H10 krachten par 1 en 2

H10 krachten par 1 
Boek deel A
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

H10 krachten par 1 
Boek deel A

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
Planning periode 2
Leerdoelen paragraaf 1 + korte uitleg/demo
Nakijken huiswerk
Oefenen
 

Slide 2 - Tekstslide

periode 2
H7: week 48/49
H4: week 49/50
-->      H10: Week 50/51
Week 2 Toets groot- en eenheden
H14: Week 2/3 -oefentoets H10/14
H15: week 4/5
H16: week 5/6 - oefentoets H15/16
Herhaling: week 7

Slide 3 - Tekstslide

Lezen paragraaf 10.1

Slide 4 - Tekstslide

leerdoelen paragraaf 10.1
  • Je kent verschillende krachten.
  • Je kent de effecten van een kracht.
  • Je weet hoe je krachten moet tekenen.
  • Je weet hoe je de zwaartekracht moet berekenen.

Slide 5 - Tekstslide

Soorten krachten
Spierkracht (Fspier)
Veerkracht (Fv)
Zwaartekracht (Fz)
Magnetische kracht (Fm)
Spankracht (Fspan)
Normaalkracht (Fn)
 

Slide 6 - Tekstslide

Krachten die elektrische ladingen kunnen uitoefenen

Slide 7 - Tekstslide

 Demo: Krachten meten
Krachten kun je meten met een krachtmeter, 
 ofwel veerunster. Je leest het aantal Newton af
waarmee de aarde aan het voorwerp trekt

Slide 8 - Tekstslide

Wat gebeurt er ...


Effecten van krachten!
  • kracht kan de richting veranderen
  • kracht kan de snelheid veranderen
  • kracht kan de vorm veranderen: 
  • => Vorm veranderd => Elastisch en plastisch

Slide 9 - Tekstslide

Krachten tekenen
Kracht teken je als een vector (pijl)
Hiervoor heb je 3 regels:
  • aangrijppunt
  • lengte
  • richting


Krachtenschaal: bv     1 cm ≙ 5 N



Slide 10 - Tekstslide

Zwaartekracht: Fz
Fz = m x g

Fz = Zwaartekracht (N)
m = massa (kg)
g = valversnelling (N/kg of m/s2) (binas!!)

LET OP!!! massa is GEEN gewicht

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag 
Maak van 10.1 opgave 1,2,4,5 en 7

timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen paragraaf 10.2
  • Je begrijpt in welke situatie er druk of trekkrachten werken.
  • Je weet van een aantal materialen of ze goed tegen druk of trekkrachten kunnen.

Slide 13 - Tekstslide

demo trek- en duwkracht

Slide 14 - Tekstslide

10.2 Krachten in constructies
Trekkrachten:
  • krachten die materiaal uitrekken
Drukkrachten:
  • krachten die materiaal indrukken



materiaal
trek-kracht
duw-kracht
Toepassing
baksteen
beton
hout
staal

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

aan de slag
Lezen paragraaf 10.2
Maken opdracht 1,2, 5 en 7
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

De constructie hiernaast gebruik ik om een
lamp op te hangen.
Welke kracht(en) ondervindt balk A?
A
Drukkracht
B
Trekkracht
C
Beiden

Slide 18 - Quizvraag

De constructie hiernaast gebruik ik om een
lamp op te hangen.
Welke kracht(en) ondervindt balk C?
A
Drukkracht
B
Trekkracht
C
Beiden

Slide 19 - Quizvraag

Met welke twee hulpmiddelen kun je zowel trek- als drukkrachten overbrengen?
A
touwen
B
balken
C
stangen
D
kettingen

Slide 20 - Quizvraag

Op een voorwerp van 1 kg werkt de zwaartekracht.
Hoe groot is de zwaartekracht?
A
0,1 N
B
0,981 N
C
10 N
D
9,81 N

Slide 21 - Quizvraag

Zwaartekracht
Veerkracht
Spankracht

Slide 22 - Sleepvraag

Zwaartekracht
Normaalkracht
Gewicht

Slide 23 - Sleepvraag

Zwaartekracht
Wrijvingskracht
Spierkracht
Veerkracht

Slide 24 - Sleepvraag

Een lift hangt aan een kabel. De kabel oefent spankracht uit op de lift. 
Ook werkt de zwaartekracht op de lift. 

Sleep de juiste bewering in het juiste vak.
zwaartekracht is 
groter dan 
spankracht
zwaartekracht is 
kleiner dan 
spankracht
zwaartekracht is 
gelijk aan  
spankracht
Een lift beweegt omhoog, de snelheid neemt toe.
Een lift beweegt omhoog, de snelheid blijft gelijk.
Een lift beweegt omhoog, de snelheid neemt af.

Slide 25 - Sleepvraag

Een iPhone heeft een massa van 157 gram. Bereken de zwaartekracht.

Slide 26 - Open vraag