In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Hallo
top dat je bezig gaat met Life
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen
je kan 3 beschermingen benoemen waarmee je lichaam ziekteverwekkers buiten de deur houd.
je kunt beschrijven dat je lichaam aan een antigeen kan zien of iets lichaamseigen is ja of nee
Slide 2 - Tekstslide
wat ga je doen
een aantal oefen vragen om de vorige les te herhalen
nieuwe lesstof
aan het werk
Slide 3 - Tekstslide
voor dat een ziekte verwekker binnen dringt probeert het je lichaam tegen te houden met een aantal barrières. hoeveel zijn dat er?
A
2
B
3
C
4
D
6
Slide 4 - Quizvraag
de drie lagen van becherming
je lichaam heeft 3 verschillende beschermingssystemen om ziekteverwekkers buiten te houden.
deze zijn eigenlijk het schild van je lichaam.
Slide 5 - Tekstslide
twee van deze lagen werken samen, welke zijn dat?
A
slijmvliezen en de huid
B
maag en de huid
C
slijmvliezen en de maag
Slide 6 - Quizvraag
de huid
door je huid kan niet zomaar een bacterie naar binnen komen. alleen wanneer je huid beschadigd is door een wondje kan een bacterie naar binnen komen.
Slide 7 - Tekstslide
de slijmvliezen
in je neus en keel zitten slijmvliezen. aan de slijmvliezen blijven de meeste bacteriën en andere ziekte verwekkers hangen. vervolgens verplaatst dit slijm zich naar de maag.
Slide 8 - Tekstslide
zoutzuur (in de maag)
zoals in hoofdstuk twee al eerder is besproken, je maag bevat zout zuur. zout zuur is een bijtende stof waar geen bacterie of andere ziekteverwekker tegen kan.
Slide 9 - Tekstslide
Hoe noem je iets dat niet thuis hoort in je lichaam?
Slide 10 - Open vraag
lichaamsvreemd
alle stoffen die je lichaam buiten wil houden noem je lichaamsvreemde stoffen.
Slide 11 - Tekstslide
waaraan kunnen je witte bloedcellen zien of iets lichaamseigen is ja of nee?
A
aan de antistoffen
B
met zijn ogen
C
aan de antiligenen
Slide 12 - Quizvraag
wat is van mij en wat niet?
hoe weet je lichaam of iets lichaamsvreemd is ja of nee?
dit herkent je lichaam door anitgenen. als je lichaam een lichaamsvreemde antigeen tegen komt gaat het in de aanval!
Slide 13 - Tekstslide
antistoffen
witte bloedcellen (de soldaten van je lichaam) kunnen twee dingen doen:
of ze eten de ziekte verwekker op en gaan daarbij zelf dood.
of ze maken antistoffen.
Slide 14 - Tekstslide
antigenen
antigenen zijn eiwitten die een ziekteverwekker onschadelijk maken.
antistoffen werken op de antigenen van een ziekte verwekker. de antigenen zijn immers een soort paspoort van je cellen. wanneer je lichaam een antigen tegenkomt van een lichaamsvreemde stof dan maakt het antistoffen om deze aan te vallen.
Slide 15 - Tekstslide
antistoffen
antistoffen zijn heel specifiek het is als een sleutel. één soort antistof werkt tegen 1 soort antigen.
voorbeeld:
de antistoffen die je lichaam maakt tegen een verkoudheid werken niet tegen het corona virus. daarom worden nu ook zo veel mensen ziek.
Slide 16 - Tekstslide
(lesstof check) antistoffen zijn
A
eiwitten
B
suikers
C
vitaminen
Slide 17 - Quizvraag
antistoffen werken op...
A
de hele cel
B
de binnenkant van een cel
C
antigenen
Slide 18 - Quizvraag
je lichaam herkent lichaamsvreemde cellen door dat deze