat is GEEN propagandaboodschap van deze foto?
A
Dat hij een goede vriend/een geestverwant van Lenin was
B
Dat hij de (politieke) opvolger van Lenin was.
C
Dat Stalins communisme de toekomst had
D
Dat hij het beleid onder Lenin voortzette.
Slide 25 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met de fase van de "fluwelen handschoen" tijdens de bezetting?
Slide 26 - Open vraag
Op welke drie verschillende manieren gingen Nederlanders met de bezetting van hun land om?
Slide 27 - Open vraag
Wie leidde het verzet tegen de Nederlandse overheersing in Nederlands-Indië?
A
Gandhi
B
Ho Chi Minh
C
Soekarno
D
Fidel castro
Slide 28 - Quizvraag
Op welk moment in de tijd zie je hier een kaart van Europa?