Methodisch handelen rapporteren

Les 6: Rapporteren
Maandag 13 maart
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Les 6: Rapporteren
Maandag 13 maart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rapporteren: waar denk je aan?
Hoe wordt er bij jou op stage gerapporteerd?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Rapporteren
- Je brengt verslag uit van wat je hebt waargenomen
- Wat heb je gedaan? Wat was het resultaat? 
- Wat heb je gesignaleerd? Welke afspraken zijn er gemaakt?
- Cliënt en naasten hebben het recht om de rapportage in te zien
- Evaluatie van handelingen en activiteiten


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De wijze van rapporteren:

Hangt af van de reden waarom je rapporteert.

Mondelinge rapportage: Informatie delen met collega’s, familie van cliënt, of tijdens een teamoverleg. 

Schriftelijke rapportage: Informatie moet bewaard blijven. De informatie is vastgelegd en voor iedereen te lezen
Informatie met elkaar uitwisselen: compleet beeld van cliënten. Door volledige en zorgvuldige rapportage kunnen er geen misverstanden ontstaan.

Je rapporteert om:
Te informeren
Te evalueren
Informele informatie uitwisselen
Advies geven
Verantwoording afleggen
Continuïteit in zorg en begeleiding bieden
Te signaleren
Afspraken vast te leggen

Slide 4 - Tekstslide

 Te informeren (algemene zaken om compleet beeld van client te krijgen)
Te evalueren (om ontwikkelingen te volgen en plannen bij te stellen. Rapportage kan ook gebruikt worden voor het geven/ontvangen van feedback om handelen bespreekbaar te maken).
Informele informatie uitwisselen (gedurende de hele dag wissel je informatie uit, je bespreekt gedrag die je is opgevallen met de client zelf, collega’s of familie. Dit is niet altijd methodisch maar daarin moet je wel duidelijk kunnen aangeven wat jij denkt gezien/gemerkt te hebben en checken bij de persoon of dat klopt. Als dat zo is kun je het wel gaan rapporteren.)
Advies geven (Met name rapportages van observaties vormen een belangrijke basis bij het geven van advies. De persoon die advies geeft heeft niet alle info alleen verkregen. Alle observaties samen geven een compleet beeld van de client waarop een advies kan worden gegeven.
Verantwoording afleggen: Dingen verantwoorden. Wat heb je gedaan en wat is het resultaat. Hoe heb je je uren besteed en welke ondersteuning heb je geboden, wat werkt en wat werkt niet.
Continuïteit in zorg en begeleiding bieden: Vaak wordt er gewerkt in wisselende diensten. Door overdracht weten je collega’s wat er is voorgevallen en kunnen zij inspelen op situaties.
Te signaleren: Signaleren is een belangrijke functie van rapporteren. Wanneer jij iets signaleert, een verandering. Ga je collega’s ouders clienten vragen of hen dat ook is opgevallen. Belangrijk dat je signalering checkt en er wat mee doet.
Afspraken vast te leggen: Zodat iedereen op de hoogste is van de afspraken. Zowel de cliënt als je collega’s.

Vormen van rapportage

- Overdracht: Doorgeven aan een collega
- Voortgangsrapportage: Verloop van een behandeling of begeleiding.
- Evaluatieverslag: Tussen-of eindevaluatie van een behandeling of begeleiding
- Observatieverslag: Schriftelijke afronding van een observatie
- Dossier: Allerlei rapportages over één cliënt
- Formulieren: Gestructureerde vragenlijsten, dagrapportage, intake-formulieren

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw moest vandaag vaak naar het toilet.


A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Nee: Mevrouw moest vandaag 5 keer naar het toilet (normaal gaat zij 2 keer).

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw gaat één keer per maand bij haar familie op bezoek.

A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord:
Ja
Dus niet: mevrouw gaat te weinig bij haar familie op bezoek).

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw is nou al voor de vierde keer haar afspraak vergeten. Dat is erg irritant.

A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Nee: 
De dochter van mevrouw is de afspraak vergeten. Omdat zij vaker afspraken vergeet, zal ik contact met haar hierover opnemen. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan of de volgende rapportage wel of niet gerapporteerd kan worden:
Mevrouw is dement.

A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Nee: 
Mevrouw vergat vanmorgen naar de dagverzorging te gaan.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aandachtspunten bij rapporteren
Bondig, goed te lezen en verzorgd
Je rapportage is:
Duidelijk
Overzichtelijk
Leesbaar
Objectief
Nauwkeurig en volledig
Bondig, beperken tot hoofdzaken

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening rapporteren
1. Observeer de begeleider en maak een rapportage over het gedrag van de begeleider
2. Klaar? Vergelijk jou rapportage met die van een medestudent
3. Zijn er verschillen of overeenkomsten?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk gedrag heb jij geobserveerd?
Welke overeenkomsten en verschillen zitten er in de rapportage van je medestudent?

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak uit je digitale licentie thema 3 hoofdstuk 3.12

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat neem je mee uit deze les?

Slide 18 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies