dinsdag 4 oktober 2022

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Dinsdag 4 oktober 2022

08.30 - 09.20 uur Sport	12.10 - 12.40 uur Pauze
09.30 - 10.10 uur Woordenschat Nieuwe woorden thema bellen en mailen	12.40 - 13.40 uur disk - zelfstandig werken
10.10 - 10.30 uur Pauze	13.40 -14.20 uur Dierendag
10.30 - 11.20 uur Verder met woordenschat Lezen in je leesboek
11.30 - 12.10 uur Rekenen- zelfstandig werken

Sport

We gaan lekker sporten

Woordenschat

Vandaag leer je vijf (nieuwe) woorden bij het thema: 

Film

Schrijf het woord op en ook de betekenis.

maximaal

• niet meer dan
•  tegenstelling: minimaal
• ten hoogste
• Zin: Er kunnen maximaal honderd mensen in de zaal.
• Zin: Je mag hier maximaal 100 rijden, 110 is verboden.

minimaal

• niet minder dan
•  minimale zaken zijn heel klein of zo klein mogelijk
• niet minder dan = minstens
• tegenstelling: maximaal
• Zin: Het minimale aantal dat je nodig hebt, is tien.
• Zin: We moeten met minimaal 4 personen zijn om het spel te kunnen spelen.

meer

• een grotere hoeveelheid; dit woord is een vorm van veel
•  een groot stuk water in het land
• Zin: Er waren meer mensen dan we verwacht hadden.
• Zin: Zullen we naar het meer gaan om te zwemmen?

vandaag

• op deze dag
• kan de hele dag zijn, maar ook een deel van de dag
• Zin: Vandaag krijgt hij de uitslag van het onderzoek.
• Zin: De afspraak is vandaag, maar ik weet nog niet hoe laat.

vanmiddag

• op de middag van deze dag
• tussen 12.00 uur en 18.00 uur
• Zin: Zij is vanmiddag bij haar moeder op bezoek geweest.
• Zin: Zullen we vanmiddag iets afspreken? Ik weet alleen nog niet hoe laat.

Wanneer is het middag?

1. tussen 24.00 uur en 06.00 uur
2. tussen 06.00 uur en 12.00 uur
3. tussen 12.00 uur en 18.00 uur
4. tussen 18.00 uur en 24.00 uur

Geef een ander woord voor het woord :
maximaal

1. meer dan
2. niet meer dan
3. minder dan
4. niet minder dan

Wat is meer?

1. 100 is meer dan 200
2. 100 is het zelfde dan 200
3. 1000 is meer dan 900
4. een dag die heel leuk is

Wat ga jij vanmiddag na schooltijd doen?

Geef een ander woord voor het woord :
minimaal

1. meer dan
2. niet meer dan
3. minder dan
4. niet minder dan

Opdracht: welk woord hoort in de zin?

Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

.................... na school moet ik naar voetbaltraining.

Als het mooi weer is, gaan we met de hele klas zwemmen in het ............

Wat is de .................. prijs voor deze auto?

Op het bord staat wat we ................. gaan doen tijdens de les.

De ................. snelheid op deze weg is 80 kilometer per uur.

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je 1 zin met één of meer woorden: 

maximaal, minimaal, meer, vandaag en vanmiddag

Pauze

    Pauze 

Lezen in je eigen boek

Rekenen

Je werkt in je werkboek.

In het werkboek staat soms een opdracht of een uitlegfilm die je moet maken/bekijken op je laptop.

Pauze

    Pauze 

Disk

Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Kennismaken

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!