VWO2 K2 Delen Lesen + Grammatik

Liebe Leute, das Programm für heute
Lesen 
Grammatik
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Liebe Leute, das Programm für heute
Lesen 
Grammatik

Slide 1 - Tekstslide

LERNZIELE
  • Ik kan een korte informatieve Duitse tekst begrijpen. 
  • Ik ken de betekenis van de woordjes van de Lernliste D-N H-Lesen
  • Ik ken de voorzetsels 4e naamval
  • Ik kan de grammatica van de persoonlijke voornaamwoorden in de 4e naamval toepassen

Slide 2 - Tekstslide

Aufgabe 44-49, Seite 56-57
Gebruik de tekst op blz. 57 van je boek

Bekijk eerst de titel en bekijk het plaatje.....

Slide 3 - Tekstslide

Hast du schon mal solche Häuser gesehen?

Wenn ja: wo?

Slide 4 - Open vraag

Richtig oder falsch?

Ein Fachwerkhaus hat Holzbalken und Fächer, die mit Beton gefüllt sind.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 5 - Quizvraag

Richtig oder falsch?

Im Haus gibt es gemütliche Zimmer und Internet.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 6 - Quizvraag

Richtig oder falsch?

Es gibt keinen Supermarkt in der Nähe der Ferienwohnung.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 7 - Quizvraag

Richtig oder falsch?

In der Umgebung gibt es keine anderen Fachwerkhäuser.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 8 - Quizvraag

Richtig oder falsch?

Das Haus liegt direkt am Wasser.
A
Richtig
B
Falsch

Slide 9 - Quizvraag

Familie Ravensbergen findet es besonders gut, dass.......
A
das Haus im 18. Jahrhundert gebaut wurde.
B
die Reise in das Gebiet nicht so lange gedauert hat.
C
im Haus Materialien aus der Umgebung benutzt wurden.

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:

Welche Information über Mondschau stimmen laut Text?
A
als filmlocatie gebruikt.
B
er is een groot attractiepark in de buurt.
C
Heeft prachtige grote straten en lanen.
D
bevindt zich in de regio Hamburg.

Slide 11 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:

Welche Information über Mondschau stimmen laut Text?
A
er is een groot attractiepark in de buurt.
B
de huizen zijn modern en strak gebouwd.
C
Heeft prachtige grote straten en lanen.
D
je kunt er mooie wandelingen maken.

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:

Welche Information über Mondschau stimmen laut Text?
A
het ligt aan een meer.
B
heeft veel mooie middeleeuwse gebouwen.
C
er is een groot zwembad in de buurt.
D
de huizen zijn modern en strak gebouwd.

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord:

Die Balken sind aus.......
A
Gebäude
B
Holz
C

Slide 14 - Quizvraag

Kies het juiste woord

Von ......... sieht das Haus sehr schön aus.
A
außen
B
gemütlich

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste woord

Saskia und ich ........... ein paar Tage in Monschau.
A
benutzen
B
verbringen

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste woord

In der ........... hat man oft Bruchstein zum Bauen benutzt.
A
Lampe
B
Vergangenheit

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste woord

Können wir noch ein Souvenir kaufen?
Nein, das ............ ist schon geschlossen.
A
Geschäft
B
WLAN

Slide 18 - Quizvraag

Personalpronomen Akkusativ (4e naamval)

Enkelvoud:                                  Meervoud:
1e nv
4e nv
ik
ich
mij
mich
jij
du
jou
dich
hij
er
hem
ihn
zij
sie
haar
sie
het
es
het
es
1e nv
4e nv
wij
wir
ons
uns
jullie
ihr
jullie
euch
zij
sie
hen
sie
u
Sie
u
Sie
wie
wer
wie
wen

Slide 19 - Tekstslide

bis             tot
durch       door
für             voor
gegen      tegen
ohne         zonder
um            om
mich       mij
dich         jou
ihn           hem
sie            haar
es             het
uns          ons
euch        jullie
sie            hen/hun
Sie            u
wen          wie

Slide 20 - Tekstslide

Vertaal:

door

Slide 21 - Open vraag

Vertaal:

om

Slide 22 - Open vraag

Vertaal:

zonder

Slide 23 - Open vraag

Vertaal:

tot

Slide 24 - Open vraag

tegen wie

______ _______ spielt die Mannschaft?

Slide 25 - Open vraag

voor hem

Baust du den Schrank ______ _______ ?

Slide 26 - Open vraag

zonder haar

Das Haus ist so leer ______ _______.

Slide 27 - Open vraag

voor hen

Der Firma hat das Haus ______ _______ renoviert.

Slide 28 - Open vraag

voor mij

Ist das Geschenk ______ ______.

Slide 29 - Open vraag

door jullie

Das Buch heißt" ______ ______ wird es heller".

Slide 30 - Open vraag

om jou

Es geht nicht _______ ________ !

Slide 31 - Open vraag

om haar

Es geht _______ ________ !

Slide 32 - Open vraag

voor wie

____ _____ sind die Möbel?

Slide 33 - Open vraag

Bis Später!

Slide 34 - Tekstslide