5.3 De kerk in de late middeleeuwen 1V




De tijd van steden en staten



§5.3 de kerk in de late Middeleeuwen 
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les




De tijd van steden en staten



§5.3 de kerk in de late Middeleeuwen 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen wat het christelijke geloof in de late middeleeuwen inhield.
  • Je kunt beschrijven hoe de kerk in de late middeleeuwen was georganiseerd.
  • Je kunt uitleggen hoe de kerk in de late middeleeuwen omging met mensen met andere geloofsopvattingen.

Slide 2 - Tekstslide

  • Hogere opbrengsten + Bevolkingsgroei + heropleving handel = ontstaan steden
  • Verschil ontginningen en drieslagstelsel.
  • Voordeel gilden: minder concurrentie, goedkoper transport, opleiding, voorzieningen voor weduwen en wezen
Herhaling 5.1 en 5.2

Slide 3 - Tekstslide

Katholieke kerk 
= De christelijke kerk die werd geleid door de paus in Rome.


In ME meeste mensen in Europa christen

  • Leven na de dood was het belangrijkste
  • Mensen van nature zondig;
      een zonde
    is wat God verboden heeft: stelen/liegen
  • Biechten en bidden
  • Gedenk te sterven --> Hemel of Hel

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Geloof in heiligen 
= Overledene die in verleden veel voor het geloof heeft gedaan / voor het geloof is gestorven. 
Staat dicht bij God + kan wonderen verrichten.

  • Reis naar een heilige plek = Bedevaart (Rome/Jeruzalem).
  • Relieken = botten van heiligen.

    reliekenhouder met schedel

    Slide 6 - Tekstslide

    Architecten probeerden hun kerken zo hoog en sierlijk mogelijk te maken – alsof ze met hun torens naar God reikten.

    Elke stad wilde de grootste en mooiste kerk hebben. Hoezo?

    Slide 7 - Tekstslide


    Hoger, beter, mooier


    De bouw van de dom (latijn: domus, huis) in Keulen is begonnen in 1248, maar de kerk was pas in 1880(!) klaar. De bouw lag vaak jaren stil omdat het geld op was, of omdat delen van de kerk tijdens de bouw instorten. De beide torens van de kerk zijn ongeveer 160 meter hoog.

    Slide 8 - Tekstslide

    Organisatie van de kerk
    • Kerken in een bepaald gebied vormen een bisdom.
      --> Bestuurd door een bisschop = baas over de pastoors in het Bisdom.
       
    • Kathedraal = belangrijkste kerk in bisdom 
       
    • Bisschoppen benoemd door paus = hoofd van de katholieke kerk (Rome)

    Slide 9 - Tekstslide

    Ketters

    • Ketterij = mensen die afweken van de officiële kerkelijke leer.
      --> brandstapel
      Bijv ook:
    • Joden (verantwoordelijk voor kruisiging Christus)
    • Moslims (de baas in Palestina; Jeruzalem en omstreken)

    Slide 10 - Tekstslide

    Slide 11 - Video

    Hier zie je de route van de eerste kruistocht

    Slide 12 - Tekstslide

    Huiswerk
    Maken §5.3: 3 t/m 8

    Slide 13 - Tekstslide

    Wat is een zonde?
    Wat is een ketter?
    Hoe noem je iemand die voor het geloof is gestorven?

    Slide 14 - Tekstslide

    Eerste kruistocht
    • 1096-1099
    • Christelijke legers
    • Doel: Jeruzalem veroveren op de moslims
    • 100.000 mensen gaan mee, 15.000 komen aan
    • Na een bloedige strijd nemen de christenen de stad over

    Slide 15 - Tekstslide

    Gevolgen kruistochten
    1. Handel tussen Europa en het Midden-Oosten in producten zoals suiker, katoen, papier en kruiden.

    2. Kennis van de Arabische cultuur, zoals wiskunde, geneeskunde en instrumenten om posities op ze te bepalen, zoals het kompas.

    3. Uiteindelijk geen succes. Jeruzalem blijft in handen moslims.

    Slide 16 - Tekstslide

    Slide 17 - Video

    Slide 18 - Video

    Hoe noem je de geestelijke die de kerkdiensten voor de gelovigen verzorgt?
    timer
    0:20
    A
    Priester
    B
    Monnik
    C
    Bisschop
    D
    Kardinaal

    Slide 19 - Quizvraag

    Wie was het hoofd van de katholieke kerk?
    timer
    0:20
    A
    Bisschop
    B
    Paus
    C
    Kardinalen
    D
    Priester

    Slide 20 - Quizvraag

    Hoe noem je iemand die voor het geloof is gestorven?
    timer
    1:00
    A
    Monnik
    B
    Priester
    C
    Heilige
    D
    Bisschop

    Slide 21 - Quizvraag

    Waarom was het bouwen van kerken en kathedralen zo belangrijk voor de Middeleeuwse mens? Noem een reden
    timer
    1:00

    Slide 22 - Open vraag